Alle begin is klein. Die natuurwet geldt voor zowel het heelal als het leven, maar ook voor een massaal sportevenement als de New York Marathon morgen. In 1970 liepen zo’n 130 atleten vier ronden door Central Park. Iets meer dan vijftig bereikten de eindstreep en de winnaar kreeg een opgelapte honkbalbokaal, die jarenlang in een kast stof had staan verzamelen. Maar tegenwoordig doet de race alle vijf wijken van de metropool aan en vorig jaar finishten ruim 50.000 deelnemers.
De groei van New York staat ook symbool voor het hardlopen zelf. Na zeven jaar was de marathon met 4812 atleten de grootste ter wereld. De afgelopen vier decennia vertienvoudigde dat aantal dus, en zonder beperkingen zouden de straten uitpuilen. Toen ik eind jaren negentig de marathon twee keer zelf liep, viel het me op dat de meeste Amerikanen geen belangstelling koesterden voor de toplopers. Het door winnaars geobsedeerde volk drukte één dag per jaar de maatschappelijke verschoppelingen aan de borst als de ware helden van de marathon: een hoogbejaarde vrouw die het parkoers in twee dagen aflegde, met halverwege een hotelovernachting; een Vietnamveteraan zonder benen die de marathon in 81 uur op zijn handen ‘liep’ of een man die op zijn zeventigste was opgegeven door zijn artsen, ging rennen en op zijn 92ste voor de achtste keer de wedstrijd voltooide. De media stonden er vol mee in de aanloop naar de marathon.
Met deze ‘winnaars’ kon de gewone Amerikaan zich identificeren: mensen die met hun geest en wilskracht de beperkingen van het lichaam wisten te slechten. Zij stonden met beide voeten op de grond, waar de – vooral Afrikaanse – toplopers overheen leken te zweven. Ik vond het jammer te horen dat ook New York uiteindelijk ten prooi viel aan de druk om een finishlimiet in te stellen. Nu moeten alle deelnemers binnen achtenhalf uur binnen zijn.
Geen plek meer dus voor zieken en zwakken die met de geest het vlees overwinnen. Daar is New York kennelijk te groot voor geworden. Uit armoede berichtten de kranten daarom maar over een goed getrainde atlete die straks al vingerbreiend – want naalden zijn verboden – de ruim veertig kilometer af zal leggen. Dat is de categorie mensen met wie we ons nu vereenzelvigen.
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen