Een gevangenis is de passende omgeving voor de manifestatie Hacking Habitat, met kunst over de controlesamenleving. Het is er vol en chaotisch, maar gelukkig staan er wel een paar verdraaid goede kunstwerken tussen.

Waarom willen internetwinkels je leeftijd weten als je iets bestelt? Nergens voor nodig. Maar je moet iets invullen: ‘verplicht veld’. Dus zit er niets anders op dan 1900 in te tikken bij het geboortejaar. Een seconde van subversieve triomf.
Over dat gevoel van terugpakken van de controle en het ondermijnen van het systeem gaat de tentoonstelling Hacking Habitat in Utrecht. Uitgangspunt is dat de westerse mens verstrikt raakt in een digitaal web. Hoe opener en toegankelijker de wereld wordt voor de gewone burger, hoe meer hij in de gaten wordt gehouden en hoe vaker zijn acties worden vastgelegd.
Geen gemakkelijk onderwerp voor een tentoonstelling, maar wel zeer relevant. Er zijn veel kunstenaars die zich met dit thema bezighouden. De naam van de tentoonstelling, Hacking Habitat, verwijst naar het begrip ‘life hacking’, waarmee het verzet wordt aangeduid tegen de algoritmes en de CCTV-camera’s die ons leven beheersen. Heel toepasselijk is de expositie opgesteld in een gevangenis waarin tot zeer recent nog delinquenten zaten. De streepjes om de dagen te tellen staan nog op de celmuur.
Hacking Habitat bevat dus activistische kunst, maar dat wil niet zeggen dat je er niet ontroerd door kunt raken. Bijvoorbeeld door de Democratic Portraits van Paul Alberts uit 1994. In dat jaar mocht, voor het eerst sinds de apartheid, iedere volwassen Zuid-Afrikaan die zich kon legitimeren naar de stembus. Maar sommige inwoners op het platteland hadden geen legitimatie. Ze bestonden officieel niet. Alberts gaf meneer Noe uit Verkeerde Vlei en mevrouw Mojahi uit Bultfontein hun ticket tot volwaardig burgerschap.
Je schiet ook vol bij de video van Andres Serrano uit 2013. Serrano zocht de bedelaars in New York op en nam voor wat geld het kartonnen bordje over waarmee ze hun situatie uiteenzetten voor voorbijgangers. ‘2 $ short of a meal’. ‘Spare change for some change’. De montage van al die verschillende smeekbedes levert een schrijnende aanklacht op tegen de gevolgen van de kredietcrisis.
Er valt ook veel te lachen in Hacking Habitat. Melanie Bonajo maakte speciaal voor de expositie een hilarische video met ouderen die voor het eerst van hun leven een selfie maken. Harun Farocki, de Duitse filmmaker die in 2014 overleed, is vertegenwoordigd met Ein neues Produkt. In deze documentaire horen we de holle frasen waarmee een managementadviesbureau het concept van de flexplekken op kantoor probeert te slijten.
Behalve volschieten en lachen kun je in Hacking Habitat griezelen (Roy Villevoye maakte een wassen beeld van de jonge Hitler), je opwinden van woede, meezingen met strijdliederen, huilen van verdriet, solidariteit betonen met onderdrukten, via een handleiding contact leggen met je medemens en meewerken aan het ontrafelen van door WikiLeaks openbaar gemaakte diplomatieke post over Nederland.
Hacking Habitat is een initiatief van de Stichting Niet Normaal van Ine Gevers, die om de paar jaar een tentoonstelling maakt. Vorige edities gingen over handicaps (wie is ‘normaal’) en over de vraag hoe kunst het milieu kan redden. Behalve een curator mag je Ine Gevers rustig een activist noemen. Niet van de drammerige soort, maar wel iemand met een missie. Je vergeeft het haar omdat ze kunstwerken van zulk hoog niveau bij elkaar weet te harken, maar die persoon die de wereld wil verbeteren, kan zich doorgaans slecht inhouden.



Ook bij deze tentoonstelling schuimen de goede bedoelingen weer over de rand van de pan. Het is héél véél kunst, waarbij lang niet altijd duidelijk is hoe die nu precies in het thema past, en dan helpt de kruip-door-sluip-doorlogistiek van de gevangenis ook nog niet mee. Alleen al aan video is er 21 uur aan materiaal te zien. Is dat erg? Nou, het zorgt er wel voor dat bezoekers de wat minder hapklare, poëtische werken voorbij zullen lopen.
Zwanger van symboliek
Zo vulde de Belg Filip Berte een van de cellen met werk (Un-Home, 2015) dat hij maakte in een asielzoekerscentrum in het Zwitserse Vallorbe. Honderd jaar geleden was dit gebouw een ‘grand hotel’ voor rijke toeristen; Berte vond ansichtkaarten op eBay. Daarna was het lange tijd een kazerne voor soldaten die de grens bewaakten. Het gebouw is dus zwanger van symboliek, wat Berte nog eens versterkt door afbeeldingen van een grot in de buurt van het hotel, en een camera obscura. De asielzoekers zitten in limbo, in een tussenwereld, thuis en niet-thuis tegelijkertijd. Ze zien uitsluitend de schaduwen van de realiteit, net als de bewoners van Plato’s grot. Het is typisch een installatie waar je wat langer de tijd voor moet nemen, tijd die je niet hebt, omdat je nog zoveel andere kunstwerken wilt zien.
Als je als bezoeker dan toch moet kiezen, sla dan in ieder geval één werk niet over: The Refusal of Time van William Kentridge. Het is ook niet gemakkelijk over het hoofd te zien, want het vult de hele gymzaal aan het einde van de tentoonstellingsroute. Muziek, animatie, schimmenspel, film, alles komt voorbij onder de basketbalring en tussen de touwen en de paardenbok. The Refusal of Time vertelt het verhaal van het ontstaan van tijdzones en de synchronisatie van klokken, waarmee we overal in de wereld gedwongen werden in de pas te lopen – weer zo’n systeem waartegen het moeilijk vechten is. Maar Kentridge weet het zo mooi te verbeelden dat je als een rijker mens naar buiten stapt.