Nederland heeft echt meer leuke, moderne steden dan de vier grootste. Drie stadsmensen over ‘hun’ Eindhoven, Leeuwarden en Zwolle. ‘Dankzij expats en studenten is Eindhoven veel internationaler en bruisender geworden.’
» Karin Smits (50) «
Is al 25 jaar eigenaar van restaurant De Luytervelde in Eindhoven.
Smits is geboren in Eindhoven.
Karin Smits: 'Het terrein met oude Philips-gebouwen is nu een trekpleister voor creatievelingen'
‘In het huis waar ik ben geboren, is De Luytervelde gevestigd. Voordat mijn ouders het kochten, was het een boerderij. Het was mijn moeders idee om in de oude paardenstallen een klein restaurant te beginnen, dat ik in 1992 heb overgenomen. Jarenlang kwamen directie en managers van Philips bij ons lunchen.
Tegenwoordig weten ook de toeristen ons te vinden. Daardoor merken we het meteen als er een evenement is in de stad. Tijdens lichtkunstfestival GLOW of de Dutch Design Week staat Eindhoven op zijn kop. Dan zitten we elke avond vol, maar tussen de bedrijven door probeer ik zelf ook een graantje mee te pikken van de festivals. Ik ben niet iemand die van tevoren het programma uitpluist en een route uitstippelt; ik ga de stad in en laat me verrassen.’
Het centraal station van Eindhoven.Foto: Hollandse Hoogte / Richard Brocken
› Meer tips van Karin Smits ‹
•
Intelligentia Ice op Strijp-S is niet zomaar een ijsboer. Hier proef je smaken als saffraan-pijnboompit-blauwe bes of limoen-koriander-rode peper.
•
Marilot by Lotte is Smits’ favoriete kledingwinkel. Eigenaar Lotte Drijvers verkoopt merken als Anecdote en Humanoid. ‘Ik ga altijd met iets bijzonders de deur uit.’
•
Kunst en Ko verkoopt kunst gemaakt door mensen met een beperking. Smits kocht er onlangs schaaltjes voor het restaurant.
•
Genieten van delicate bonbons kan bij chocoladejuwelier Coco & Sebas. ‘Ik dacht laatst: ik proef er eentje. Voor ik het wist, waren ze op.’
•
Station Eindhoven, een icoon van de modernistische wederopbouwarchitectuur, maakt plaats voor een nieuw station. Wie het oude nog wil zien, moet snel zijn.
‘Vroeger was Eindhoven echt een werkstad, alles draaide om Philips. Door de aanwas van expats en studenten is de stad internationaler en bruisender geworden. Voormalig bedrijventerrein Strijp-S is enorm in ontwikkeling. Met filmhuis Natlab, restaurant het Ketelhuis en designwinkels in de plint van de oude Philips-gebouwen is het een trekpleister voor creatievelingen. Het Bergkwartier is meer míjn wijk. Een klein dorp in het centrum, waar ik andere bewoners tref. Boodschappen doe ik er bij groenteboer Van Rooy, bakker Godfried de Vocht, waar je je brood lekker dik kunt laten snijden, of ik wip even binnen bij Proeflokaal de Gaper. Dat is zo’n plek waar alles en iedereen zich thuis voelt. Mijn vader komt er elke dinsdag om de krant te lezen, maar ik ga er ook gerust met mijn kinderen zitten. Ze serveren tientallen speciaalbiertjes, allemaal in het juiste glas. Om te eten ga ik naar Bistro Sophie. Daar neem ik altijd hetzelfde: de tartaar van zeebaars. Het eten is goed, de sfeer gemoedelijk.
Net open, maar ook een aanrader, is de nieuwe Down Town Gourmet Market. Een stel jonge, enthousiaste ondernemers heeft een soort “food court” opgezet, met wel 25 verschillende tentjes waar je allerlei hapjes en drankjes kunt halen. Lekker eten doe ik graag, maar ik zorg ook dat ik goed in beweging blijf. Ik sport eenmaal per week bij SX, in de voormalige glasfabriek op Strijp-S, en ik loop regelmatig hard in Genneper Parken. De koeien lopen er vrij rond, waardoor ik me op het platteland waan.’
‘Food court’ Down Town Gourmet Market.Foto: maxkneefel.nl
Vincent Walstra: ‘Je vóélt Leeuwarden groeien. Toeristen die het noorden bezoeken, gaan niet meer automatisch naar Groningen’
» Vincent Walstra (25) «
Is uitvoerend directeur van Ayold, dat consumenten en bedrijven verbindt aan specialisten uit de coating- en verfindustrie.
Woont dertien jaar in de Friese hoofdstad.
‘Moeten jullie niet in de Randstad zitten? Die vraag wordt me vaak gesteld. Nee, want Leeuwarden heeft juist veel voordelen. Het leven is er overzichtelijk, simpel. De perfecte omstandigheden om als ondernemer risico’s te nemen. Hier kun je rustig je ding doen.’
Het Post-Plaza Hotel.
‘Het eerste deel van mijn leven bracht ik in Hardegarijp door, een nabijgelegen dorp, omringd door weilanden en slootjes. Een heel fijne, veilige omgeving om in op te groeien. Als we maar op tijd thuis waren voor het eten, konden we doen wat we wilden. Daarbij vergeleken was Leeuwarden een enorme stad.
Toch heeft Leeuwarden heel lang niet écht een stad willen worden. Sinds de komst van burgemeester Ferd Crone, in 2006, is dat veranderd. Aan de opnames van The Passion in onze binnenstad, de lange rijen voor het Fries Museum tijdens de Alma Tadema-expositie, maar ook aan de hoeveelheid studenten en de stijgende werkgelegenheid vóél je dat de stad groeit. Volgend jaar zijn we zelfs culturele hoofdstad van Europa. Ik merk hoe de Friese nuchterheid hier langzaam omslaat in trots. Toeristen die het noorden bezoeken, gaan niet meer automatisch naar Groningen.’
Het Fries Museum, sinds 2013 gevestigd in een nieuw gebouw.
› Meer tips van Vincent Walstra ‹
•
Park Prinsentuin is dé plek voor een picknick. Huur op een mooie zomerdag een sloep en vaar de Dokkumer Ee op of ga richting merengebied Grutte Wielen.
•
Bij het Post-Plaza Hotel weten ze wat ‘in de watten leggen’ is. In het bijbehorende grand café maakt een goede vriend van Walstra koffie naar de klants voorkeur.
De Blokhuispoort was een gevangenis en is nu een bedrijvenverzamelgebouw. Walstra’s vrijdagmiddagborrel vindt plaats in Café de Bak.
•
Grand Café De Dikke van Dale is de stamkroeg van Walstra en zijn vrienden. ‘Na een paar biertjes begint het fantaseren over bedrijven die we zouden kunnen beginnen.’
‘Wie graag kennismaakt met de Friese kunst, cultuur en geschiedenis moet zeker naar het Fries Museum. Sinds 2013 zit het in een gloednieuw gebouw. Binnenkort opent er een tentoonstelling over Escher, waar ik naar uitkijk. Het oneindige in zijn werk spreekt me aan. En hij is een geboren Leeuwarder.
Het Fries Museum behoort tot de wijk Zaailand, mijn favoriete deel van de stad door de vele restaurants en terrassen. Als ik met mijn aandeelhouders ga lunchen, schuiven we aan bij Fellini. Ik bestel er steevast de clubburger kip. Of we gaan naar Roast, waar alles geroosterd is. Hele kippen van het spit, varkensnek, maar ook zeebaars.’
‘Eigenlijk is binnen de stadsgrachten elk straatje de moeite waard. Sla vooral de Kleine Kerkstraat niet over. Zelf loop ik daar altijd binnen bij kaaswinkel Zuivelhoeve, designwinkel Eric Steenbergen en de galerie van de excentrieke kunstenaar Bonny Dijkstra. Een fantastisch figuur die Leeuwarden kleur geeft met zijn onconventionele schilderijen. Ik ben bezig een werk van hem aan te kopen voor op ons kantoor.’
De Blokhuispoort.
Ralph Keuning: ‘In het mooie café van Grand Hotel Wientjes zitten hotelgasten, Zwollenaren en zakenlui door elkaar’
» Ralph Keuning (55) «
Is directeur van Museum de Fundatie, dat zich richt op beeldende kunst, van de late middeleeuwen tot nu.
Keuning werkt tien jaar in Zwolle en woont in Ermelo.
‘Voor ik mijn huidige baan kreeg, was ik één keer in Zwolle geweest. Het had toen een wat stoffig imago. Dat kun je nu niet meer zeggen, want de stad is enorm in de vaart der volkeren opgestoten. Dat heeft te maken met de uitstraling van sterrenrestaurant De Librije, de bruisende muziekscene met artiesten als Typhoon, Bertolf, Junte Uiterwijk en Rico, en het verbouwde Museum de Fundatie, dat de stad een nieuwe skyline heeft gegeven door de expositieruimte in de vorm van een ovaalvormige bol boven op het dak.’
Museum de Fundatie, met boven op het dak een grote bol waarin zich een expositieruimte bevindt.Foto: PhotoPress Images/Pedro Sluiter
› Meer tips van Ralph Keuning ‹
•
Schouwburg Odeon heeft een divers programma. Het interieur noemt Keuning ‘een 19de-eeuwse bonbonnière. Een mooie, barokke theaterzaal. Net Wenen.’
•
Voor Brood-fans is er de Herman Brood Experience. Een kruising tussen een museum, een galerie en een altaar, gevuld met muziek en kunst van de geboren Zwollenaar.
•
Reist u per trein naar Zwolle? Kijk dan even uit het raam om een glimp op te vangen van het nieuwe Gebouw X, het prijswinnende ontwerp van architectenbureau Broekbakema voor Hogeschool Windesheim.
•
Public heeft een kloostertuin, waar u in de zomer kunt lunchen tussen de historische gevels.
•
Het Langhuis is een springplank voor nieuw kunstenaarstalent. Keuning loopt er regelmatig binnen om nieuw talent te zien.
‘Ik noem Zwolle een minimetropool. Het is een compacte provinciestad, met een kosmopolitische sfeer, een echte moderne Hanzestad. Dat voel ik elke dag als ik door het museum rondloop, maar ook op een plek als boekhandel Waanders in de Broeren, gevestigd in de 15de-eeuwse Broerenkerk. Je kunt er rustig in de boeken neuzen, koffiedrinken, eten en lezingen bijwonen. Het is echt een totaalbeleving en ik kom er graag.’
‘Het grootstedelijke gevoel vind je ook bij Grand Hotel Wientjes, waar wij onze buitenlandse gasten vaak onderbrengen. Het is een wit, koloniaal ogend hotel met rode markiezen. In het mooie, bijbehorende café zitten hotelgasten, Zwollenaren en zakenlui door elkaar. Daar hou ik van. Het zit vlak bij het station. Sinds de aanleg van de Hanzelijn, tussen Lelystad en Zwolle, is het maar een uurtje reizen van Zwolle naar Amsterdam en andersom.’
‘Als er bij De Librije geen plek meer is, ga ik naar Poppe, een oude paardenstal die smaakvol is verbouwd tot restaurant. Laatst heb ik er nog een voortreffelijke zeewolf gegeten met kunstenaar Neo Rauch en zijn vrouw – in januari openen wij een overzichtstentoonstelling van zijn werk.’
‘Maar het hoeft voor mij zeker niet altijd chic. Rond het middaguur haal ik voor de lunch graag gewokte groenten bij Thai Wok & Go aan de Grote Markt. Bij mooi weer neem ik het mee naar Park Eekhout, achter het museum, om het zittend in het gras op te eten. Die plek voelt heel ontspannen.’
Gebouw X, een ontwerp van architectenbureau Broekbakema voor Hogeschool Windesheim.
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van Het Financieele Dagblad over mensen, lifestyle, kunst, cultuur, mode en reizen.