De opkomst van betaalbare, snoerloze hifi wordt over het algemeen bejubeld, maar een handvol verdedigers van het ultrahoge segment houdt moedig stand. Gemak en minimalisme zijn de vijanden van geluidskwaliteit, zeggen zij.
Misschien kent u er nog één in uw kennissenkring: de muziek-aficionado die een aparte luisterkamer heeft ingericht met bakbeesten van buizenversterkers (voor- en eind-), manshoge luidsprekers en een platenspeler die een aanzienlijk deel van het besteedbaar jaarinkomen heeft opgeslokt. Deze audiofiel zweert bij tweekanaals-stereo en is onverzadigbaar op zoek naar de perfecte weergave van het Rolling Stones-concert dat hij of zij in de jaren tachtig bijwoonde in Parijs.
Deze fanaticus behoort tot een uitstervend ras. Zijn gouden eeuw, waarin hifi-componenten en elpees pontificaal in de woonkamer tentoongesteld werden en soms zelfs vereerd als relikwieën, is voorbij. De massa vraagt om platte designkastjes, kleine witte kubussen die zonder veel moeite weggewerkt kunnen worden in het interieur. Zo plat mogelijke speakers verstopt in plafonds en muren. De massa wil draadloos, en digitaal.
Een van de belangrijkste drijvende krachten achter deze hifi-revolutie was de laatste jaren het Amerikaanse bedrijf Sonos. De drie oprichters verzonnen een systeem dat bestaat uit een handvol in plastic uitgevoerde bouwsteentjes, die via wifi met elkaar praten en muziek in elke kamer kunnen spelen op afroep van de iPhone. Ze worden gelauwerd als goeroes; pioniers die de markt voor multiroomaudio naar de massa hebben gebracht.
‘Het zijn handige jongens’, vindt Theo Pruijs, maar daar houdt de lof wel zo’n beetje op. Pruijs geldt als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het hoogste audiosegment in Nederland: hij automatiseerde menig Amsterdams grachtenhuis van top tot teen, van thuisbioscoop tot klimaatbeheersing en verduistering. Een klus van een paar ton is voor hem niet ongewoon. Hij is nog altijd het meest trots op het feit dat hij ooit vier Goldmund-platenspelers verkocht voor een ton per stuk, in guldens, welteverstaan.
Draadloos is taboe
‘De Sonos-generatie weet nauwelijks nog hoe een vleugel hoort te klinken en heeft weinig met muzikaliteit. De liefde is eruit’, vindt hij. Pruijs is nu bezig met een klant met een woonhuis van 1500 vierkante meter aan de Amsterdamse gracht. Draadloos is taboe voor deze klus: naar elk vertrek leidt een ouderwetse draad. Hij gebruikt in deze bovencategorie nog altijd versterkers van € 40.000. ‘Daar hang je geen Sonos-kastje aan. De keten moet van begin tot eind goed zijn.’
Beschikbaarheid
Draadloos is de vijand van kwaliteit, vindt ook Caspar Bunge, importeur van hifi-componenten in het hoogste segment. ‘Als je klankkleur, middengebied en derde harmonie wilt horen, moet je niet kiezen voor digitaal.’ Het verval is volgens Bunge begonnen met de komst van de mp3, daarna volgde de trend van draadloze streaming van muziek. De kwaliteit wordt al bij de bron afgeknepen: muziek hoeft niet meer beter te klinken, maar moet beter gecomprimeerd kunnen worden. Met een groot aanbod dat snel over internet te versturen is.
De distributie van die muziek is niet meer het domein van de muziekindustrie, maar van Spotify, het onlangs gelanceerde Apple Music en het opkomende Deezer. Alles draait om beschikbaarheid, het gevoel alle muziek te ‘hebben’ die er is, zegt Bunge. En dan niet om er vervolgens aandachtig naar te luisteren, maar om te ‘draaien’ als achtergrondmuziek; als behang voor een gezellig avondje met vrienden. ‘Voor tien euro per maand heb ik alle muziek van de wereld, denken mensen. Maar het is juist een verarming. Ze kopen eigenlijk helemaal niets. Ze kopen knopbevrediging.’
Het idee van kwaliteit verschraalt, daar zijn de experts het wel over eens. En toch neemt de muziekconsumptie toe, want geluisterd wordt er nog wel. Het grote verschil met vroeger is dat het voor de meeste consumenten niet meer uitmaakt op wat voor apparaat er afgespeeld wordt. Digitale muziek is de maat der dingen. Maar liefst 164 miljard liedjes draaiden de Amerikanen in 2014, allemaal van internet. De cd is passé. En hoewel vinyl in de lift zit, is er met negen miljoen verkochte elpees in 2014 geen sprake van een substantiële markt.
Toch schuilt in die cijfers en in de draadloze trend ook een reden tot optimisme. Want: ‘De kwaliteit van streaming neemt toe’, zegt Bunge. Na de lage resolutie van de mp3 kwam er Flac en nu kiezen steeds meer kritische luisteraars voor DSD, een nieuwe manier van bestanden comprimeren. Ook voor Spotify zijn alternatieven. Tidal en Qobuz beloven een veel betere kwaliteit dan standaard streamingdiensten.
De Amerikaanse hifi-autoriteit en schrijver Jon Iverson behoort tot de school van optimisten. Zijn theorie is dat de massa de richting bepaalt, en dat audiofielen altijd zullen blijven volgen om perfectie te brengen. Dat gaat ook nu weer gebeuren, voorspelt hij. De digitale wereld is ‘de grootste kans voor audiofielen tot nu toe’.
Caspar Bunge blijft sceptisch. ‘Theoretisch klopt dat, maar hogere kwaliteit vraagt zoveel rekenkracht dat het geluid eerder gruiziger klinkt. Muziek krijgt scherpe randjes die er niet zijn op bijvoorbeeld vinyl. Daar zit het gevoel. Daar ga je van huilen.’
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen