Dit najaar is er een dubbelexpositie rond Joseph Mallord William Turner in Zwolle en Enschede. Leer de ‘Rembrandt van Groot-Brittannië’ alvast kennen aan de hand van zes van zijn werken.
Bescheiden
Zelfportret
omstreeks 1799,Tate, Londen
‘Niemand zou geloven, wanneer hij mij ziet, dat ik deze schilderijen heb geschilderd.’ William Turner, een van de belangrijkste romantische schilders van zijn tijd en in Nederland ook wel de ‘Rembrandt van Groot-Brittannië’ genoemd, had gevoel voor zelfrelativering. Zijn eigen persoon vond hij volkomen oninteressant vergeleken met zijn werk, en over zijn privéleven deed hij dan ook graag geheimzinnig. Wie de film Mr. Turner van Mike Leigh heeft gezien, waarin Turner briljant wordt gespeeld door Timothy Spall, heeft hem leren kennen als een norse en bijzonder ingetogen man. Een meester in de schilderkunst, maar vreselijk onhandig in zijn communicatie, die vrijwel uitsluitend bestond uit binnensmonds gegrom. Toch doet zijn werk een diep gevoelsleven vermoeden, daarvan was ook dichter en criticus John Ruskin overtuigd: ‘Zijn scherpe blik en franjeloze taal kunnen slechts tekenen van een groot verstand zijn.’
Op het zelfportret dat hij in 1799 schilderde, maakt de kunstenaar een verrassend zelfverzekerde indruk. Hij was op dat moment tot zijn opluchting net verkozen tot geassocieerd lid van The Royal Academy; een mijlpaal in zijn carrière en een opsteker voor zijn zelfvertrouwen. Het is meteen een van de weinige momenten waarop hij zich zo direct aan de wereld laat zien.
Competitief
Helvoetsluys – the City of Utrecht,64, Going to Sea
1822 (tentoongesteld), Tokyo Fuji Art Museum
Al rond zijn twaalfde jaar begon Turner zijn tekeningen te signeren. Vanaf dat moment had zijn vader het zakelijk instinct ze aan te bieden in de etalage van zijn kapperszaak. Niet lang daarna werd de jonge Turner toegelaten tot de Royal Academy in Londen. Daar heerste een competitieve sfeer, waar Turner erg gevoelig voor was.
Ook toen hij tientallen jaren later, in 1832 tijdens de jaarlijkse expositie in de Royal Academy, naast zijn grote rivaal John Constable kwam te hangen, bleek die wedijver niet gezakt te zijn. Het werk van Constable, The Opening of Waterloo Bridge, was een groot en indrukwekkend schilderij, en het kleurgebruik deed Turners werk, Helvoetsluys, ernaast verbleken. Dus besloot Turner zijn werk ter plekke aan te passen. Zonder blikken of blozen – want zo was hij niet – bracht hij een rode klodder aan, midden in het koele blauw van de zee. Pas twee dagen later kwam hij terug en werkte hij de vlek kundig om tot een rode boei. Een geniale zet, die de zee dieper en het werk sterker maakte.
Turners strijdlust beperkte zich niet tot zijn directe collega’s en tijdgenoten, hij ging ook openlijk de competitie aan met grote meesters als Rembrandt en Titiaan, wier werk hij niet alleen wilde evenaren, maar ook overtreffen. Maar boven alles wilde Turner steeds zichzelf verbeteren; misschien was dat wel de vruchtbaarste strijdlust van allemaal.
Reislustig
Kirkstall Abbey, on the River Aire
1824, aquarel, Tate, Londen
Reizen was voor een landschapsschilder als Turner een eerste levensbehoefte. Hij reisde alleen, met weinig bagage, en hij nam zelden de makkelijkste route.
Om de mooiste en indrukwekkendste plekken in Europa te bereiken, legde hij lange afstanden af door Nederland en België, tot Frankrijk, Zwitserland en Italië. Hij maakte er schetsen en aantekeningen van de vele, diverse landschappen die hij tegenkwam, en natuurlijk bezocht hij er de musea. In 1807 publiceerde hij zijn Liber Studiorum, waarin hij verschillende typen landschappen onderscheidde, waaronder zijn geliefde zeegezichten.
Als Turner het ergens mooi vond, waande hij zich graag een ‘local’. In de vele schetsboekjes die hij meenam op reis zijn ook aantekeningen te vinden van de taal en gewoontes ter plaatse. ‘Dank je wel’ had hij onder de knie, Nederland was een van zijn favoriete bestemmingen. Hollandse schilders als Cuyp en Ruysdael inspireerden hem, en hij hield hen in het achterhoofd wanneer hij zelf de Hollandse luchten bestudeerde.
De schetsen die hij maakte werkte hij later pas uit, of hij gebruikte ze in heel andere onderwerpen. Zo konden de koeien die hij in Nederland gezien had evengoed in een Engels landschap terechtkomen.
Eenzaam
Crossing the Brook
1815 (tentoongesteld), Tate, Londen
In de film Mr. Turner heeft de kunstenaar een – voor de kijker nogal ongemakkelijke – seksuele verhouding met zijn huishoudster. Die komt erop neer dat hij af en toe zijn fysieke behoeftes op haar botviert terwijl zij in stilte hunkert naar meer.
In werkelijkheid is dit een van de vrijheden die regisseur Mike Leigh zich heeft gepermitteerd: over het liefdesleven van Turner is bar weinig bekend. Als vrouwen al een rol hadden in zijn leven, dan vooral in hun afwezigheid. In een van zijn schetsboeken noteerde hij: ‘woman is doubtful love’ (‘vrouw is twijfelachtige liefde’). Niet vreemd: Turners moeder was een psychisch labiele vrouw, en nadat zijn jongere zusje op vijfjarige leeftijd was overleden werd zij in een gesticht opgenomen, waar ze later overleed. Turner trouwde nooit. Wel kreeg hij een relatie en (vermoedelijk) twee dochters met de weduwe van een bevriende musicus.
Ook in zijn werk zijn vrouwen schaars. Enkele piepkleine erotische schetsen maakte hij waarschijnlijk vooral voor zijn eigen vermaak. Maar de moeder van zijn kinderen komt nauwelijks in zijn werk of aantekeningen voor, en ook naar zijn twee dochters, Evelina en Georgiana, is het lang zoeken. Mogelijk zijn zij te zien in Crossing the Brook uit 1815 – maar hij hield ze daar, net als in zijn echte leven, op flinke afstand.
Bevlogen
Zo relativerend als Turner over zichzelf sprak, zo serieus nam hij zijn werk. Hij moest en zou schilderen. Niet alleen maakte hij verre reizen, hij zocht het gevaar op, om dat in zijn werk te kunnen vastleggen. Zo gaat het verhaal dat hij zich eens aan een mast liet vastbinden om een sneeuwstorm op zee te kunnen beleven. Turner gaf het werk de lange titel: Snow Storm – Steam-Boat off a Harbour’s Mouth making Signals in Shallow Water, and going by the Lead. The Author was in this Storm on the Night the Ariel left Harwich.
Turner bekommerde zich nooit erg om de waarheid: er heeft nooit een schip met die naam bestaan. Maar als het niet waargebeurd is, heeft hij een uitzonderlijk inlevingsvermogen gehad bij het schilderen van Snow Storm. Het is alsof de kijker ermiddenin zit en het water hem om de oren spat. Een subliem schilderij, mooi en angstaanjagend tegelijkertijd.
Vooruitstrevend
Falls of Schaffhausen (‘The Val d’Aosta’)
circa 1845, National Gallery of Victoria, Melbourne
Dat landschappen veranderlijk zijn en niet altijd precies hoeven te lijken, ontdekte Turner al vroeg. Door te vegen en bijvoorbeeld geïnkt papier te verfrommelen (blottesque), ontstond een willekeurige kleurverdeling die een lucht of rotspartij benaderde. Dit soort vrijheden zou steeds bepalender worden voor zijn werk. Als een van de eersten zocht hij de grenzen op tussen de natuur en zijn eigen fantasie. En naarmate hij ouder werd, nam hij het steeds minder nauw met zijn onderwerpen.
Hoewel hij altijd de aanleiding voor zijn werken in het landschap bleef zoeken, lijkt het feitelijke landschap er minder en minder toe te doen. Waar hij in Modern Italy, the Pifferari in 1838 weliswaar nog duidelijk een onderwerp heeft gekozen – een gezinnetje aan de rivier – is hierin te zien dat hij het tafereel haast als excuus heeft gebruikt om een spel te spelen met het licht en de omgeving van aarde, water en lucht om hen heen.
Zoals hij eerder al eens deed in Snow Storm (1802) zou hij later in een werk als Falls of Schaffhausen (1845) ieder houvast loslaten om zich te laten meestromen – meer nog met zijn eigen creativiteit dan met die daadwerkelijke sneeuwstorm of waterval. Het zijn vrijwel abstracte werken als deze die Turner achteraf zijn imago van ‘eerste moderne kunstenaar’ hebben gegeven. Niet voor niets is de Turner Prize nog altijd een van de vooruitstrevendste kunstprijzen.
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen