Wie zijn naam niet kent, kent wel zijn booglamp. Achille Castiglioni, een van de belangrijkste ontwerpers van de 20ste eeuw. Castiglioni stierf in 2002, maar hij en zijn werk zijn nog lang niet vergeten. Dagelijks komen er uit de hele wereld designstudenten naar zijn Milanese studio, nu een museumpje dat wordt gerund door dochter Giovanna.
Hij wordt geadoreerd door ontwerpers, hoe uiteenlopend hun stijl ook is. Of het nu de Spaanse Patricia Urquiola is met haar speelse, vrolijke ontwerpen, de Britse Jasper Morrison met zijn ingetogen sobere werk, of de van tierelantijnen houdende Marcel Wanders, ze zijn vol van het werk van de in 2002 overleden Milanese ontwerper Achille Castiglioni. En dat is niet verwonderlijk. Het is speels, humoristisch en ook nog buitengewoon functioneel. Als er één ontwerper is geweest die ervoor heeft gezorgd dat de woorden Italiaans en design samen een begrip werden, is het wel de in 1928 geboren Castiglioni; architect, ontwerper en designhoogleraar aan de technische universiteit van Milaan. Hij ontwierp zo’n 150 producten en won acht keer de belangrijkste designprijs van Italië, de Compasso d’Oro.
Zijn bekendste ontwerp is de booglamp, de Arco, die hij met zijn broer Pier Giacomo ontwierp. Zelfs wie de naam Castiglioni nog nooit heeft gehoord, kent die lamp. Het is nog steeds een goedlopend product bij het Italiaanse lampenmerk Flos. De ontwerpers wilden een lamp die recht boven een tafel uit kon komen maar niet aan het plafond hing of in de weg stond. De oplossing was een lamp die met een reusachtige boog boven de tafel uitkomt en op z’n plek wordt gehouden door een zwaar marmeren voetstuk. Geen lamp werd zoveel gekopieerd als deze. Echte exemplaren zijn herkenbaar aan het gat in het marmer, waar wat betreft de broers een stok door gestoken kon worden om hem te verschuiven.
Een ander bekend ontwerp dat hij met Pier Giacomo uitbracht was de Mezzadro, een kruk in de vorm van een ijzeren veer met een tractorstoel, naar het werk van de door hen bewonderde kunstenaar Marcel Duchamp, die doodgewone industriële voorwerpen toepaste in nieuwe objecten. Veel producten hebben ze niet samen kunnen maken. Pier Giacomo stierf, veel te vroeg, in 1968. Achille zette de studio alleen voort.
Die studio in het 18de-eeuwse pand tegenover het middeleeuwse stadskasteel aan het park Sempione ligt er nog steeds bij alsof de grote meester elk moment kan binnenkomen. In de hoek van een van de kamers staat een spiegel zo gepositioneerd dat je de hele studio kunt overzien. Tekentafels met linialen en vellen papier. Een wand vol persoonlijke kaarten en briefjes en foto’s van de ontwerper met het lange, grappige gezicht. In de ‘prototypekamer’ mallen en prototypes tot aan het plafond. En dan zijn er nog de vitrinekasten, volgepropt met gekke brilletjes, rare borstels, en andere curieuze voorwerpen die hij verzamelde. En last but not least de door hemzelf ontworpen lampen, stoelen en voorwerpen, die hij allemaal ook gebruikte.
Om dichter bij Castiglioni en zijn werk te komen is een bezoekje aan dit biografische museum aan te raden. Wie geluk heeft krijgt een rondleiding van zijn dochter Giovanna. Als klein meisje vergezelde ze haar vader vaak naar het buitenland, als hij lezingen moest geven. Ze moest dan zijn spullen klaarzetten. Hoe beroemd hij eigenlijk was ontdekte ze pas na zijn dood, vertelt ze. Tijdens zijn leven was aan niets te merken dat hij bekend was. Hij was de bescheidenheid zelve, een grappige, speelse, onderzoekende man, die altijd tegen haar zei: ‘Als je niet nieuwsgierig bent naar iets, wordt het nooit wat.’
Ze zegt nu hetzelfde tegen de vele designstudenten die dagelijks voor een rondleiding komen. En ook dat ze goed naar bestaande anonieme voorwerpen moeten kijken. Dat deed haar vader ook en er kwamen de mooiste ontwerpen uit, zoals de Spirale, de spiraal-asbak, nog steeds uitgebracht bij Alessi. Hij staat op de tafel in de werkkamer. Een roestvrije kom met een in cirkelvorm getrokken spiraal erin waarin je je sigaret kunt laten smeulen zonder dat hij in de asbak kiepert. De asbak heeft zijn oorsprong in een speelgoedspiraal die altijd in het ouderlijk huis rondslingerde, waar Achille en zijn vrouw Irma rookten als ketters. Ook de frisbee van Giovanna en de naaidoos van Irma werden verwerkt in lampen en tafels.
Veel van Castiglioni’s ontwerpen ontstonden omdat er een praktisch probleem opgelost moest worden. Het nachtlampje Gibigiana bijvoorbeeld, een klein zwart pilaartje, werd ontworpen omdat Achille Castiglioni meestal vroeg wilde gaan slapen terwijl zijn vrouw Irma het liefst de hele nacht las. De lamp heeft een klepje met een ingebouwd spiegeltje. Het klepje is zo te verstellen dat al het licht op het boek van de lezer valt, terwijl de slaper in het donker ongestoord verder kan slapen.
Een ander probleemoplossend ontwerp dat rechtstreeks uit het huishouden van de Castiglioni’s voortkomt is de buigzame, rode lepel waarmee je, door de aparte vorm, ook de laatste mayonaise of pindakaas uit een pot kunt schrapen. De lepel wordt bij Alessi uitgebracht.
Het ontwerp dat Castiglioni als zijn belangrijkste beschouwde, is ook het minst bekend. Het is een eenvoudig lichtschakelaartje dat iedereen wel eens heeft aangeklikt. Hij ontwierp het al in 1968 en bijna niemand weet dat. Volgens zijn dochter had hij het altijd in zijn zak om het af en toe aan en uit te klikken, als een speeltje.
Castiglioni had wel meer grappige gewoontes. Zo kwam hij bijna elke keer met een tas vol rare gebruiksvoorwerpen naar de technische universiteit om ze daar te demonstreren als voorbeeld voor goed of slecht design. Een van zijn favoriete voorbeelden van geslaagd design was een Zwitsers melkkrukje dat om het middel gebonden moest worden. De ontwerper bond het om zijn eigen middel en liep er mee rond tussen zijn studenten. Zijn dochter, die ook wel van een grapje houdt, doet nu hetzelfde tijdens een rondleiding en krijgt luid applaus van de aanwezige designstudenten.
Om het gedachtegoed van haar vader levend te houden, geeft ze ook lezingen in het buitenland. De merken die de ontwerpen van haar vader uitbrengen helpen een handje mee. In samenwerking met Flos en de Amsterdamse interieurwinkel Mobilia houdt ze in oktober twee rondleidingen en lezingen over Castiglioni. Ze neemt net als haar vader een koffertje met voorwerpen mee. ‘Hoewel het niet mijn bedoeling is hem te kopiëren, helemaal niet.’
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen