‘U kunt onmógelijk komen morgen’, klinkt een licht aangeslagen Mathieu Hulst op de voicemail. Het is de dag voorafgaand aan het interview voor dit artikel. Buiten is het kwik gestegen tot ver boven de dertig graden. Een week later vertelt hij dat onder invloed van dit soort buitensporige temperaturen bij hem in de wijngaard de scheuten met wel tien centimeter per dag de ranken uit schieten. ‘En dan moeten we meteen in actie komen, anders raakt alles verstrengeld.’ Tot ver na zonsondergang stond hij die dag samen met vader Hugo en zoon Robin in de wijngaard de scheuten op te binden. Drie generaties wijnmakers aan het bikkelen in Zuid-Limburg, net ten zuiden van Maastricht.
Een week later staan de wijnplanten keurig in het gelid te pronken in het glooiende landschap. Wie niet beter weet, denkt dat hij in Frankrijk is beland. De familie Hulst zit, inmiddels weer ontspannen, aan de keukentafel koffie te drinken. ‘Dit soort klimatologische uitschieters kunnen je oogst maken en breken’, legt Hulst uit. ‘Late vorst, hagel, harde regen, maar ook hoge temperaturen hebben enorme invloed. Waarschijnlijk gaan we dit jaar twee weken eerder oogsten.’
Wijn maken in Nederland, het vergt grote aandacht. Want in tegenstelling tot zuidelijker landen als Italië, Spanje en Frankrijk, waar het kwik soms maanden achtereen rond eenzelfde temperatuur blijft hangen, is het klimaat hier wisselvallig en nat. Voedingsbodem voor onrijpe druiven, schimmels en een slecht wijnimago. Althans, dat was lange tijd de heersende mening. Maar dat tij is aan het keren. Want niet alleen is het aantal commerciële wijngaarden in Nederland sinds de eeuwwisseling geëxplodeerd (nu zo’n 170), ook kwalitatief is de Nederlandse wijn inmiddels enorm verbeterd. Gerenommeerde kenners als Harold Hamersma, Hubrecht Duijker en Nicolaas Klei verkondigen het luidkeels en nemen steeds vaker Nederlandse wijnen op in hun vermaarde favorietenlijstjes. Maar ook in de sterrenrestaurants maakt het Nederlandse rood, wit en rosé al enkele jaren deel uit van de wijnkaart. En dat KLM zijn businessclassgasten trakteert op een glaasje van De Kleine Schorre uit Zeeland is niet alleen uit nationalistische overwegingen.
Wat is er aan de hand? Heeft de opwarming van de aarde zo’n vlucht genomen dat we hier inmiddels mediterrane weersomstandigheden kennen? Dat valt tegen. Wel is de kennis over wijn maken de laatste decennia flink toegenomen. Volgens sommigen zozeer dat Nederland de ruim vijfhonderd jaar achterstand op klassieke wijnlanden in minder dan vijftig jaar heeft ingehaald. Een feit is dat bij internationale concoursen diverse Nederlandse wijnen niet meer onderdoen voor buitenlandse.
Mergel, kalk en löss
Volgens Mathieu Hulst komt het vooral doordat Nederlandse wijnen lange tijd maar mondjesmaat verkrijgbaar waren. En onbekend maakt nu eenmaal onbemind. Hulst: ‘Onze Apostelhoeve-wijnen zijn altijd erkend door de top van de gastronomie; 25 jaar geleden stonden we al op de kaart bij Château Neercanne en Hubrecht Duijker prijst ons vanaf het begin.’
De positieve geluiden komen volgens hem eerder door het toenemende volume op de markt dan door kwaliteitsverbetering. ‘Steeds meer mensen kunnen zelf proeven wat voor goede wijn hier wordt gemaakt. Wijngaarden als De Kleine Schorre, Domein Wijngaardsberg, Wijngoed Thorn en de Apostelhoeve dragen daaraan bij.’
Een deel van de groei zit ook boven de rivieren. Toen halverwege de jaren negentig in Nederland de ‘hybridedruif’ werd geïntroduceerd, een druif die sneller rijpt en minder zon nodig heeft voor een behoorlijk alcoholpercentage, ruilden veel boeren hun piepers in voor wijnranken. Hoewel Hulst blij is met de toename van het aantal domeinen, is hij minder te spreken over de wijnen die er van deze regent-, rondo-, cabernet cortis- en johanniter-druiven worden gemaakt. ‘Door hun snelle groei hebben de druiven minder smaak en heeft de wijn minder diepgang.’ Maar hij weet ook dat hij makkelijk praten heeft vanaf zijn terroir op de Louwberg, waar mergel, kalk en löss zijn wijnen een minerale smaak geven en waar beschutte heuvelruggen zorgen voor een gezonde rijping.
Iets gastronomisch
Mathieu Hulst heeft een bloeiend bedrijf. Negen hectare waar klassieke druiven als riesling, pinot gris, müller-thurgau en auxerrois goed gedijen. Op de overige zeventien hectare staan zure kersen voor in de vlaai, een erfenis van zijn voorvaders, die hier al sinds het begin van de 20ste eeuw boeren. En hoewel de zeventigduizend flessen die de Apostelhoeve elk jaar produceert schoon opgaan, laat Hulst de wijnproductie maar mondjesmaat groeien. ‘De productie is door al die externe factoren nog steeds onzeker en ik wil wel goed slapen ’s nachts.’ Zoon Robin, die op proef een jaar meedraait, ziet expansie ook meer in de vorm van ‘iets gastronomisch als een wijnbar met hapjes’.
Het was Hulst senior die hier in 1970 de eerste 1200 wijnstruiken in de grond stak. Meer dan een beetje experimenteren was het niet. ‘Maar al snel merkte ik dat wijn zoveel meer verhaal heeft dan appels. Ik volgde een cursus, keek wat af bij de buren en negen jaar later won ik mijn eerste gouden medaille.’ De eerste anderhalve hectare werd in 1983 uitgebreid met nog eens twee hectare en groeide gestaag tot negen in de jaren daarna. Hulst: ‘Ik weet nog dat we in 1988 voor het eerst twintigduizend flessen in de kelder legden. Wie moet dat allemaal opdrinken, vroegen we ons toen af.’
Hulst heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot een uitstekende keldermeester. Want goede druiven telen is één ding, maar in de kelder wordt de wijn pas echt gemaakt. ‘Mathieu heeft dat in de vingers’, zegt zijn vader trots. Zelf vindt Mathieu dat hij vooral vooruitgang heeft geboekt bij het ontwikkelen van een eigen stijl: elegante en minerale, zuivere wijnen van een constante kwaliteit, iets waar scholing en de aanschaf van kostbaar materiaal volgens hem aan bijgedragen hebben. Want waar vroeger in de kelder oude tuinslangen met gaatjes de wijnvaten koel hielden, staan nu stalen tanks met computergestuurde klimaatbeheersers. En op het land trillen oogstmachines de rijpe druiven van de trossen. Je zou bijna zeggen dat er niets meer fout kan gaan, zegt Hulst geamuseerd. ‘Totdat het kwik stijgt: dan moeten we alle zeilen bijzetten om de oogst te redden. Daar kan geen machine tegenop.’
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.