Ze zijn bepalend voor een schilderij, de kleuren, en vaak het resultaat van grondig denkwerk. Maar wat wij zien is vaak iets anders dan wat er ooit was.
Door Evelien Lindeboom
We denken ze te kennen, de schilderijen van Van Gogh, Rubens en Rembrandt. Maar veel van deze werken zijn zo van kleur veranderd, dat we het origineel nauwelijks zouden herkennen.
‘Vandaag de dag zijn pigmenten veel stabieler dan vroeger. Vooral op oudere schilderijen, maar ook in de moderne kunst tot begin 20ste eeuw, zien we vaak dramatische kleurveranderingen’, vertelt scheikundige en onderzoeker Katrien Keune, die als specialist in kleurveranderingen in schilderijen verbonden is aan het Rijksmuseum en de Universiteit van Amsterdam.
Wat zij door haar microscoop ziet als ze naar een schilderij kijkt, lijkt in niets op de wereld die de kunstenaar op het doek tot leven bracht. Hier speelt zich een heel eigen verhaal af, van pigmenten en bindmiddelen in verschillende lagen, die chemische processen aangaan met elkaar en hun omgeving. Hoe veel conservatoren ook kunnen doen om kleuren succesvol te behouden en herstellen, veel veranderingen vallen simpelweg niet terug te draaien; ze worden onderdeel van het werk.
Saul en David (1650-1655), Rembrandt van Rijn, collectie Mauritshuis
Aan het einde van zijn leven verloor Rembrandt zijn vrouw, zijn zoon en zijn vermogen. Dat hij in die periode donkere kleuren gebruikte, en dat de achtergrond van zijn schilderijen uit die tijd veelal donkerbruin is, was dus verklaarbaar: Rembrandts zware gemoed zou direct in zijn werk terug te zien zijn. Totdat Petria Noble, hoofd van het schilderijenrestauratieatelier van het Rijksmuseum, en haar team in recent onderzoek op smalt stuitten in onder meer Saul en David en Het Joodse bruidje.
Smalt is een glasachtig poeder, met kobalthoudende elementen. Het werd vaak gebruikt ter vervanging van het veel duurdere ultramarijn, dat ongeveer dezelfde kleur blauw opleverde.
Een nadeel van smalt is de verkleuring die na verloop van tijd optreedt, van blauw naar grijs of bruin. Vlakken die nu donkerbruin en bijna ondefinieerbaar zijn, zoals de gordijnen op de achtergrond van Saul en David, waren dus ooit veel helderder van kleur.
Dat Rembrandt aan het einde van zijn leven depressief was, is hiermee niet uitgesloten, maar zijn werk was dat zeker niet.
Portret van een jonge vrouw (1620-1630), Peter Paul Rubens, collectie Mauritshuis
De rode strik op de hoed van de jonge vrouw die Rubens portretteerde, past mooi bij haar bleke huid en rode lippen. Maar wie goed kijkt, ziet dat er een grauwe waas overheen ligt. De strik werd geschilderd met vermiljoenrood, op basis van kwiksulfide, een helder en dekkend pigment dat veelvuldig is gebruikt, maar waarvan de kleurkwaliteit relatief snel achteruitgaat.
Dit gebeurt in twee fasen, vertelt Keune. In eerste instantie verandert het rood in zwart, om vervolgens juist wit te worden. De strik bevindt zich op het punt waarin beide fases zichtbaar zijn; hij verliest zijn oorspronkelijke, heldere middentoon en krijgt een stoffige uitstraling. ‘Het is net alsof de jonge vrouw een eeuwenoude strik op haar hoofd heeft. En dat heeft ze in feite ook.’
De slaapkamer (1888), Vincent van Gogh, collectie Van Gogh Museum
Nadat Vincent Van Gogh zijn slaapkamer in Arles had nageschilderd, beschreef hij zijn kleurkeuze nauwgezet in een brief aan zijn broer: ‘De muren zijn bleekviolet. Op de vloer liggen rode plavuizen. Het hout van het bed en de stoelen is geel als verse boter. Het laken en de kussens heel helder citroengroen. Het dek scharlakenrood. Het raam groen. De toilettafel oranje, de waskom blauw. De deuren lila.’
Het schilderij moest bij de toeschouwer ‘de geest tot rust brengen’, schreef de schilder aan zijn broer. En daarom had hij alle kleuren in dezelfde ‘toon’ gekozen. Wie nu naar het schilderij kijkt, ziet iets anders. Het opvallendste verschil is de verschoten vloer. Die is allang niet meer oranje-rood, maar paars-roze. En ook uit het violet en lila van de muren en deuren is rood weggetrokken, een overheersend blauwe kleur achterlatend.
Muriël Geldof, specialist conservering en restauratie voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, deed onderzoek naar de kleurverandering in zo’n honderd Van Goghs, waaronder De slaapkamer. Het rood dat de schilder gebruikte voor de muren en de lakens, vertelt ze, was een relatief nieuw type synthetische verf, waarvan hij al vermoedde dat de kleur zou afnemen. ‘Maar dat weerhield hem er niet van de verf te gebruiken, hij bracht hem gewoon extra dik aan.’
Descente des vaches (1834), Théodore Rousseau, Mesdag Collectie Den Haag *
Snel nadat Rousseau het schilderij Descente des vaches voltooid had, begon het in zijn geheel te verkleuren tot een donker geheel. De belangrijkste oorzaak was de manier waarop het was geschilderd, vertelt onderzoeker Katrien Keune. Het werd opgebouwd uit lagen van diverse bindmiddelen. Die gingen een chemische reactie aan met de pigmenten, waardoor de kleurenrijkdom zichzelf verwoestte. Gelukkig is aan een voorstudie nog te zien hoe het werk bedoeld was.
* Niet meer te zien. De voorstudie hangt in Musée de Picardie, Amiens
De arbeid (houthakker) (1905), Jan Toorop, collectie Gemeentemuseum Den Haag
Jan Toorop werkte volgens de kleurentheorie van Chevreul, die stelt dat men bepaalde kleuren moet combineren om ze tot hun recht te laten komen. Zo moesten de complementaire kleuren rood en groen naast elkaar gebruikt worden. Gek genoeg paste hij die theorie niet toe in De houthakker. Of deed hij dat toch?
Onderzoekers vonden onlangs sporen van rood in de bruin-paarse verf op het doek, vertelt curator Frouke van Dijke van het Gemeentemuseum. Dit bruin-paars zou dus helderrood geweest kunnen zijn. De bruine en brokkelige delen op het doek waren bovendien ooit geel. Cadmiumgeel wordt namelijk wit of bruin. Het schilderij is dus ooit vele malen frisser, groener en levendiger geweest.
Meer over kleur
Op 18 en 19 november vindt in het Rijksmuseum een NWO-Science4Arts- symposium plaats, onder andere over kleur,
Meer lezen? Onlangs verscheen het boek Blauw Groen, Verf, het gezicht van de kunst door Monica Rotgans, Uitgeverij Waanders, 368 blz., € 55.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
1 reactie
Interessant. Ik vroeg me altijd af waarom die beschrijving van Van Gogh niet "klopte". Soms vond ik het irritant dat de huidige kleuren niet of veel minder verschieten. Kan verkeren.
Reactie niet ok? Meld misbruik bij de redactie.