Michelle Obama is in veel opzichten First. Ze is de eerste zwarte vrouw in het Witte Huis en de eerste First Lady die couture met highstreet combineert . Of ze een stijlicoon is, valt te betwisten. Maar een rolmodel is ze zeker.
Op 20 januari 2009 keek de wereld toe hoe Barack Obama als 44ste president van Amerika werd geïnaugureerd. De inauguratie werd door het niet-Republikeinse deel van de wereld gezien als het begin van een nieuw tijdperk, waarin hoop en politieke verandering de hoofdrol zouden spelen.
Inmiddels zit Obama’s tweede termijn er bijna op en overheerst scepsis over die verandering, die toch een stuk minder fundamenteel blijkt dan gehoopt. Over één ding is de wereld het echter eens: de politiek mag dan niet wezenlijk hervormd zijn, het Witte Huis heeft wel degelijk een transformatie ondergaan. Met dank aan Michelle Obama (51), die weleens de geschiedenis in zou kunnen gaan als de meest baanbrekende First Lady die Amerika ooit heeft gekend. Niet eerder zag het Witte Huis een bewoonster die hoelahoepte op het gazon, die designerjurken combineerde met highstreet-vestjes en die danste op televisie in de Ellen DeGeneres-show. En sinds Jackie Kennedy zag het Witte Huis geen First Lady die zoveel vrouwen inspireerde met de manier waarop ze zich kleedde.
Een stijlicoon is ze niet, vindt ontwerper Edouard Vermeulen van Natan, die vele staatsvrouwen kleedt, onder wie koningin Máxima en de Belgische prinses Mathilde. ‘Een stijlicoon is iemand met een wat minimalistische stijl, tijdloos en elegant. Iemand van wie je de kledij ziet en zonder dat je de persoon erin ziet, kun je zeggen wie het is. Michelle Obama heeft leuke dingen aan, maar ze verandert te vaak om van een stijlicoon te spreken.’
Dat Mrs O., zoals mevrouw Obama in modekringen al snel werd gedoopt, toch zo tot de verbeelding van magazines en vrouwen spreekt, komt wellicht juist doordat ze zich niet kleedt zoals ze zich behoort te kleden, maar zoals ze is. Stijl volgens Michelle Obama, schrijft Kate Betts in haar boek Everyday Icon (2011), ‘is weten wie je bent en niet bang zijn dit aan de wereld te laten zien.’
Beginnende ontwerpers
Mode, schrijft ook Peter Slevin in Michelle Obama: A Life, de biografie die afgelopen voorjaar verscheen, is een bepalend element in de status van Michelle Obama. Sinds Jackie Kennedy sprak een First Lady niet meer zo tot de verbeelding met haar kledingkeuzes, stelt Slevin. Michelle Obama doet dat al sinds die koude winterdag in 2009. Voor de inauguratie van haar man droeg de nieuwe First Lady of the United States (ook wel Flotus, in de Amerikaanse volksmond) een ensemble dat bestond uit een kanten jurk tot op de knie en een bijpassende wollen jas. De kleur was opvallend: een zachte tint geel, die door de ontwerper Isabel Toledo wordt omschreven als citroengras: ‘De kleur van optimisme, van verandering.’ Natuurlijk was die kleur bewust gekozen, evenals de ontwerper, van wie niemand nog had gehoord.
Beide keuzes bleken emblematisch voor de stijl van Mrs O. Toledo, een Cubaanse van origine, was een van de vele beginnende ontwerpers die door Michelle Obama in het zadel werden geholpen. Jason Wu is er ook zo een: de Taiwanese ontwerper was 26 toen Michelle Obama een jurk van zijn hand droeg op het eerste inauguratiebal – vanaf dat moment was hij beroemd. Net als Naeem Khan, een Indiase ontwerper die zijn label in 2003 lanceerde en een gevestigde naam is sinds Michelle Obama een met zilveren pailletten afgezette jurk van hem droeg op het eerste staatsdiner. ‘Het was ongelooflijk’, vertelde Khan later. ‘Ik was de avond van het diner de op twee na meest gegoogelde persoon in Amerika.’
En zo zijn er vele beginnende ontwerpers uit opkomende landen (Duro Olowu uit Nigeria, Roksanda Ilincic uit Servië, Jolibe uit de Dominicaanse Republiek) wier carrières een boost kregen doordat Michelle Obama een outfit van hen droeg. Ze weet heel duidelijk wat haar invloed is, en lijkt deze bewust aan te wenden om minder voor de hand liggende keuzes te maken – zoals zijzelf ook ooit een minder voor de hand liggende keuze was toen ze als zwarte vrouw naar Princeton ging, naar Harvard, naar het Witte Huis. Met haar kledingkeuze toont ze wat ze ook vaak in haar toespraken verkondigt: iedereen verdient een kans, blank of zwart, Amerikaans of immigrant, vrouw of man. Een bemoedigende boodschap voor hen die nog niet tot de gevestigde orde behoren.
Publieke sector
Een van Michelle Obama’s eerste toespraken, tijdens de campagne van haar man in Wisconsin in 2008, zou de boeken in gaan als historische blunder. Ze was nog niet door de mangel van de mediatraining gegaan en tot schrik van veel liberalen zei de First Lady in spe dat ze voor het eerst trots was op Amerika. In de storm die losbarstte in de media en op internet kwam mevrouw Obama naar voren als een ‘angry black woman’.
Ontroerend, inspirerend en minstens zo veelzeggend zijn de ontboezemingen die ze ook in die speech gaf: dat ze zo vaak te horen had gekregen dat ze niet goed genoeg was, om naar Princeton te gaan, naar Harvard, dat ze haar ambitie moest temperen. ‘En elke keer’, vertelde ze vurig, met precies die juist gekozen intonatie en pauzes waar de Obama’s het patent op lijken te hebben, ‘reikte ik verder dan de beperkte verwachtingen die mensen van mij hadden, naar dingen waarvan ik wist dat ik ze kon doen, en greep ik mijn plaats aan de tafel waar anderen zich zo gerechtigd toe voelden.’
En dat deed ze goed: na Harvard ging Michelle Robinson in één rechte lijn door naar een van de meest prestigieuze advocatenkantoren van Chicago, waar ze zich als een van de weinige zwarte vrouwen opwerkte tot advocaat in onder andere intellectueel-eigendomsrecht en waar ze in 1989 Barack Obama leerde kennen toen hij er een zomer meeliep als Harvard-student. Ze verdiende meer dan haar ouders bij elkaar ooit hadden verdiend en had een florerende carrière voor zich. Ze dacht dat ze het had gemaakt, zo zou ze in 2009 vertellen tijdens een toespraak in Washington: ‘Ik werkte op de 47ste verdieping van een van de hoogste gebouwen van Chicago, dus ik dacht: ik doe het kennelijk niet slecht.’
Maar toen gebeurde er iets wat haar deed besluiten van koers te veranderen. In maart 1991 overleed haar vader op 55-jarige leeftijd. Fraser Robinson was Michelles grote voorbeeld. Hij kreeg als jonge man al multiple sclerose, maar ondanks deze slopende ziekte – en ondanks zijn achtergestelde status als zwarte man in een toen nog gesegregeerd Chicago – werkte hij hard om zijn gezin te onderhouden en zette hij zich in als vrijwilliger voor de lokale Democratische Partij. Toen hij overleed, drong zich bij Michelle de vraag op wat zij eigenlijk met haar leven wilde. ‘Als ik morgen doodga, vroeg ik me af, zou ik dan willen dat dit mijn nalatenschap was? Een corporate carrière? Het antwoord was luid en duidelijk: absoluut niet. Dit was niet wat ik wilde achterlaten, dit was niet de reden dat ik naar Princeton en Harvard was gegaan, dit was niet waarom ik deed wat ik deed. Ik had meer te bieden.’
En zo kwam het dat Michelle in 1991, een jaar voordat ze Mrs Obama zou worden, haar bloeiende advocatencarrière inwisselde voor de publieke sector. ‘Ik wilde een carrière gebaseerd op passie in plaats van alleen op geld’, vertelde ze later aan The New York Times. Terwijl Barack lesgaf op de universiteit van Chicago en zich als politicus opwerkte tot de senaat van Illinois, werkte Michelle achtereenvolgens als assistent van de burgemeester van Chicago en later als founding director van Public Allies, een van de eerste zogenoemde AmeriCorp-instellingen die zijn opgericht om jongeren te stimuleren tot ‘community service’, eerst in Washington en inmiddels in dertig staten in Amerika. In 1996 verruilde ze deze politiek prestigieuze positie voor de universiteit van Chicago, waar ze het schopte tot Vice President of Community van het universitaire ziekenhuis. Michelle Obama had haar doel gevonden: ze wilde de wereld verbeteren, en deed dat met bovengemiddelde intelligentie en energie. Op één ding had ze echter nooit gerekend: haar man ging voor het presidentschap, en won.
Achter de president
Waar is die vrouw van toen gebleven, vragen sommige critici zich af. Michelle Obama zit nu ruim zes jaar in het Witte Huis, is volgens de peilingen populairder dan haar man, maar lijkt vooral bezig hem in het zadel te houden. Als ze al persoonlijke doelen heeft, gaan die over politiek weinig inhoudelijke zaken als obesitas en de vrouwen van militairen. Haar projecten variëren van een ‘fashion event’ voor aanstormend modetalent in het Witte Huis tot een ‘water challenge’, waarbij ze met jerrycans water over het gazon rent om Amerikanen aan te sporen meer water te drinken. De media schrijven overwegend positief over haar, maar toch vooral over haar gespierde armen (die ze tot afschuw van conservatievere modekringen graag toont), over haar pony (die ze liet knippen toen ze vijftig werd), over haar figuur, over de vestjes van J.Crew en Gap die ze combineert met jurkjes van Narciso Rodriguez en hoge pumps van Jimmy Choo, over de jurk van Oscar de la Renta die ze eindelijk droeg (na herhaaldelijke kritiek van de ontwerper zelf, die altijd geliefd was onder First Ladies en vond dat Michelle te weinig van Amerikaanse ontwerpers droeg).
Er is ook weinig inhoudelijks te melden over haar, althans op politiek gebied, en dat valt sommigen toch tegen van de eerste zwarte vrouw in het Witte Huis. Zoals Courtland Milloy, columnist van de Washington Post. ‘Genoeg over haar armen, haar, derrière en designeroutfits’, schreef hij na de Oscar-uitreiking van 2013, waarvoor Michelle Obama via een filmpje de Oscar voor de beste film bekendmaakte. ‘Deze vrouw zou gevraagd moeten worden voor een zetel in de Supreme Court, in plaats van als presentator van een Hollywood-wedstrijd.’ Dat zou ze zelf waarschijnlijk ook wel willen, alleen is dat geen optie voor een First Lady. ‘Het is bijna seksistisch te noemen’, zegt Twan Huys, Nieuwsuur-presentator en voormalig Amerika-correspondent voor Nova, ‘maar van de First Lady wordt verwacht dat ze zich niet al te zeer manifesteert, anders dan op het gebied van bloemschikken, literatuur of cultuur. Zodra je buiten dat kader treedt, zoals Hillary Clinton deed met HillaryCare, gaat het fout. Want jij bent niet gekozen. De president is gekozen. Het publiek verwacht dat je er bent, naast de president staat, maar het is niet de bedoeling dat je je met staatsaangelegenheden bemoeit.’
Haar invloed op de president lijkt desalniettemin groot, schrijft Christopher Andersen in Barack and Michelle, Portrait of an American Marriage (2012), waaruit Michelle naar voren komt als het morele kompas van Barack. Zij zou degene zijn die hem heeft overgehaald Joe Biden als running mate te nemen in plaats van Hillary Clinton (door hem te vragen: ‘Wil je echt Bill en Hillary zo dicht bij je in het Witte Huis? Kun je daarmee leven?’) en ze zou ook een doorslaggevende rol hebben gespeeld in de keuze van ‘Yes, we can!’ als slogan. Andersen stelt zelfs dat Barack niet zou zijn waar hij is zonder haar. ‘Dat wordt wel gezegd’, beaamt Huys, ‘dat zij eigenlijk meer power, ruggengraat en intellect heeft dan hij. Ik weet niet of dat zo is, maar wat ik wel interessant vind, is dat Barack in een matriarchaat leeft. Hij woont met zijn vrouw, twee dochters en schoonmoeder in het Witte Huis. Dat past ook wel bij hem: zijn vader is vroeg uit zijn leven verdwenen en Barack is opgegroeid in een vrouwenwereld. Dus ja, ik denk dat hij heel goed luistert naar Michelle.’
First Family
Het is in elk geval het beeld dat ze bij herhaling naar buiten brengen: dat van een team. Een team dat niet kapot te krijgen is, ondanks de ‘bumpy road’ die ze achter de rug hebben sinds ze het Witte Huis in gingen. ‘Ze hadden bij binnenkomst een heel goed huwelijk’, zegt Valerie Jarrett, ‘longtime friend’ en de huidige adviseur van de president, in een portret van het presidentiële koppel in de Amerikaanse Vogue uit 2013. ‘Dat is alleen maar sterker geworden doordat ze behoorlijk op de proef zijn gesteld.’ Zoals Barack in datzelfde portret zei: ‘Het klopt dat Michelle moest wennen aan een leven dat, laten we eerlijk zijn, niet per se was waar ze van droomde. Maar het is een vergissing te denken dat mijn vrouw klaarstaat als ik thuiskom en zegt: “Hé schatje, hoe was je dag, zal ik even je nek masseren?” Ze denkt niet in termen van: hoe kan ik het mijn man naar de zin maken? Nee, wij zijn een team, en zij is mijn zeer effectieve manager, die zorgt dat ik op tijd thuis ben voor het eten en mijn dochters op zondag naar het basketbalveld breng – daar komt het op neer.’
En daar komen eigenlijk al Michelles projecten op neer. Of ze nu gaan over obesitas of over meisjes die een opleiding moeten krijgen, uiteindelijk gaan ze allemaal over kinderen en het belang van familie. ‘You see, at the end of the day, my most important title is still mom-in-chief’, zei ze al tijdens de campagne in 2008, en ze vormen inmiddels een gevleugelde uitspraak. Een slimme uitspraak ook, die haar populair maakt bij verschillende gelederen van de Amerikaanse bevolking: niet alleen bij conservatieve Amerikanen, maar ook bij progressievere hoogopgeleide vrouwen die goochelen met de balans tussen werk en kinderen, en bij zwarte vrouwen die nog altijd meer worden gezien als oppas van blanke kinderen dan als moeder van eigen kinderen. Niet alleen overstijgt ze hiermee het imago van stijlicoon dat de Amerikaanse modepers haar zo gretig wil opspelden, ze brengt ook discussies over werk en kinderen en emancipatie en ouderschap op gang die door de Washington Post al tot ‘mom-in-chief-effect’ zijn gedoopt. En ze zet een nieuw beeld van de First Lady neer, want ook al valt haar stijlinvloed te vergelijken met die van Jackie Kennedy, komt ze net als Hillary Clinton uit de Ivy League en is ze voorkomend als Laura Bush. Een First Family die kinderen op de eerste plaats zet, heeft het Witte Huis niet eerder gezien.
Na het Witte Huis
Dat neemt nog steeds niet weg dat het voor een vrouw met het kaliber van Michelle Obama niet gemakkelijk moet zijn in de schaduw van haar man te staan. Er is die beroemde opmerking die ze volgens geruchten tegen Carla Bruni zou hebben gemaakt tijdens een diner: ‘Ik kan niet wachten tot ik ben verlost van mijn tijd in het Witte Huis, want het is een gevangenis.’
‘Of het waar is of niet’, zegt Twan Huys, ‘ik denk wel dat ze blij zal zijn als het afgelopen is. Haar carrière heeft wel acht jaar in de ijskast gestaan. Voor een vrouw met haar talent, opleiding en maatschappelijke positie moet het een ramp zijn te worden gereduceerd tot de strijd tegen obesitas en dansen bij Ellen DeGeneres. Volgens mij is zij een extreem getalenteerde vrouw van wie we pas na het presidentschap zullen zien wat ze echt kan.’ Hoe precies, dat weet nog niemand. Maar Huys heeft al wel een vermoeden: ‘Ik denk dat ze allebei veel activistischer zullen worden en zich veel meer zullen inzetten voor rassengelijkheid. Daar is tijdens het presidentschap niet veel van gekomen, dat is een veel te brandbaar onderwerp. Maar ik denk dat Michelle zich na 21 januari 2017 ontpopt als een leider.’

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen