Museum Boijmans wil een schilderij van René Magritte kopen dat bestaat uit woorden. FD Persoonlijk-medewerker Bert Jansen legt uit hoe we dit werk moeten ‘lezen’.

Waarom noemen we een pijp een ‘pijp’? Is er een relatie tussen het woord en het ding? Volgens taalfilosofen niet. Die relatie berust op toeval, behalve natuurlijk bij woorden die een klank nabootsen, zoals koekoek.
De Belg René Magritte schilderde in 1928-’29 een beroemd geworden serie werken, La trahison des images (het verraad van de voorstelling), waarin hij onder meer bij een realistisch geschilderde pijp de woorden schreef: ‘Ceci n’est pas une pipe’ (dit is geen pijp). Volgens Magritte zijn de beelden die we maken van de werkelijkheid sjabloonachtige constructies van de geest die weinig gemeen hebben met de ware zin van de dingen. Die is veeleer te vinden in de persoonlijke associaties die opkomen bij het zien van bijvoorbeeld een pijp.
Naast enkele van dit soort aap-noot-miesschilderijen maakte Magritte een groot aantal werken met uitsluitend woorden, zonder herkenbaar beeld. Eén daarvan, Le miroir vivant (de levende spiegel) uit 1928, wil het Museum Boijmans Van Beuningen graag kopen. Het museum heeft rond het schilderij een expositie gemaakt, met tevens een bus voor donaties.
Op het schilderij staat op wolkachtige tekstballonnetjes in het Frans te lezen: ‘personage dat in lachen uitbarst’, ‘kast’, ‘horizon’ en ‘vogelkreten’. De witgrijze ondergrond is gaandeweg weggeschilderd met zwart, waardoor de stroken die de woorden verbinden tot een verhaal nog net intact zijn gelaten.
Alleen ‘personage’ en ‘kast’ duiden iets aan wat tot de zichtbare werkelijkheid behoort. Een horizon is een illusie en vogelkreten zijn helemaal niet zichtbaar. Wat gebeurt er in dat verhaal? Iemand, man of vrouw, staat bij een kast, buiten, in een leeg, polderachtig landschap. Er klinkt gekrijs van vogels, tegelijk met het ‘hahaha’ van het personage.
De titel De levende spiegel geeft een hint: het schilderij is een spiegel waarin een herinnering tot leven komt, als in een droom. De lezer mag zijn eigen verhaal invullen, Magritte beperkt zich tot het geven van een lijst met ingrediënten en het recept. Met zijn schoolse handschrift speelt hij de rol van leraar. Zijn doel is niet de oplossing te geven van het mysterie van de werkelijkheid, maar de bevestiging van dat mysterie.
Het ‘woordschilderij’ is veertig jaar later door kunstenaars als Lawrence Weiner en Joseph Kosuth verder ontwikkeld. Zij gebruiken alleen nog tekst als materiaal, het schilderen gebeurt later. De betekenis van de tekst kan bovendien veranderen, afhankelijk van de tijd en de plaats waar het werk wordt getoond.
Zo kon iedereen in Rotterdam in 1993 op de Euromast de tekst lezen: ‘AS LONG AS IT LASTS’ (zo lang als het duurt), een werk van Lawrence Weiner. Het werk werd nog een keer uitgevoerd in Rotterdam, in 2011, bij de verbouwing van de onderdoorgang van het Centraal Station. Geen mysterieuze relatie tussen de woorden en de dingen, zoals bij Magritte. Weiner noemt de dingen gewoon bij hun naam.
Magritte ontmoet de collectie, t/m 17 januari, Museum Boijmans, Rotterdam, boijmans.nl
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.