De Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson maakt grote kunstwerken, meestal in opdracht van een overheid. Zijn werken zijn toegankelijk, ook letterlijk: ze zijn vaak bedoeld om te betreden, om erdoor omhuld te worden. En te ervaren dat hier een idealist met dadendrang aan de slag is geweest.

Hij ziet eruit als de wiskundeleraar uit de onderbouw. Dikke bril, wit overhemd, gedekt kapsel en een leren jasje dat zijn presentatie wat kracht moet verlenen. Tijdens zijn TED-toespraak uit 2007, van een schamele negen minuten, produceerde Olafur Eliasson onnavolgbare zinnen als ‘De grens verplaatsen tussen wie de auteur is, en wie de kijker’ en ‘Een idee dat tolerant is ten opzichte van zowel individualiteit als collectiviteit’.
Maar kijk je een tweede keer, dan zie je opeens een heel andere man. Iemand met een enorme dadendrang en een groot verantwoordelijkheidsbesef. Die de kunst ziet als een gemeenschappelijk bezit. Die kunst maakt om mensen ervaringen te geven en de wereld te verbeteren. Het duurt even, maar dan komt het moment dat het volstrekt logisch wordt dat hij groene kleurstof in een rivier gooit om te bewijzen dat ‘ruimte ook tijd heeft’.
Olafur Eliasson, die in 1967 in Kopenhagen werd geboren uit IJslandse ouders, praat als een architect; de meeste architecten verpakken hun boodschap ook in hermetische formuleringen. Maar wat Eliasson maakt is precies het tegenovergestelde. Zijn kunst is zeer toegankelijk, vaak zelfs letterlijk, omdat je zijn kunst moet betreden om die te ervaren. Eliassons beroemdste werk is The Weather Project in de turbinehal van Tate Modern in Londen (2003). Het trok in een halfjaar tijd meer dan twee miljoen bezoekers. Die wilden allemaal beleven hoe het is om in een mistige hoge ruimte naar een artificiële zon te kijken en naar zichzelf, als engelen gereflecteerd door de spiegel aan het plafond.
Breakdancekampioen
The Weather Project is het drukst bezochte hedendaagse kunstwerk ooit. Ook andere monumentale kunstwerken van Eliasson spreken onmiddellijk aan bij een groot publiek, of het nu gaat om de regenboogkleurige wandelgang op het dak van een museum, de watervallen die hij laat kletteren rond Manhattan en in Versailles, de smeltende gletsjerblokken die hij neerlegt bij een klimaatconferentie, het rivierbed dat hij stort in een museum, of de tunnel die hij laat begroeien met geurende planten.
Eliasson maakt ook kleinere werken, waar je niet door, in of over kunt, maar die je evengoed fysiek moet ervaren. Hij heeft een vast repertoire: geometrische bouwsels van draden of ijzeren strips, lampen met gekleurd geslepen glas, bollen (sferen), spiegels, kleurenwijzers, dingen met mist, water en ijs, stukken drijfhout, en installaties met schaduw en licht. Veel werken hebben een titel die begint met ‘Your’: Your Chance Encounter, Your New Bike, Your Waste of Time. Dit is democratische kunst. Eliasson betrekt de kijker in het complot (zie kader).


Als veertienjarige was Eliasson breakdancekampioen van Scandinavië. Als je zijn wat houterige voorkomen ziet kun je je dat nauwelijks voorstellen. Hij praat bijna zonder gebaren. Toch werken zijn tomeloze energie en zijn betrokkenheid bij de wereld als een magneet. Hij heeft een grote schare bewonderaars en hij mag Bill Gates, Michael Bloomberg en Kofi Annan tot zijn kennissen rekenen. Ook is hij regelmatig te gast op het World Economic Forum in Davos.
Jonathan Safran Foer, de Amerikaanse schrijver, noemt zijn vriend Olafur in een interview in The New York Times ‘overweldigend’. ‘Als ik een uur met hem heb doorgebracht, heb ik het gevoel dat ik een tukje moet doen, want hij is nieuwsgieriger dan wie ook die ik ooit heb ontmoet, en hij heeft een nog groter geloof in het vermogen nuttig te zijn en dingen te veranderen. Hij leeft met de brandende haast van iemand die net van de dokter een slechte uitslag heeft gekregen.’ Eliasson heeft in 2014 meegewerkt aan de balletbewerking van het boek Tree of Codes van Jonathan Safran Foer.
Eliassons werk is aards. Het gaat over de natuurlijke fenomenen, over licht, kleur, water, over ingewikkelde geometrische figuren. IJsland is ook aards, het is het land van vuur en ijs, met een extreem beweeglijk klimaat. Als het weer je niet bevalt, zeggen ze in IJsland, moet je vijf minuten wachten.
Kun je daarom zeggen dat het werk van Eliasson typisch IJslands is? Ja en nee. IJsland heeft hem ongetwijfeld gevormd. ‘Alles in IJsland is drama’, zei Eliasson tegen The New Yorker. ‘In 75 procent van de tijd dat de zon op is, is in IJsland de schaduw langer dan het voorwerp dat die veroorzaakt.’
Eliassons ouders scheidden toen hij vier jaar oud was; zijn vader keerde terug naar IJsland, hij bleef met zijn moeder in Denemarken. Tijdens de vakanties bij zijn vader leerde Olafur fotograferen. ‘Alle dingen die ik moest doen, waren Deens’, zegt hij, ‘alle dingen die ik wilde doen, waren in IJsland.’ Het werk uit het begin van zijn carrière zit vol mos, gletsjers en geisers. Ook zijn bewustzijn van de kwetsbaarheid van de aarde is ongetwijfeld door zijn IJslandse achtergrond gevoed, ook al was het smelten van de gletsjers in zijn jeugd nog geen acuut probleem.
Deense mentaliteit
Toch is het, verrassend genoeg, volgens Eliasson zelf de Deense mentaliteit die een sleutelrol speelt in zijn kunst. ‘De omstandigheden waaronder ik opgroeide in Denemarken, in een samenleving die werd gevormd door pseudoprotestantisme en door de idealen van de middenklasse en de welvaartsstaat, zijn belangrijker dan de natuur’, zei hij tegen Der Spiegel. ‘Het individu was minder belangrijk dan het collectief. De aanvaarding hiervan, als een bron van spanning, heeft me beïnvloed. Afgezien daarvan is het ook typisch Scandinavisch om te denken: ik ben niets, en de natuur is alles. Die houding had ik ook. (...) IJsland is een unieke natuurbeleving.’
Overigens kun je Eliasson inmiddels ook wel een Duitse kunstenaar noemen, want hij heeft er gewoond en werkt er al zijn halve leven. Na zijn afstuderen aan de kunstacademie van Kopenhagen richtte hij in 1995 een ‘werkplaats’ op in Berlijn. Studio Olafur Eliasson is uitgegroeid tot een bedrijf met honderd mensen in dienst. Het is een wonderlijk collectief van timmerlieden, elektriciens, smeden, architecten, wetenschappers, grafisch ontwerpers, kunsthistorici en filmers, die permanent aan het bouwen en onderzoeken zijn.
De geliefde thema’s – licht, geometrie, water, kleur – leveren steeds nieuwe probeersels op, en sommige daarvan groeien uit tot kunstwerk. Het immense werk Notion Motion, dat eens in de vijf jaar een halfjaar vijftienhonderd vierkante meter in beslag neemt in Museum Boijmans in Rotterdam (nu weer te zien), was niet de eerste keuze. Oorspronkelijk zou Eliasson het museum bedekken met tonnen lavastenen, maar kort voor de opening bleek uit berekeningen dat de vloeren van het Boijmans daaronder zouden bezwijken. Geen nood, Eliasson had nog wel wat anders ‘liggen’ in zijn studio.
Kinderen uit Ethiopië
Werken doet hij nog steeds in Berlijn, maar sinds hij een gezin heeft woont Eliasson weer in Kopenhagen. De kinderopvang is gewoon beter in Denemarken, zegt hij, en de levensstandaard is er hoger. Maar er is nog een reden. Met zijn vrouw, de kunsthistorica Marianne Krogh Jensen, heeft de kunstenaar een jongen en een meisje geadopteerd uit Ethiopië. Volgens Eliasson heerst er in Berlijn een voelbare, ziekelijke angst voor mensen met een donkere huidskleur. Daar wil hij zijn kinderen niet permanent aan blootstellen.
De kunstenaar is een typisch product van zijn tijd, waarin de behoefte om de wereld beter achter te laten gepaard gaat met zakelijk instinct. Samen met zijn vrouw heeft Eliasson een project gestart, 121Ethiopia, dat het leven van wezen in dat land moet verbeteren. Maar dat is niks vergeleken met zijn project Little Sun uit 2012, waarin hij samen met de Deen Frederik Ottesen een ledlamp ontwikkelde die op zonne-energie brandt. Van de grappige lamp zijn er inmiddels honderdduizenden verkocht, de meerderheid in museumwinkels en op popfestivals. Voor iedere Little Sun die in het rijke Westen wordt verkocht kan een kind in een Afrikaans dorp zonder elektriciteit bij een Little Sun zijn huiswerk maken. Zo’n twintig mensen in de studio in Berlijn zijn permanent bezig met het product.

Op het cv van Studio Olafur Eliasson staat onder meer de realisatie van een kunstopleiding, het Institut für Raumexperimente, die hij oprichtte in samenwerking met de Berlijnse kunstacademie en na vijf jaar in zijn eentje voortzette. De studio bestierde daarnaast een succesvolle architectuurpraktijk, runde een uitgeverij en hield een kudde IJslandse schapen. Die laatste zijn geslacht en hun wol is verwerkt in twintig ‘seculiere gebedsmatten’. Typerend voor de mentaliteit van de studio is de beurs die Eliasson in 2012 uitschreef voor Berlijnse politici. De kunstenaar vond dat ze te weinig van kunst begrepen. Guido Brendgens van Die Linke won de beurs en was een halfjaar zijn gast in Studio Olafur Eliasson.
Het leven in de studio heeft iets van een commune. De meeste medewerkers hebben een vage taakomschrijving als ‘Prototype & Production’ en er heerst een opgewonden, vrolijke sfeer. Het schijnt dat je kunt zien wie het langst in dienst is bij Eliasson, want die medewerkers zijn zo gezond. Dagelijks wordt voor iedereen een biologische en vegetarische lunch gekookt. Studio Olafur Eliasson heeft zelfs een kookboek uitgebracht.
Boze Rotterdammers
Het is Eliasson in bepaalde kringen wel kwalijk genomen dat hij werk heeft ontworpen voor BMW (een auto onder een kooi van ijs) en ook een ruimtelijk kunstwerk met spiegels en licht heeft geleverd voor het nieuwe, door Frank Gehry ontworpen museum van Louis Vuitton in Parijs. Eliasson doet die kritiek af als ‘elitaire onzin’. Hij voelt zich niet te goed voor commerciële opdrachten; een kunstenaar moet per definitie met zijn werk de boer op. ‘En kijk eens goed naar mijn kunst, die is niet bepaald marktvriendelijk. Wie koopt er nu een regenboog?’
Er is overigens wel een particuliere verzamelaar, de Duitse ondernemer Christian Boros, die tientallen werken van Eliasson heeft aangekocht. Maar het grootste deel van Eliassons inkomsten verkrijgt hij doordat overheden hem met publiek geld opdrachten geven.
Rotterdam bijvoorbeeld leek daar ook toe te behoren. De stad vroeg hem een kunstwerk te maken op het plein voor het nieuwe station. Veel Rotterdammers vonden zijn ontwerp van twee wereldbollen te groot en intimiderend: #pleurtopmetjeballen. Onlangs besloot de gemeenteraad dat het kunstwerk niet doorgaat. Typerend voor Eliasson is zijn opgewekte reactie op de boze Rotterdammers. ‘Het zijn bewoners die bezorgd zijn over hun ruimte en dat vind ik eigenlijk best mooi. (…) Ik zou ze willen bedanken voor het creëren van een publiek debat.’
Eliasson nu te zien
‘Notion Motion’, t/m 17 okt, Museum Boijmans, Rotterdam
Paleis van Versailles, t/m 30 okt, Versailles, Frankrijk

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen