De meeste ruzies lossen zich vanzelf op. Als dat onverhoopt toch niet lukt, zijn er professionals: mensen die van verzoenen hun beroep hebben gemaakt, of de onmin nu op kantoor, bij een scheiding of in de familie speelt.
‘Ruzies op het werk komen voor op alle niveaus’
‘Je hoeft echt geen vrienden te worden met je collega’s of te weten wat ze uitspoken op vrijdagavond. Maar wat ik bij veel grote bedrijven zie, is het tegenovergestelde: werknemers die ontzettend weinig interesse tonen in elkaar. Terwijl het helpt als je weet hoe een collega reageert in een stressvolle situatie, en waarom hij dat doet. Veel leidinggevenden durven geen teams te bouwen met mensen die van elkaar verschillen. Ze willen snel succes en zo min mogelijk gedoe. Dus kiezen ze voor een afdeling vol gelijkgestemden. Maar niemand is hetzelfde, dus die conflicten ontstaan vroeg of laat toch.’
‘Ruzies op het werk komen voor op alle niveaus. Het begint met een onschuldige irritatie, en ettert dan door totdat het niet zomaar meer op te lossen is. Eer ik erbij geroepen wordt, is het soms al maanden aan de gang. Dat kost niet alleen tijd en geld, het beïnvloedt privélevens en kan de werksfeer echt verzieken.’
‘Vaak ontstaan ruzies in verandertrajecten. Zoals bij de multinational waar ik bemiddelde. Een werknemer werd manager van zijn afdeling. Een van zijn ex-collega’s kon niet verkroppen dat zijn maatje nu zijn leidinggevende werd. Hij ging volstrekt zijn eigen gang en klaagde voortdurend over hem tegen zijn collega’s. Er moesten behoorlijk wat gesprekken aan te pas komen – met veel gesteun en grote gebaren. Maar uiteindelijk kwam er begrip bij beide partijen. De meeste mensen willen heus wel bereidwillig en flexibel zijn in hun werk, als ze maar op waarde worden geschat. Want gezien worden, dát is wat iedereen, echt iedereen, het liefste wil. De manager vond dat hij niet serieus genomen werd, de collega voelde zich voorbijgestreefd en beknot in zijn vrijheid. Toen ze meer oog kregen voor de achtergrond van elkaars gedrag, kwam er wederzijds begrip. Bij de laatste sessie gaven ze elkaar eerst schutterig een hand, toen een paar schouderkloppen, die eindigden in een onhandige omhelzing. Prachtig vond ik dat.’
‘Voor mij als bemiddelaar zijn er altijd twee partijen en dus twee kanten van het verhaal, maar ook als vertrouwenspersoon ervaar ik dat nooit iemand honderd procent goed of fout is. Vaak begeleid ik slachtoffers van ongewenst gedrag op het werk: seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, pesten. Maar soms ook sta ik daders bij. Onlangs werd ik geraadpleegd door een man – mooie baan – die beschuldigd werd van seksuele intimidatie. Dat was even schakelen. Hij was met collega’s op stap geweest en had wat te veel gedronken. Met één collega was het wel heel gezellig. Zij bracht hem naar huis, waar hij haar intiem had aangeraakt. In eerste instantie leek er niets aan de hand, maar later bleek dat de vrouw zich toch overvallen had gevoeld. Haar leidinggevende trok meteen partij voor haar en op de werkvloer werd al volop over hem geroddeld. Na mijn inmenging is de zaak opnieuw onderzocht, en, heel belangrijk, kon ook mijn cliënt zijn verhaal doen.’
‘Op mijn achttiende ging ik rechten studeren; het tot hun recht laten komen van mensen zat er al vroeg in. Het zal te maken hebben met mijn jeugd. Ik ben een nakomertje, werd geboren nadat een van mijn zussen jong gestorven was. Mijn ouders uitten hun verdriet op hun eigen wijze. Mijn moeder gaf me alle aandacht, maar was ook erg bezorgd. Ze verdroeg het niet als ik emotioneel afstand nam. Mijn vader kon zich niet kwetsbaar opstellen en vond vooral mijn schoolprestaties belangrijk. Ik paste me aan. Het uiten van mijn gevoelens of geven van mijn mening bleef lang lastig voor me, ook in mijn werk. Na omzwervingen in het bedrijfsleven ging ik doen wat ik het belangrijkst vind: mensen leren eerlijk naar zichzelf en anderen te zijn.’
‘Inmiddels kan ik dichter bij mezelf blijven, ook in spannende situaties. Daar zijn geen trucjes voor; het gaat er vooral om dat je bepaalde gevoelens niet langer wegdrukt als ongewenst of ongepast, maar ze aanvaardt en beziet als een bron van zelfkennis. Dat maakt je vrij.’
‘Als je oprecht sorry kunt zeggen, heb je een wereld gewonnen’
‘Als mijn drie puberzoons bonje hebben, moet ik mijn best doen er niet tussen te springen. En ook in discussies met vrienden of bij conflicten tussen collega’s meng ik me er vaak in. Dat is natuurlijk niet altijd handig – ze moeten hun eigen ruzies oplossen. Maar het is vooral behoorlijk vermoeiend om altijd tussenbeide te willen komen. Dus soms kijk ik heel bewust de andere kant op.’
‘In mijn praktijk heb ik veel te maken met gecompliceerde scheidingen. Als stellen er zelf uit komen, hebben ze mij immers niet nodig. Het zijn hoogopgeleide, mondige mensen. Sterke persoonlijkheden ook. Meestal overheerst de redelijkheid, maar sommigen maken elkaar met woorden finaal af. Een cursus omgaan met grensoverschrijdend gedrag is in dit werk daarom geen overbodige luxe.’
‘Boosheid, verdriet of ronduit rouw: scheiden is niet alleen je liefdespartner verliezen, het is ook afscheid nemen van je gezin. Je hebt het gevoel dat je faalt. Als partner en als ouder. Dat is moeilijk te verteren; voor degene die verlaten wordt, maar voor de verlater net zo goed. Veel mensen onderschatten dat. Over gevoelens hoeven we het niet te hebben, hoor ik cliënten vaak zeggen. Onzin natuurlijk. Een liefdesrelatie kún je niet alleen maar zakelijk ontbinden. Het is mijn taak eerst ruimte te geven aan irritaties en grieven. Zeker als er nooit met een relatietherapeut is gesproken, is het van belang dat mensen hun hart tegenover elkaar luchten. Want alleen dan kan er een echtscheidingsconvenant getekend worden dat voor beide partijen – én voor de kinderen – het beste is. Maar het moet wel op een constructieve manier gebeuren. Dus vraag ik ze ook te reflecteren, te kijken naar hun eigen aandeel in het mislukken van de relatie. En erkenning te geven aan de ander. Als je oprecht sorry kunt zeggen, heb je een wereld gewonnen. Vanaf dat moment verandert de sfeer en kan het gaan over belangen in plaats van standpunten. Dan zijn we daarna meestal gauw klaar.’
‘Bij de eerste afspraak zorg ik er altijd voor dat mijn cliënten niet te lang samen in de wachtkamer hoeven te zitten. En voorafgaand aan het gesprek geef ik duidelijk de grenzen aan: niet schreeuwen, niet met spullen gooien. Emoties uiten mag natuurlijk wel. Laatst nog sloeg iemand zo hard op tafel dat de koffiekopjes door de lucht vlogen. Prima, lucht lekker op. Gelukkig kost het mij geen moeite mijn kalmte te bewaren, en ook onpartijdig blijven is geen probleem. Ik realiseer me waar die woede vandaan komt – onmacht – en dat er altijd een worsteling aan het besluit om te scheiden voorafgegaan is. Ik heb liever dat mensen zich uitspreken dan dat ze hun frustraties opkroppen. Als het echt te heftig wordt, ga ik koffie halen. Of ik maak een voorzichtig grapje voor de broodnodige lucht.’
Elk jaar een week samen weg
‘De meeste paren willen de boel zo snel mogelijk geregeld hebben, zodat er duidelijkheid komt voor de kinderen en ze weer vorm kunnen geven aan hun leven. Soms staat er na één gesprek inderdaad al een overeenkomst op papier, maar vaker zijn er vier, vijf afspraken nodig. Meestal zitten er een paar weken tussen; kunnen mensen even op adem komen. Maar een enkele keer gaat het dan juist mis: ik heb twee keer meegemaakt dat een cliënt zelfmoord pleegde. Dat was behoorlijk heftig. In beide gevallen was er al sprake van psychische problemen, maar het maakt goed duidelijk dat je de impact van een scheiding nooit moet onderschatten. In positieve zin word ik gelukkig ook verrast: drie echtparen hebben zich na mijn tussenkomst weer met elkaar verzoend.’
‘Bij de stellen die ik begeleid zijn er vaak affaires in het spel. Maar dat is nooit de oorzaak van de scheiding. Ze zijn uit elkaar gegroeid. Voelen zich in de steek gelaten, over het hoofd gezien. Je staat er versteld van hoe weinig koppels echt met elkaar praten. Voor ik trouwde met Marc gaf een collega het dringende advies elk jaar een week weg te gaan samen. Dat doen we dan ook braaf. Even weg van werk, kinderen, wassen draaien, dingen die moeten. Zo blijven we nieuwsgierig naar elkaar. Ik pretendeer niet dat mijn relatie perfect is, alsjeblieft zeg, maar dat ik dagelijks zie hoe het níét moet, helpt wel.’
‘Een familievete maakt je leven echt een stuk minder leuk’
‘Een lijmer? Ja, dat is een mooie term voor het werk dat ik doe. Familietherapie is mij op het lijf geschreven. Het is complex, dat vind ik interessant. En ik vind het bijzonder dat mensen me in vertrouwen nemen en hun probleem in mijn handen leggen. Het gaat erom goed te luisteren, geen partij te trekken. Daar is niemand bij gebaat. Als iemand naar doet tegen een ander, is dat niet alleen zíjn schuld. Vaak geeft die ander daar onbedoeld aanleiding toe.’
‘Verdriet, onzekerheid, slapeloosheid, concentratieproblemen: een familievete kan grote gevolgen hebben en maakt je leven echt een stuk minder leuk. Bijna elke ruzie begint bij twee personen, maar kan zich over de familie uitbreiden als een olievlek. Toch bemiddel ik in eerste instantie alleen tussen de mensen over wie het gaat. Ik nodig ze los van elkaar uit, of met hun partner, als die er is. Daarna vraag ik de partijen samen te komen. De sfeer is in het begin meestal nogal ongemakkelijk, explosief soms. Maar ik vaar daar wel bij: ik hou mijn hoofd gemakkelijk koel. Als de emoties hoog oplopen, breng ik de kalmte terug en vertaal in waar de ruzie echt om gaat. En dat is meestal niet het onderwerp van de strijd.’
‘Veel ruzies waar ik bij betrokken raak, ontstaan tussen schoonmoeder en schoondochter. Schoonmoeder heeft haar kinderen al opgevoed en gaat op dezelfde manier om met haar kleinkinderen; schoondochter vindt dat haar regels niet worden gerespecteerd maar durft daar niets van te zeggen. Soms kan een ogenschijnlijk klein akkefietje uitgroeien tot iets reusachtigs. Ik heb een familieruzie meegemaakt die draaide om een traphekje. Schoondochter had al een paar keer gevraagd of schoonmoeder een traphekje wilde ophangen voor als haar kind zou komen logeren. Maar schoonmoeder vertikte dat omdat ze heus wel uitkeek dat de baby niet in gevaar kwam.’
‘Ik zie vaak dat cliënten blijven steken in het vechten voor hun gelijk. Ze vergeten zich te verdiepen in de beweegredenen van een ander. En ze voelen zich niet gehoord, waardoor luisteren lastig wordt. Als de schoonmoeder meteen had gezegd dat ze de angst om de veiligheid van het kind begreep, en de schoondochter had benadrukt dat ze niet twijfelde aan de goede zorgen van oma, was de kou al grotendeels uit de lucht geweest. Veel mensen die ik begeleid willen alleen excuses horen. Maar dat moet het doel helemaal niet zijn. Het gaat om het herstellen van de familieband. Al zie je elkaar maar een paar keer per jaar voor een kop koffie, dan is dat altijd beter dan helemaal geen verstandhouding. Hernieuwd contact zal niet meteen als vanouds zijn. Bij iets wat gelijmd is, blijft de barst meestal zichtbaar. Maar hoe langer het achter de rug is, hoe minder dat opvalt.’
Niet tijdens het kerstdiner
‘Ik heb zelf een vrij leuke familie. En ook over mijn schoonfamilie mag ik niet klagen. Als er eens iets is wat me niet bevalt, breng ik als het even kan mijn onvrede gewoon ter sprake. Op een rustige manier, op een goed gekozen moment. Dus bij voorkeur niet tijdens het kerstdiner.’
‘Veel mensen vinden dat je kerst met familie moet vieren. Dat is traditie, dus dat hoort zo. Doe je niet mee, dan lijkt het net of het niet goed gaat en klopt het beeld van de “happy family” niet meer. Dus rijden we elk jaar weer al die kilometers en schuiven we keurig aan. Maar met kerst zit je aanzienlijk langer dan anders op elkaars lip, en dat is het voor velen een behoorlijke opgave. Als je dat maar op een eerlijke manier kunt uitleggen, zonder de ander nodeloos te kwetsen, lijkt me dat geen probleem. “Ik merk dat ik het zo druk heb dat ik dit jaar liever een keer met het eigen gezin kerst wil vieren”, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen. Het is altijd mogelijk ergens woorden aan te geven. Zelfs aan frustraties over kerst. Wacht er alleen niet te lang mee, want dan loopt het uit de hand.’
Styling: Analik / Unit C.M.A. Haar en Make-up: Patricia van Heumen / Angelique Hoorn management BV Assistent fotografie: Lara Struik Met dank aan: Restaurant de Kas