Wie vijf jaar geleden een cactus in de vensterbank had staan, werd hardop uitgelachen. Tegenwoordig staat het stekelige plantje in elke modieuze boetiek en in ieder hip restaurant, is het te zien op kledingstukken en hebben we het weer thuis op tafel.
Winkels, restaurants en kantoren doen ook een duit in het zakje. We zien ze in de vertrekhal van een vestiging van flexwerkplek WeWork in Amsterdam, op de bar van het Amsterdamse hipstercafé Skek, maar ook in de etalage van de Xenos. Daar blijft het niet bij. Je komt ze zelfs tegen op platenhoezen, zoals die van het album Stiff van rockband White Denim, waarop cactussen uit een – jawel – gebreide damesonderbroek verrijzen. De Britse ontwerper Paul Smith presenteerde eerder dit jaar tijdens de meubelbeurs in Milaan zijn versie van de cactuskapstok van het merk Gufram. Smith verrijkte het ontwerp met zijn befaamde strepen. Ook populair: cactussen als dessin op kleren. Zo draagt zanger Pharrell Williams cactusshirts van het merk Cactus Brand Flea Market.
Waarom houden we opeens zo van de cactus? Kenner Ad Berends (67) kijkt al zijn hele leven naar plantentrends. Volgens Berends voorziet de cactus met zijn stekelige uiterlijk gek genoeg in een behoefte aan vrolijkheid. ‘Cactussen hebben rondingen, verschillende kleuren en vormen. En ze doen denken aan zon en vrijheid.’ Ook niet onbelangrijk, volgens Berends: je hoeft hem maar weinig water te geven. ‘Planten vinden we leuk, maar onderhoud, daar hebben we al jaren een broertje dood aan.’
Cactofiel
De cactus werd na de ontdekking van Amerika naar Europa gebracht. Eerst gold hij als een exclusief accessoire voor de gegoede burgers die wilden pronken met uitheemse planten. Ze bouwden grote kassen voor hun cactusverzamelingen. Vervolgens groeide de cactus geleidelijk uit tot een plant voor iedereen. Opvallend is dat de cactustrend eens in de dertig à veertig jaar lijkt terug te keren. In de jaren dertig kon je cactusplaatjes verzamelen bij Verkade, en in de hippietijd van de late jaren zestig was de cactus ook weer hip – of beter gezegd: groovy. Net als nu.
Dat onderschrijft cactuskweker Hans Biesheuvel (68) uit Lexmond. De inmiddels gepensioneerde cactofiel heeft al sinds 1975 een cactuskwekerij. Sinds de jaren tachtig verkocht hij steeds minder plantjes, tot dit jaar. Verkocht hij vorig jaar in totaal nog rond de vijfhonderd cactussen, in 2016 zijn het er nu al meer dan tweeduizend. ‘Bij de cactus werkt het zo: voor je het weet, ben je eraan verslaafd’, zegt Biesheuvel.
Een kleine veertig kilometer verder, in Rotterdam, ligt ondernemer Danny Proper (47, ‘Ze kennen me hier als Danny de Cactus’) in een luie stoel voor zijn cactuswinkel. Geïnspireerd door bijzondere plantenwinkels die Proper tegenkwam op reizen door India, Thailand en Maleisië, besloot de Rotterdammer 21 jaar geleden zijn eigen cactus- en curiosawinkel te openen. ‘Er waren toen honderden bloemenzaken in Nederland, maar geen enkele cactuswinkel’, zegt hij. ‘Veel mensen vonden ze maar lelijk, maar misschien juist daarom vond ík ze zo mooi.’ Niet alleen in zijn winkel, maar ook thuis had Proper al snel meer dan honderd cactussen staan. Tot ergernis van zijn vrouw: ‘Mijn vrouw gaf me de keuze: de cactussen eruit of ik.’ Het werden de cactussen, hoewel hij er inmiddels thuis toch weer een stuk of vijftig heeft staan. Ook Proper heeft de cactushype opgemerkt. ‘Elke bloemenzaak zie ik volstaan met cactussen’, zegt hij. Toch ziet hij de nieuwe klanten vooral naar Ikea gaan. ‘Maar als de hype over is, ben ik weer de enige die cactussen verkoopt’, zegt de ondernemer. Als die Ikea-klanten dan cactussen willen, zullen ze weer naar hem moeten, redeneert hij.
Op cactusreis
Voor de echte cactusliefhebber maakt het niet uit of het plantje in de mode is. Die trouwe fans vind je bij cactus- en vetplantenvereniging Succulenta, zoals Ludwich Bercht (67). ‘Elk jaar ga ik met een vriend op cactusreis naar Zuid-Amerika. Vier weken lang iedere dag de natuur in; plantjes bekijken, op zoek naar bijzondere soorten.’ Ook bij Succulenta-voorzitter Frans Mommers (70) spelen tijdens zijn reizen cactussen een rol. ‘Als mijn vrouw en ik een mooie cactus zien tijdens een vakantie, gaat de rem van de auto erop. Dan is het deur open en foto’s maken. Prachtig!’
Hype of geen hype, cactuskweker Biesheuvel blijft iedere dag trouw in zijn cactuskassen werken, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Een leven gewijd aan zo’n stekelige plant, dat is toch op zijn minst opvallend? Terwijl hij door de kas met duizenden planten loopt, klein, groot, groen of in bloei, concludeert hij: ‘Ze zijn een beetje stekelig, maar ja, dat zijn we als mens ook weleens, of niet?’
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen