e duizenden mensen die eerder dit jaar in de Amsterdamse Ziggo het openingsconcert van de wereldtournee van Armin van Buuren bijwoonden, kregen een verrassende slotact. Ze zagen de dj met een tas vol platen het podium oplopen om zijn bekende beats met een vinylset te draaien. Die zet past binnen de ontwikkeling die de muziekbranche doormaakt. Alle grote artiesten, inclusief Adele en Justin Bieber, brengen tegenwoordig hun muziek ook uit op vinyl. En dat wérkt. De platenverkoop in de Verenigde Staten beleefde vorig jaar zijn hoogste cijfers sinds 1988, het jaar waarna de vinylmarkt door de komst van de cd rap afgleed. Bijna zeventien miljoen stuks gingen over de toonbank. Ook in Nederland werkt vinyl aan een opmars. Anton Speijers (44), winkelmanager van de Amsterdamse muziekwinkel Concerto, vergelijkt die verschuiving met de ontwikkeling van grote biermerken. ‘Voorheen maakte Heineken gewoon bier plus één of twee varianten, totdat kleine brouwerijen met hun speciaalbieren aan terrein wonnen. En dus maakt Heineken nu ook speciaalbier.’ Met andere woorden: de aandacht voor onderscheidende producten groeit.
Waar diverse restaurants speciaalbieren zijn gaan schenken, richt een bepaalde groep dj’s zich nu op platen. Praktisch zijn die lp’s niet, want waar de digitale dj alleen zijn usb-stick hoeft in te pluggen, sjouwen dj’s als Antoon Ozinga (44) met gemak dertig kilo vinyl mee. Dat hebben ze er graag voor over, want de meerwaarde zit ’m volgens Ozinga in het geluid. Uit zijn tas haalt hij platen van Louis Armstrong en Rita Reys tevoorschijn. ‘Geen van hen is perfect’, vertelt Ozinga, die onder de artiestennaam Meneer Funkel zijn verzameling van 2.500 jazzplaten door het hele land draait. ‘Soms hoor je een kraak, klinkt het gruizig of slaat-ie over. Die charme heeft digitale muziek niet en dat verschil hoort de luisteraar.’ Maar dat is niet het enige onderscheidende. Vinyl roept ook een vertrouwd gevoel op. Zo groeiden Ozinga en zijn generatie op met platen. Ook draaien lp’s om beleving: de geur van de hoes, de typografie op de omslag en het gevoel daadwerkelijk iets in handen te hebben. ‘Noem het een hang naar vroeger, maar het is zo fijn muziek beet te kunnen pakken in plaats van een nummer aan te klikken op Spotify.’
Onder de radar
Naast Ozinga zijn er meer liefhebbers die alleen vinyl draaien, maar wie zijn deze dj’s en waar treden ze op? Allereerst gaat het hoofdzakelijk om mannen, weet Anton Speijers. Hij ziet ze dagelijks in zijn zaak voorbijkomen: dertigplussers die al jaren bezig zijn een collectie op te bouwen. ‘Vrouwen verzamelen ook, maar dan andere dingen.’ Lachend: ‘Liever schoenen of boeken.’ Olivier Meijs (38) is medeoprichter van DJ School Amsterdam en noemt de dj-wereld vooral een mannenbolwerk. ‘Om daar tussen te komen moet je soms je tanden laten zien. Vrouwen vinden dat vaak lastiger en haken dan sneller af.’
› Tips voor de thuisdraaier ‹
• Schaf een goede platenspeler aan. Geen model met plastic naald, die krassen je platen kapot. Beter zijn de modellen van Stanton en Pro-Ject.
• Verzamel een stevige basiscollectie. Met veertig platen stel je al een prima set samen.
• Wees zuinig; vermijd vette handen en plaats na gebruik de hoes weer om de plaat.
• Omarmd door de een, verguisd door de ander: maak platen schoon met een piepklein beetje afwasmiddel op een zacht sponsje. Spoel ze daarna af met lauwwarm water.
Vinyldj’s staan meestal niet op megaconcerten of –festivals, die mijden ze. Veel liever draaien ze platen voor andere vinylfans en daar passen specifieke cafés en kleinere festivals beter bij (zie kader). Speijers: ‘Juist door op kleine locaties op te treden blijven ze een beetje onder de radar. Bij te veel bezoekers worden hun optredens gemeengoed en dat willen ze niet. Dan haken ze af.’
Een enkele vinyldj verdient er goed aan, maar de meesten doen het als veredelde hobby. Miljoenenverdiensten, zoals hun digitale evenknieën, blijven achterwege omdat ze simpelweg te klein zijn. Niet alleen daardoor is het aantal vinylcursisten bij Meijers zo laag (5 procent van het totaal), ook noemt hij hun manier van draaien onpraktisch en achterhaald.
Hoe dan ook: plaatjes draaien is één, maar het oog wil natuurlijk ook wat. En dus dragen dj’s achter hun draaitafel passende kleding. House-dj’s spiegelen zich, in de woorden van Speijers, het meest aan het heersende modebeeld. ‘Je wilt natuurlijk niet in je spencer achter de draaitafel staan.’ In andere muziekhoeken, zoals rock & roll, gaan kledingvoorschriften weer veel minder op. ‘Daar kan eigenlijk alles.’ Voor Ozinga nooit makkelijke jeans of t-shirts, maar altijd een klassiek pak met bijpassende stropdas. Behalve tijdens ons interview bij café Hofman aan het Janskerkhof in de Utrechtse binnenstad. Het is een zonovergoten dag en de terrassen onder de Hollandse lindes zitten vol. Door de deuropening waaieren zijn jazzklanken naar buiten. Het jasje blijft uit en vooruit, deze ene keer mogen de teenslippers aan. Het is tenslotte eindelijk goed weer.