‘Wil je een glas wijn? Chardonnay of sauvignon?’ Terwijl Paul Helbers (48) de wijn ontkurkt, is er tijd voor een snelle blik in zijn atelier in het derde arrondissement in Parijs. De ontwerper runt sinds twee jaar zijn eigen label: Helbers.
De vruchten van zijn vierde collectie hangen aan lange rekken in verschillende stijlkamers. Jasjes, truien, shirts en broeken in stemmige tinten als grijs, ossenbloed en wit. Op een stoel staat een schilderij van de impressionist Christopher Gee uit Sussex. ‘Dat beeld inspireerde me om voor de collectie voor volgend jaar zomer veel grijs te gebruiken’, vertelt Helbers terwijl hij de wijn inschenkt en nootjes op tafel zet. ‘Ongewoon om voor zomerkleren grijs aan te bieden, maar ik hou ervan. Het is geen wit, geen zwart, het is een veelzijdige en onderschatte tint waar veel mee te doen is.’
Paul Helbers
Is: een ontwerper die geen spektakelstukken hoeft te maken
Wil: best aan de slag bij Chanel
Heeft: een Nokia uit 2001
Vindt: mode te snel gaan
Gruwt van: de schijnwerpers
Die tint heeft hem in het verleden al succes gebracht. Zo geldt de introductie van grijs bij Louis Vuitton als een van Helbers’ prestaties. ‘Toen ik daar in 2003 aantrad, bestond het assortiment alleen uit bruine tassen met het bekende logo dat George Vuitton 130 jaar geleden heeft geïntroduceerd. De tassen ademden nostalgie, ik wilde een moderner geluid laten horen, waarmee we een nieuwe doelgroep konden aanspreken.’ Helbers kwam met Damier Gra- phite, een grijs geblokt dessin. Dat patroon is tot de dag van vandaag een van de succesvolste lanceringen van het merk.
Helbers, geboren in Rotterdam, doorliep de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. ‘Ik ben niet pur sang een modemens’, zegt hij. ‘Op de academie en bij Mac & Maggie, waar ik tijdens mijn studie werkte, heb ik mijn weg gevonden in de mode. Ik vind het spannend iets te maken. Schoenen, meubels, schilderijen, een huis. Ik hou van vormen, plasticiteit, afwerking en kleuren. In mode kan ik mijn ei kwijt.’
Creatief directeur Marc Jacobs applaudisseert voor Helbers in 2009..Foto: Reuters
In 2001 trad hij in vaste dienst bij het avant-gardistische modemerk Maison Martin Margiela. Zijn taak was een nieuwe draai aan het merk te geven. De collecties moesten technisch naar een hoger niveau en beter verkoopbaar worden. Van Margiela leerde hij conceptmatig denken: eerst een idee ontwikkelen en het dan pas uitvoeren. Helbers: ‘Regelmatig vroeg hij “Klopt de lengte, voelt de stof goed, zou je het aan willen?”. Die vragen stel ik mezelf nog steeds. Die werkwijze levert geen spektakelstukken op, wel artikelen die iets betekenen.’ In zijn geval ontwerpen zonder toeters en bellen: Helbers’ stijl kenmerkt zich door zuivere esthetiek.
Regelmatig vroeg Margiela: klopt de lengte, voelt de stof goed, zou je het aan willen? Die vragen stel ik mezelf nog steeds
Zijn gevoel voor smaak heeft hij te danken aan zijn opa, die badmeester was en creatief en handig met zijn handen. ‘Zijn schuur stond vol met gereedschap’, zegt Helbers. ‘Hij maakte foto’s op een rare manier, hij verzamelde en was zuinig. Als hij ons opzocht, kwam hij op de brommer in een tweedpak, rubber gecoate regenjas en gepoetste schoenen. Zodra hij binnenkwam, rook je een mix van schoensmeer, rubber, goedkope aftershave en benzine.’ Die stoere cocktail is te zien in zijn collecties.
Poloshirts en dekbedjassen
Het grijze Damier Graphite-patroon, vinding van Helbers.
Anders dan veel ontwerpers doet Helbers meer dan ideeën spuien en zijn ontwerpteam aanwijzigingen geven. Het liefst kruipt hij zelf achter de ontwerptafel. Hij wil de schaar op zijn lichaam voelen, testen of de zak diep en zacht genoeg is, omdat volgens hem juist in het handwerk het ontwerpplezier zit. ‘Ik wil begrijpen hoe een kledingstuk in elkaar zit en wil ook al onze patronen zelf maken.’ Ter illustratie laat hij de zak van een broek voelen. ‘Ik pas veel techniek toe die niemand ziet, maar die je wel voelt.’ Dat was ook de kracht van Margiela. Zijn broeken vielen soepel om het lichaam dankzij de complexe patronen met extra wijdte aan het binnenbeen. Daardoor leek het alsof de broek tot leven kwam. ‘Wie het kledingstuk zag, dacht: goeie broek. Zag je de patronen, dan raakte je de kluts kwijt.’
Voor Vuitton (onder) ontwierp hij tijdloze en verfijne collecties, voor Margiela (boven) ruige, elegante creaties.
Die secure manier van werken veranderde toen het merk werd verkocht aan de Italiaanse modeondernemer Renzo Rosso. ‘Zijn invloed werd elk seizoen groter’, zegt Helbers met enige afschuw. ‘Hij wilde dat wij Martin Margiela-poloshirts en -dekbedjassen maakten, maar daar wilde Martin niets van weten.’ Het ontwerpen werd een invuloefening. ‘Er bleef niets over van het ruige en innovatieve van toen.’ Soms ziet hij iets van de huidige collecties. ‘Die hebben werkelijk niets met het erfgoed van Margiela te maken. Beschamend.’
Ook zijn volgende baan, als mannenmodeontwerper bij Louis Vuitton, is hem niet in de koude kleren gaan zitten. ‘Het waren intensieve jaren waarin ik veel heb geleerd. Hoe je de ateliers aanstuurt waar mensen werken die alles kunnen, hoeveel verschillende leersoorten er zijn... Ik reisde de wereld over en bezocht landen waar het merk werd verkocht. Het was een rijke tijd.’ Maar makkelijk was het allerminst. ‘Vuitton is een politiek bedrijf met een strikte hiërarchie. Een Nederlander die gewend is zaken uit te spreken, heeft het in Parijs lastig. Hier moest ik omweggetjes verzinnen om de boodschap op een indirecte manier te melden.’
In de ateliers had Helbers het wel voor het zeggen. Daar hoefde hij geen goedkeuring te vragen aan de Amerikaanse ontwerper Marc Jacobs, toen creatief leider van Louis Vuitton. Dat Helbers de collecties maakte, werd niet aan de grote klok gehangen. Het bedrijf schoof steevast Jacobs naar voren. Dus ging na de show niet Paul Helbers, maar Marc Jacobs het podium op om het applaus in ontvangst te nemen. En sprak de Amerikaan de pers toe in plaats van de Nederlander. ‘Dat voelde soms ongemakkelijk, het was immers mijn verhaal.’
Kantoorpolitiek
Modejournalist Suzy Menkes was de eerste die zijn naam noemde, in een artikel in de International Herald Tribune. ‘Yves Garcelle, de toenmalige ceo van Louis Vuitton, vond dat ik toen toch mijn gezicht moest laten zien. Dus stond ik na de show op 17 januari, mijn verjaardag, op de catwalk. Met Marc. Op het toneel stond een vleugel met het patroon van de Damier Graphite. Een eerbetoon aan LVMH-topman Bernard Arnault, die een groot pianoliefhebber is.’
Foto: Reuters
De euforie was van korte duur. Het seizoen erna communiceerde Vuitton dat ‘Paul Helbers, onder leiding van Marc Jacobs’ de collecties maakte. Helbers gaat verzitten en verzucht: ‘Terwijl iedereen in het vak wist dat ík verantwoordelijk was. De kantoorpolitiek werd me te zwaar. Jammer dat ze daar zo stram mee omgingen.’ Als dieptepunt noemt hij de keer dat hij een prijs voor de beste mannencollectie kreeg. ‘Marc zei dat ik de award in ontvangst moest nemen, Vuitton wilde dat hij dat deed.’ Dat heen-en-weergedoe waar camera’s bij waren, leverde hem veel stress op. ‘Zie ik mezelf terug op bewegend beeld, dan denk ik: wat zeg ik in hemelsnaam? Ik moest, omdat zogenaamd alles vanuit Marc kwam, zo nadenken over mijn zinnen, dat alle spontaniteit weg was. Het was een toneelstuk.’ Na zijn vertrek kreeg Kim Jones, de huidige mannenmodeontwerper alle ruimte. ‘Daar was ik best jaloers op.’
Hij constateert dat de modewereld is verhard. Snel scoren wint het van creativiteit. Wie niet meteen een succes boekt, vliegt eruit, zoals recentelijk Bouchra Jarrar, die kon vertrekken bij Lanvin, en Riccardo Tisci, die het veld ruimde bij Givenchy. ‘Hoofdontwerpers worden gekozen om hun aantal volgers op sociale media en ontwerptrucjes waarmee je snel aandacht krijgt. Maar bij de eerste mindere prestatie, word je ingewisseld voor een nieuwe klinkende naam. Je krijgt geen tijd om zorgvuldig aan een identiteit te werken. Zodra de magie is uitgewerkt, word je eruit gegooid. Ga er maar aan staan: het moet je maar elke keer lukken een kassucces te bedenken.’
Privé pendelt Paul Helbers tussen Parijs en Bretagne, waar hij een huis heeft met zijn vriend.Fotografie: Cyrill Matter
Ruig, elegant randje
Hij besloot een eigen label te lanceren, waar hij alles wat hij de afgelopen jaren heeft geleerd kon toepassen. Bij Helbers vind je geen trainingsjacks met borduursels, of gebloemde leggings en schreeuwerige sweaters. Wie voor Helbers kiest, krijgt kwalitatief goede kledingstukken die een opdonder – gewassen of anderzijds behandeld – hebben gekregen. ‘We hebben het tijdloze en verfijnde van Vuitton en het ruige, elegante randje van Margiela.’
Zijn stijl slaat aan. De collectie wordt verkocht bij high-end winkels als Barneys in de Verenigde Staten, Matches Fashion in Groot-Brittannië, Joyce in China, United Arrows in Japan en webwinkel Mr Porter. In de toekomst wil hij naast een webshop eigen winkels openen met porselein, keramiek, glazen, cosmetica en zonnebrillen. Zelf bezoekt hij graag de Berlijnse boetiek van Andreas Murkudis, waar kleding wordt gecombineerd met meubels en accessoires. ‘Murkudis combineert met veel smaak en gevoel. Dat heeft voor mij meer met mode te maken dan de opvallende stukken van Gucci.’
Het werk van kunstenaar Christopher Gee inspireerde Helbers.
Mede dankzij zijn freelancewerk als ontwerper voor het Chinese kasjmiermerk Erdos kan hij zijn label draaiend houden. Wel hoopt hij dat hij zich in de toekomst geheel op het creatieve deel van zijn merk kan richten. ‘De zakelijke kant kost veel energie, dingen waar ik goed in ben gaan sneller.’
Bij elk begin van een collectie weegt hij af wat belangrijk is. ‘Wat kan ik toevoegen, wat is belangrijk. Daarom zijn mijn collecties niet groot. Je hebt niet veel nodig. De Amerikaanse kunstenaar Robert Rauschenberg had naar verluidt maar tien kledingstukken en zag er altijd goed uit. Elk economisch model is er een van groei, maar je kunt de productie ook terugdraaien in plaats van opvoeren.’ Zijn denkwijze sluit aan bij de tendens van bewuster kopen. ‘Mensen kopen minder kleding, ze geven liever geld uit aan vermaak en etentjes met vrienden. Vroeger was mode bepalend, ze beïnvloedde de cultuur.’
Nu kijkt het gros van de mensen volgens de ontwerper, die zelf een Nokia uit 2001 heeft, naar sociale media. Naar kledingstukken en stijlen die op een platform als Instagram cool en hip zijn. Daardoor ziet de halve wereld er hetzelfde uit. ‘Je ziet hele rijen in het vliegtuig met dezelfde tas’, zegt hij verwonderd. ‘Een merk als Gucci verkoopt als een malle, terwijl de collectie niet veel meer is dan wat gereshuffelde vintage. Een toonaangevend warenhuis als Bergdorf & Goodman in New York draait op dat merk.’ Na een korte stilte filosofeert hij: ‘De keerzijde is dat als de top bereikt is, mensen naar iets anders op zoek gaan. Nu is Vetements hip, over een tijdje staat er iemand anders op.’
Bij Helbers geen snelle stilistische oplossingen, maar ingenieuze patronen en goede stoffen ( herfst-winter 2017).
Hij haalt zijn schouders op en zegt weemoedig: ‘Ooit maakte de mode geld, nu probeert het geld mode te maken.’ Helbers stelt dat iedereen met geld collecties kan maken en dat ook doet. ‘Het heeft niets te maken met smaak of originaliteit. Veel mensen vinden het gewoon leuk met een label van Victoria Beckham in hun nek te lopen.’ Fel: ‘Terwijl mode is gevormd door ontwerpers als Yves Saint Laurent. Nu zijn er generaties die niet eens weten dat Yves ooit heeft bestaan.’
Klassiek jasje over een djellaba
Die originaliteit geldt ook voor Martin Margiela of Helmut Lang, twee mannen die volgens Helbers veel voor de mode hebben betekend. Helbers windt zich op over een label als Vetements. Modekenners zien dat Vetements ongegeneerd het Margiela-archief heeft uitgeplozen, maar door Instagram is de oorsprong van een idee of beeld weg. Het kwaad wordt nog groter wanneer andere merken de ‘stijl’ van Vetements weer volgen. ‘Zodra er iets nieuws wordt gebracht, springt iedereen erbovenop en zie je slappe aftreksels van het origineel. Daar gaat mode voor mij niet over. Het gaat te vaak om het plaatje, niet om wat het ontwerp met je lichaam doet.’
Positief is hij over mannenmode. Zo signaleert hij interessante nieuwe merken, zoals het Duitse modecollectief GmbH, vormen en samenstellingen. ‘Niemand kijkt meer op van een klassiek jasje over een djellaba. Daarbij zijn de stoffen zachter en soepeler.’ Hij laat zijn hand glijden over een jasje dat aan een van de rekken hangt. ‘Hier, voel maar.’
Herfst-winter 2017.
De ontwerper vindt dat vrouwenmode zich minder heeft ontwikkeld dan mannenmode. ‘Vrouwenmode is te veel blijven hangen bij de catwalk. Mannenmode gaat om persoonlijkheid.’ Daarmee bedoelt hij dat het in de vrouwenmode vooral gaat om het presenteren van uitgesproken silhouetten, terwijl mannen het moeten hebben van details. ‘Het is plezierig als je het karakter van een man terugziet in zijn kledingkeuzes. Hij hoeft geen luxemerken te kiezen om zijn stijl te onderstrepen. Er goed uitzien is synoniem met ongeforceerde elegantie.’ Als voorbeeld roept hij een beeld op van zes broers in een dorp in Afghanistan. ‘Ze hebben niet veel om aan te trekken, maar een van hen valt op door een opgerolde mouw, of een openhangend shirt. Onbewust doet hij iets waardoor hij zich onderscheidt. Dat boeit mij.’
Wat Helbers doet, noemt hij verleiding van dichtbij. ‘Als je een half flesje parfum opspuit heeft dat niks meer met verleiding te maken. Een paar druppels voor een subtiele hint vind ik spannender en verleidelijker. Dat is het terrein waarop ik me begeef, er gaat nooit meer dan een druppel op.’ In tegenstelling tot Michael Kors, Marc Jacobs en Karl Lagerfeld leeft Helbers buiten de schijnwerpers. ‘Ik ben te preuts om mijn leven in een poppenkast te gooien.’ Lachend: ‘Daar is mijn leven ook niet interessant genoeg voor.’
Aan een lange tafel
Lente-zomer 2018.
Privé pendelt hij tussen Parijs en Bretagne, waar hij een huis heeft met zijn vriend. ‘Ik werk in de tuin, peddel wat in een kano in de baai, maak lange wandelingen aan zee en werk wat in de antiekwinkels die mijn vriend runt.’ Hun huis is een ontmoetingspunt geworden voor vrienden en familie. Gezamenlijk bezoeken ze kastelen en eten ze in de tuin aan een lange tafel. ‘Ik geniet ervan langs antiekmarkten in de omgeving van Bretagne te struinen. Mijn werk gaat steeds door. Er is nooit een dag of weekend rust. Vakanties heb ik zo ingericht dat ik vanaf een ander adres kan werken.’
Maar ook al gaat de deur dicht, dan nog blijven Helbers’ hersens draaien. ‘Juist op onbewaakte momenten krijg je ideeën. Tijdens het oversteken, een prei snijden, als je aan niks denkt, slaan je gedachten op hol. Dan denk ik aan de organisatie, de planning, ben ik niet iets vergeten te doen? We zijn klein. Ik ben niet alleen ontwerper, ik moet het bedrijf draaiend houden. Daar krijg ik het soms benauwd van.’ Een vraag als ‘krijg ik het financieel rond?’ houdt hem bezig. ‘Ik wil geen teleurstellingen en mislukkingen, maar die zijn er heus. Soms klikt het niet en ben je genoodzaakt de samenwerking te stoppen. Je leert incasseren en verbergen. Niet iedereen hoeft alles te weten, mislukkingen deel je alleen met de mensen die je vertrouwt, die dicht naast je staan. Na een tegenslag ga je gewoon weer door.’
In de toekomst wil hij vrouwenmode maken. ‘Vrouwencollecties vragen een andere benadering, omdat je andere delen van het lichaam bedekt. In de mannenmode doe je aan verschuivingen, houd je je bezig met details en proporties. Bij vrouwenmode draait het om het geheel en heb je andere categorieën, zoals rokken en jurken, en een andere sensualiteit.’
Helbers toont zijn collecties nu louter in zijn showroom, maar hij sluit niet uit dat hij ooit nog zal showen. ‘Het is leuk om aan een presentatie te werken, in korte tijd een boodschap over te brengen, iets wat in een showroom niet kan. Het is verslavend, een kick waar je op leeft. Maar ik voel er niets voor om weer in het keurslijf van élk seizoen showen terecht te komen.’
Turkse ateliers
CV
1969 Geboren in Rotterdam
1990-1994 Modevormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam
1992-1996 Ontwerper en medeoprichter van modemerk Inch
1994-1995 MA aan Royal College of Art in Londen
1996-1998 Freelanceontwerper voor o.a. mannenmodemerk Gentiluomo
2001-2006 Studiodirecteur bij Maison Martin Margiela in Parijs
2006-2011 mannenmodeontwerper bij Louis Vuitton in Parijs
2014-2016 Freelanceontwerper voor modemerk Callens in Milaan
2015-heden Freelanceontwerper voor kasjmierfabrikant Erdos
2015-heden Hoofdontwerper van eigen modemerk Helbers in Parijs
De Nederlandse modewereld volgt hij niet, wel is hij liefhebber van Nederlandse fotografen. ‘Het werk van Viviane Sassen vind ik interessant en aan het modefestival in Hyères doen altijd Nederlanders mee, die vaak heel goed zijn.’ Nederlandse mode vindt hij ingewikkeld. Allereerst mis je een industrie, zoals België en Frankrijk die wel hebben. Daarentegen zijn er in Nederland Turkse ateliers die veel kunnen en theateropleidingen met kennis. Helbers zat een keer in de jury van een Nederlandse modeprijs. Toen moest hij een collectie die met een lockmachine, een apparaat dat naden stikt, snijdt en afhecht, was gemaakt beoordelen. ‘Waar zit de verfijning, vroeg ik me af. Ik was de enige. De Nederlandse mode is een klein kringetje. Kritiek is niet gewenst.’
Mocht een modehuis als Chanel bij hem aankloppen – Karl Lagerfeld is immers op leeftijd en wie weet hoelang hij nog kan ontwerpen –, heeft hij dan belangstelling? ‘Absoluut. Ik weet niet of ik Chanel zou kunnen, maar veel mensen die het niet kunnen, krijgen ook een kans. Wel zou ik de garantie willen dat ik aan mijn eigen merk kan werken, want dat wil ik verstevigen. Ik heb niet de ambitie een miljardenbedrijf te worden. Als ik mijn leven kan leiden zoals nu ben ik gelukkig.’ q
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van Het Financieele Dagblad over mensen, lifestyle, kunst, cultuur, mode en reizen.