Jan Willem Versteeg (83) en Hetta Versteeg-Schönfeld (75) bewonen het pand sinds 1986, toen Jan Willem als verkoop- en marketingman bij Tomado in Dordrecht ging werken. Hetta deed en doet veel cursus- en vrijwilligerswerk. Na Tomado vond Jan Willem elders in het land emplooi, maar verhuizen was er niet meer bij. ‘Wij wilden hier blijven, hier waren we thuis.’
Toen zij het huis kochten was het in slechte staat, uitgewoond bijna, en de restauratie was een langdurige klus. ‘We zijn heel dankbaar voor de zorgen van Monumentenzorg’, zegt Jan Willem, ‘zij hebben ons enorm geholpen.’
Bouw en inrichting van het huis getuigen van de vele modes die in de loop van de eeuwen voorbij zijn gekomen. De ‘nieuwe’ klassieke voorgevel uit 1850 helt naar voren, zoals niet ongebruikelijk was in woon-pakhuizen, om het hijsen te vergemakkelijken. Het ornamentenplafond in de voorkamer stamt uit dezelfde tijd. Een grootse entree met boven de binnendeur Vrouwe Justitia (zonder attributen) en een voedende moeder met kind. Verschillende kamers achter elkaar, waaronder vermoedelijk een voormalig raamloos spiegelkamertje. ‘Bij een feest gingen alle deuren open en ontstond één grote ruimte’, licht Hetta toe.
De echte woonkamer is op de eerste verdieping, met ook hier een bewerkt plafond en een marmeren schouw. Een met glas overdekte lichtschacht in het midden van deze verdieping voorziet de omliggende kamers van daglicht.
Op de tussenverdieping nog een paar kamers en op de tweede verdieping een compleet appartement en een groot dakterras. De woonoppervlakte van 460 m² is verdeeld over twaalf kamers en drie keukens.
Achter het huis ligt een intieme stadstuin van 133 m², die aansluit op een half verborgen gemeenteparkje tussen de huizenblokken. Mooie grote bomen, heel veel rust, een tuinhuis en een garagebox.
‘We weten nog niet waar we naartoe willen. We zien wel’, vertelt Jan Willem. De vraagprijs is gezakt van 995.000 naar 890.000. ‘Dat was eenmalig, verder gaan we niet. Als het niet verkocht wordt, blijven we hier met veel plezier wonen. We genieten hier nog elke dag. Bovendien zijn we gehecht aan Dordrecht, zeker in dit stukje stad, met zijn gemêleerde bevolking.’