Een flitsende presentatie geven, die droombaan bemachtigen, geld loskrijgen bij geldschieters of je collega’s motiveren en inspireren – daarvoor heb je niet alleen een goed verhaal nodig, maar vooral ook een goede stem. Uit recent Amerikaans onderzoek bleek zelfs dat anderen op grond van je stem je intelligentie inschatten. Belangrijker dan wát je zegt is namelijk hóé je het zegt. Op training bij een stemcoach.

‘O, wat een móóie pióénrózen…’ Onwennig laat ik tijdens deze eerste training mijn stem steeds harder door de ruimte schallen. We begonnen met lachen als een Kerstman – ‘ho-ho-ho-ho’ – en mag ik nu een bos bloemen aanprijzen. ‘OOOO, wat een MÓÓIE PIÓÉN-RÓZEN!’ probeer ik nog eens. Ik word er een beetje giebelig van, maar ach, Margaret Thatcher en de Engelse koning George VI kregen ook stemtraining, dus ik bevind me in goed gezelschap.
Hoewel ik door jarenlang interviewen me heel bewust ben van woordkeuze en klank, hoor ik tijdens gesprekken soms dat mijn stem minder helder en krachtig klinkt dan ik zou willen. Omdat ik bovendien zo nu en dan voor publiek moet optreden, wil ik graag mijn presentatie optimaliseren.
Zo ben ik bij stemcoach Mariska Wessel van Voicematters terechtgekomen, en sta ik hier op een woensdagmiddag in Villa Stemwerk denkbeeldig te bowlen en de ene na de andere strike te gooien. ‘Móóóói’ roep ik mijn klasseworp achterna, en we barsten in lachen uit. Dit is natuurlijk gekkigheid, maar wel nuttige gekkigheid. Bij presenteren zijn we namelijk geneigd ons alleen te richten op de inhoud, terwijl onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Albert Mehrabian heeft aangetoond dat communicatie slechts voor 7 procent draait om de boodschap. Lichaamstaal (55 procent) en de klank van de stem (38 procent) zijn veel belangrijker. Aan de stem horen we of iemand nerveus, onrustig, geëmotioneerd of zelfverzekerd is. Ook schatten we iemands intelligentie hoger in als we hem horen spreken dan als we zijn woorden op papier lezen, bleek uit recent onderzoek van Nicolas Epley, hoogleraar gedragswetenschappen aan de Universiteit van Chicago.
Hóé je iets zegt weegt dus zwaarder dan wát je zegt. ‘Alleen wil je die 7 procent inhoud natuurlijk wel voor honderd procent overbrengen, en daar heb je je stem voor nodig,’ zegt Wessel. ‘De klank van je stem bepaalt of anderen jou als betrouwbaar inschatten en zich door jouw boodschap laten overtuigen of inspireren.’ Een rustige spreekstijl en lagere stem komen stabiel en overtuigend over, en verlenen iemand een natuurlijke autoriteit. Een monotone stem maakt daarentegen een weinig levendige en krachtige indruk. Niet voor niets kreeg Wessel een topman van de ING op training, omdat hij met zijn hese en vlakke stem z’n team niet wist te motiveren.
Van directeuren tot helpdeskmedewerkers, van wethouders tot fondsenwervers of artsen – voor elk beroep kan stemtraining nuttig zijn. Ik krijg de opdracht ‘Altijd is Kortjakje ziek’ voor te dragen alsof ik een huisarts, circusdirecteur, marktkoopman en personeelschef ben, zodat ik kan horen op hoeveel manieren je dezelfde woorden kunt uitspreken, met een heel verschillend effect. ‘Zo zet je met je stem dus letterlijk de toon in een gesprek.’

De stem valt meer te trainen dan we doorgaans denken. Spreken is een gewoonte, maar we doen het vaak niet optimaal. Wessel geeft het voorbeeld van een Achmea-medewerker die cliënten moest bellen die hun factuur niet betaalden. ‘Hij was gestuurd door zijn baas, omdat hij nasaal sprak en dat klonk niet prettig. Gaandeweg ontdekte hij dat hij net zo sprak als zijn ouders en tweelingbroer.’
Nasiliteit of heesheid zijn echter wel degelijk te verhelpen. Ze zet een stem op als Femke Halsema. ‘Kijk, zo praat je dus als je je kaken vastzet.’ Gevolgd door het hoge geluid van Marc-Marie Huybregts en de heesheid van Katja Schuurman. ‘En daar zit te veel spanning op het strottenhoofd. Hoor je? In de keel en kaak zit vaak spanning, het is een plek waar veel mensen de stress van het dagelijkse leven opslaan.’

Beter klinken begint met de stem meer in verbinding te brengen met de ademhaling, leer ik. Dan ben je geen talking head meer, maar gebruik je de energie van de adem en je lichaam als klankkast. Het effect: meer kracht en volume, zonder hard te hoeven praten. ‘Het versterkt bovendien je totale performance,’ zegt Wessel. ‘Je klinkt zo present als de ruimte die je inneemt.’
Ik prijs nog maar eens de mooie pioenrozen in de vaas bij de schouw. Helemaal vrij en helder klinkt het nog niet. Met een serie ingesproken oefeningen en een knipoog ga ik naar huis. ‘Zo, dan kun je nu je hond met natuurlijke autoriteit gaan toespreken.’
In de weken erna betrap ik mezelf erop dat ik geregeld als een briesend paard of lachende Kerstman op de fiets zit. Het is maar goed dat ik bij het bos woon en ongestoord pioenrozend en loeiend als een koe kan rondwandelen zonder voor gek te worden versleten. Vigo, mijn jonge hond, kijkt me steeds met een scheve kop aan en denkt dat ik wil spelen.
‘Hij was nog niet erg van mijn autoriteit onder de indruk,’ grijns ik als ik terugkom voor een nieuwe sessie. We analyseren de opname van mijn optreden op een literaire avond. Vooral het begin, het gedeelte dat ik voor de vuist weg deed, kan beter. Ik hoor de heesheid weer (zenuwen, vermoed ik) en de toon is te vlak. Sáái! Ook zou het goed zijn om in plaats van ‘ehhh’ te zeggen de adempauzes te gebruiken om rustig te bedenken wat ik ga zeggen. ‘Maak bewuster contact met je publiek,’ oppert Wessel. ‘Je kunt meer expressie in je stem leggen door te variëren in toonhoogte en klank. In ontspanning ligt de grootste overtuigingskracht.’
We lopen naar de piano. Ik zet in: ‘Mooie nonnen zingen en zoemen, zingen en zoemen zo mooi.’ Dat mag met minder kracht, adviseert mijn coach. Ook hoef ik minder lucht in te ademen. En hop, daar gaan we weer. ‘Móóóói…’
Ze slaat een toets aan op de vleugel en we brengen de toon steeds een nootje hoger. Het beste klinkt het als ik laag adem en de kaakspieren ontspan. ‘Strijk eens met je handen over je wangen.’ En inderdaad: daarvan worden mijn kaken losser. Langzamerhand wordt de klank van mijn stem beter. Helder en vol. Dit klinkt al veel vrijer en krachtiger dan aan het begin van onze training. Zelfs bij de hoogste noten blijven de ruiten gewoon heel in hun sponningen. Mariska Wessel lacht. ‘Móóóói!’
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.