Onno Aerden beschrijft wekelijks zijn belevenissen als Man van de Wereld.
ilt u even wachten naast de balie?’
De jongen van het beveiligingsbedrijf, die in deze kantoorkolos voor receptionist speelt, wijst zonder me aan te kijken naar een hoekje naast de witgelakte balie. Een hoekje zonder stoel of bank, goed in het zicht van de man en van de bezoekers die zich na mij bij hem melden. En bovendien pal naast de drie tourniquetjes, die de volgende horde vormen voor het binnentreden van het gebouw.
Ik heb hier een afspraak.
Zojuist is mijn rijbewijs gescand; ik besta dus, dat scheelt alvast. Maar nee, mijn naam duikt niet zomaar op in het computersysteem. ‘Met wie? O, die staat er ook niet in. Een externe misschien? Ik ga voor u zoeken, wacht u ondertussen hier.’
Ik mag al wel een pasje. ‘Wilt u dat goed zichtbaar dragen?’
Straks misschien.
Vooralsnog laat ik het plastic geval onbewust door mijn handen gaan terwijl ik denk: leve de hekjesgeest. Mogelijk nog dodelijker voor de creativiteit dan de hokjesgeest, waar ons land toch al om bekendstaat. Die twee geesten hebben één ziel: zonder hokjes geen hekjes immers – en omgekeerd.
Hekjesgeest: je zult bloeden voordat je binnen bent. Wij, insiders, doen er intussen alles aan om je status als bezoeker, als buitenstaander, te benadrukken.
Er loopt een man door de draaideur naar binnen. Hij groet joviaal de beveiliger, zwierig zijn pasje tonend: goed volk. Maar dan gebeurt het. Het hekje geeft geen millimeter mee als hij het pasje over het daartoe bestemde vlak laat glijden. De glimlach verstrakt, de man probeert het nogmaals, ineens de schlemiel van de entreehal. Achter hem stond een dame al met haar pasje klaar, zij kiest monkelend voor het andere tourniquetje en verdwijnt een lift in.
De man kijkt wanhopig naar de beveiliger, maar die geeft geen krimp: er moeten nieuwe bezoekers worden gemeld. Er rest hem niet anders dan achteraan in de rij te gaan staan.
Ik bekijk hem zo onopvallend mogelijk: hoelang werkt hij hier al? Intern, vermoed ik zelfs: hekjesgeest maakt geen onderscheid.
Dan verschijnt mijn afspraak, aan de andere kant van de tourniquets. ‘Joe’, zegt hij in de richting van de beveiliger. Die kijkt een fractie van een seconde in de richting van het bastion, drukt dan onzichtbaar op een knop en daar zoeft zomaar een hekje open. Ik mag.
‘Nog een heel gedoe, binnenkomen’, pers ik eruit.
‘Ach, je moet eens bij mijn andere opdrachtgevers langskomen’, glundert de man. Ik vraag maar niet verder.
‘Weet je wat?’ zegt hij dan. ‘Het is mooi weer. De koffie is verschrikkelijk hier. We gaan naar buiten, terrasje pakken. Geef je je pasje wel meteen even af?’
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen