De rozen van Cy Twombly
De in 2011 overleden Amerikaan Cy Twombly schilderde aan het eind van zijn carrière enorme doeken met rozen. FD-redacteur Pieter Couwenbergh liet zich er in München door bedwelmen.
De in 2011 overleden Amerikaan Cy Twombly schilderde aan het eind van zijn carrière enorme doeken met rozen. FD-redacteur Pieter Couwenbergh liet zich er in München door bedwelmen.
Op het eerste oog lijkt het werk uit de losse pols geschilderd, in enkele bewegingen met een behoorlijk dikke kwast. En in grote haast gemaakt, want er is een gordijn van druipers zichtbaar. Wellicht heeft Cy Twombly de rozen in een hoog tempo op het doek gezet. Maar dan wel na een zorgvuldige bestudering van de bloem. Met een paar penseelstreken heeft de Amerikaanse schilder-fotograaf-beeldhouwer de essentie te pakken: de steeds wijdere onregelmatige cirkels met de afwijkende kleur van het hart.
Het werk mag op foto’s ogen als wat geklieder met verf, eenmaal staande voor de doeken wordt de toeschouwer het werk in gezogen. Negen meter breed en (naar schatting) tweeënhalve meter hoog lijkt er niets anders te zijn dan rozen: blauw, lichtgeel en vooral veel rood. Ruiken doen ze niet, bedwelmen wel.
Twombly heeft in 2008 als tachtigjarige de zes grote doeken geschilderd, met per doek vier rozen. Soms lijkt het alsof hij verschillende levensfases van de bloem verbeeldt. Het vierde doek, met drie rode en een groene roos, wekt de indruk dat de laatste verwelkt. Twombly heeft korte gedichten toevertrouwd aan de doeken, van Rainer Maria Rilke, T.S. Eliot en Emily Dickinson. Voor mij voegen die niets toe. De zeggingskracht van het werk moet van de kleur en de vorm van de bloemen komen.
De serie Untitled (Roses) is te zien op een expositie over het werk van de in 2011 overleden Amerikaanse kunstenaar in Museum Brandhorst in München. Twombly behoort tot de belangrijkste pijlers van dit particuliere museum, het bezit 170 doeken van hem. De kunstenaar heeft de hele bovenverdieping gekregen en de expositie is nog ten minste een jaar te zien.
Twombly is volgens de boekjes beïnvloed door Robert Rauschenberg, Willem de Kooning en Franz Kline, de abstract expressionisten. Na zijn vertrek naar Rome, in 1959, vond hij zijn eigen ‘handtekening’. De Middellandse Zee en de Europese en antieke geschiedenis werden vaste thema’s. Een van zijn beroemdste werken hangt ook in Brandhorst: Lepanto (2001), over de zeeslag in 1571 waarbij christenen de schepen van de Ottomaanse sultan in de pan hakten. Het zijn twaalf grote panelen met een intens geel, rood en turquoise. De zee kleurde die dag rood, schreef ooggetuige Cervantes destijds. En dat ervaar je bij Twombly.
In the Studio, t/m 26 augustus 2018, Museum Brandhorst, München.
In Nederlandse musea is Twombly’s werk goeddeels afwezig. Wellicht vanwege zijn status als controversieel kunstenaar, door Amerikaanse critici bestempeld als een kinderlijke krasser die schaamteloos verwijst naar klassieke dichters, en op zijn best een inspiratiebron is voor graffitikunstenaars. Het zal wel. De rozen raken mij.
Blijft alleen de vraag: waarom dit oubollige thema? Dan herinner ik me een gesprek met een rozenkweker in het Spaanse Alhambra. Hij wees me op de vele variaties, op de zorg en aandacht die de roos vraagt. De roos is symbool van liefde, sensualiteit en troost, maar ook van vergankelijkheid. Twombly, altijd op zoek naar symboliek, liet zich inspireren door Les Roses, Rilkes mijmeringen over de aardse tijdelijkheid. Door te kiezen voor 24opeenvolgende rozen die varieren in kleur en vorm laat ook de schilder de tijd vervliegen.
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van Het Financieele Dagblad over mensen, lifestyle, kunst, cultuur, mode en reizen.