Na het tot bloei brengen en succesvol verkopen van twee kledingzaken in Nijkerk besloten Dick Roos en zijn vrouw Ida in 2009 terug te gaan naar zijn geboortegrond, het villadorp Oranjewoud, onder de rook van Heerenveen. Het dorp dankt zijn naam aan de Oranjes, die er in de 17de eeuw een landgoed aanlegden. Het is nu, met moderne villa’s, de goudkust van Heerenveen.
Te midden van die huizen valt dat van Roos op door zijn klassieke, strakke vormen. Alleen de nieuwstaat van de bakstenen, de andere materialen en het dak verraadt dat het huis jonger is dan de jongste oranjetelg. ‘Wij houden allebei van deze bouw’, vertelt Dick (63), ‘en we willen wel wat reuring om ons heen, dus we wilden niet in een hofje wonen, maar aan de weg. Toen we hier rondreden zagen we een oud huisje te koop staan, we besloten dit te kopen. We hoefden alleen maar even achter het huisje te kijken om te zien hoeveel grond erachter lag.’
Natuurlijk ging dit huisje tegen de vlakte, en ze wisten nog een flinke lap grond toe te voegen aan het perceel. Daar verscheen vervolgens de villa die ze in gedachten hadden: strak, rationeel, energiezuinig, met hoge plafonds, vloeren van Belgisch hardsteen en een wortelnotenhouten parketvloer. Het huis is met de beste materialen en tot in detail afgewerkt. De entree is een prachtige vide, waar een bordestrap naar de tweede verdieping leidt. De woonkamer en keuken zijn rechtlijnig en samen heel harmonisch. Een prettige plek om te vertoeven. Maar het echtpaar brengt het grootste deel van het jaar buiten door, op de ruime veranda, die met een lamellendak, screens en terrasverwarming van april tot oktober hetzelfde comfort biedt als de woonkamer. ‘We zitten hier dan de hele dag, we kunnen hier tv-kijken, lezen, praten en genieten.’
Onlangs heeft Dick Roos, bouwer als hij is, nog een bijgebouw met sauna in de ruime tuin laten neerzetten achter de bestaande garage, die in dezelfde stijl is opgetrokken als het hoofdgebouw.
Het echtpaar had dit ruime huis, met zes kamers, helemaal voor zichzelf laten bouwen. De kinderen waren immers al de deur uit. Maar de premisse was dat die wel zo vaak ze wilden allemaal tegelijk konden komen logeren. Het huis was de afgelopen acht jaar dan ook zelden stil.
Nog altijd komen de kleinkinderen regelmatig bij opa en oma logeren. Maar wat Ida en Dick Roos betreft is het toch nog niet vaak genoeg: ‘We missen de kleinkinderen en gaan weer terug naar het midden van het land’, verklaart Ida het besluit het huis te koop te zetten. ‘We houden van mensen om ons heen.’