Het Nederlandse duo Jaap Sinke en Ferry van Tongeren geeft de taxidermie een eigen draai. Hun werk is voor het eerst in een museum te zien.
Een boodschap? Nee, die hebben Jaap Sinke (1973) en Ferry van Tongeren (1969) van het duo Darwin, Sinke & Van Tongeren (DS&vT) niet. Hun taxidermische objecten zijn bijvoorbeeld geen aanklacht tegen het verdwijnen van de biodiversiteit.
‘Dat is niet de verantwoordelijkheid van de kunstenaar’, vindt Ferry.
‘Wel om mooie dingen te maken’, vult Jaap aan.Jaap Sinke‘Ons werk is emotioneel effectbejag’, stelt Ferry. ‘Dat is de boodschap: dat het ook mooi kan zijn. We poetsen de waarheid nog een beetje op.’
Zelden was er een groter contrast tussen de makers en hun product. De twee baardige Haarlemmers zijn kurkdroog. ‘Wij hebben niet veel met kunstpraat’, zegt Jaap. Maar de dieren die ze opzetten zijn exotisch, geposeerd en gestileerd. Ze zijn gemonteerd op antieke objecten, die niets met hun habitat van doen hebben. En in hun composities verwijzen ze eerder naar beroemde schilderijen dan naar de natuur. Ook voor de foto’s die DS&vT maken van het prepareren, draperen ze de dieren in een ‘onbekende pose’. Daarmee gooien de kunstenaars alle mores van de taxidermie overboord.

DS&vT doen wel meer anders dan gebruikelijk. Ze nemen nooit een voorgevormde mal, ze kneden en vormen voor ieder dier een nieuw lijf. Geen ‘spraybrush’, maar altijd de kwast, vele lagen, tot de snavel of poot glanst. Dit is niet het conserveren van dode dieren, dit is ‘fine taxidermy’.
Niet voor niets bieden ze hun werk aan bij een deftige antiekzaak in Londen, Jamb, en op de website 1stDibs, in de woorden van Jaap ‘de marktplaats voor “million dollar decorators”’. De beide oud-reclamemakers, die al twintig jaar samenwerken (Ferry verkocht in 2000 zijn bureau en besloot daarna taxidermist te worden, Jaap volgde hem), hebben hun markt goed ingeschat. Toen ze hun collectie in 2015 voor het eerst in een galerie in Londen te koop zetten, werd die in haar geheel opgekocht door kunstenaar Damien Hirst, voor zijn persoonlijke collectie. Dat feit wordt op iedere website waar werk van DS&vT op staat gememoreerd.

Gesamtkunstwerk
Voor het eerst zijn hun scheppingen nu in een museum te zien, in het 18de-eeuwse landgoed van Museum Oud Amelisweerd, waar ook de kunst van Armando onderdak heeft gevonden. ‘Het komt hier zó vreselijk goed tot zijn recht’, verzucht Ferry, bijna verbaasd, alsof hij dat niet verwacht had na anderhalf jaar voorbereiding. Op één schoorsteenmantelstuk met zeven dodelijke slangen na, dat geleend is van Damien Hirst, zijn alle taxidermische objecten speciaal voor deze ruimtes gemaakt.
Hij heeft gelijk, het geheel is beslist meer dan de som der delen. De tentoonstelling is een soort gesamtkunstwerk van landhuis, dieren en schilderkunst. De iriserende pauw van DS&vT tegen het decor van een zinderend blauwgroen landschap van Armando met op de achtergrond het 18de-eeuwse vogelbehang, het lijkt ervoor gemaakt.
Wrede trekjes
Het mooie is dat het werk van DS&vT als trait-d’union fungeert tussen de schilderijen van Armando en het huis. Het landgoed Amelisweerd werd gebouwd in een tijd waarin de mens enthousiast bezig was de natuur om hem heen, het wonder van God, te classificeren. Het hele landgoed, zowel buiten als op de behangsels binnen, is een lofzang op de natuur, die de mens naar zijn hand kan zetten. Kunstenaar Armando heeft een heel andere natuuropvatting. Bij hem is de natuur ongenaakbaar en meedogenloos, en het landschap schuldig, bijvoorbeeld in het geval van een concentratiekamp. Het heeft totaal geen zin je daartegen te verzetten.

De ensembles van DS&vT plooien zich daar precies tussenin. Aan de ene kant romantiseren zij het leven op aarde. De kroonduif, de rode ibis, de nandoe en de koningsfazant, bijeengebracht in de Fazantenkamer, hebben elkaar ‘in het echt’ nooit ontmoet, want ze leefden in andere delen van de wereld. Aan de andere kant idealiseren de kunstenaars de natuur beslist niet. Die heeft bij hen wrede trekjes. Op het Chinese behang zien we de mens jagen op een sneeuwluipaard. Bij de installatie van DS&vT in dezelfde kamer zijn de rollen omgedraaid: hun tijger heeft onder zijn klauw een jaarvogel geplet. Als je deze opgezette reuzenkat in de ogen kijkt, lopen de rillingen je over de rug.
Een opgezet dier in het interieur is hot. In Amsterdam is kortgeleden een winkel geopend tjokvol gevulde beesten en naturalia. Jaap Sinke en Ferry van Tongeren, die beiden de kunstacademie hebben doorlopen, gaan een stap verder. Hun ensembles vormen een ode aan het werk van 17de-eeuwse schilders als Rubens, Melchior d’Hondecoeter en Jan Weenix. Hun werk tilt de taxidermie naar een hoger plan, concludeerde de Britse Telegraph.
‘Ik denk dat we wel een eigen signatuur hebben’, zegt Ferry voorzichtig, ‘maar tegelijkertijd vind ik dat eng. Omdat dat ook muren zijn waartussen het moet gebeuren. En we zijn juist de reclame uit gegaan om te worden bevrijd.’
➺ Zie voor de exclusieve lezersaanbieding van FD Persoonlijk. Of kijk op www.finetaxidermy.com/fdlezersaanbieding
Darwin, Sinke & van Tongeren werken uitsluitend met dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven en die afkomstig zijn uit Europese dierentuinen, opvanghuizen of fokprogramma’s. Alle dieren zijn legaal en DS&vT beschikken over de benodigde papieren voor ze.
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van Het Financieele Dagblad over mensen, lifestyle, kunst, cultuur, mode en reizen.