Amsterdam in kleur
Er is geen stad die zoveel tekeningen van zichzelf bezit als Amsterdam. Vooral uit de 18de eeuw, en ze zijn van fabelachtig goede kwaliteit.
Er is geen stad die zoveel tekeningen van zichzelf bezit als Amsterdam. Vooral uit de 18de eeuw, en ze zijn van fabelachtig goede kwaliteit.
Het is je reinste discriminatie. Amsterdam heeft een Rembrandtplein, een De Lairessestraat, een Hondecoeterstraat en een Eerste én Tweede Jan Steenstraat. Waarom geen Cornelis Staalstraat, een H.P. Schoutenplein of een Jan de Beijerlaan? Alle aandacht in de kunstgeschiedenis gaat uit naar onze Gouden Eeuw met zijn befaamde schilders. Maar wie eert de fabelachtig goede tekenaars uit de 18de eeuw?
Het Stadsarchief in Amsterdam doet dat. Met een overzichtstentoonstelling met Amsterdamse stadstekeningen uit de periode 1700-1800 trekt het archief de scheve verhoudingen een beetje recht. De 18de eeuw is altijd een beetje weggemoffeld, als periode van stilstand en achteruitgang, waarin de gezapige Nederlanders teerden op hun reserves en de staatskas leeg was. Een suffe pruikentijd. Het Stadsarchief laat zien dat dat beeld onterecht is. Het was een woelige eeuw met diverse opstanden en revoluties, golven van democratisering.
En het was de eeuw van de tekening. Nergens ter wereld is een stad die zóveel tekeningen van zichzelf bezit als Amsterdam, in totaal 1700 (van de naar schatting tweeduizend stuks die er nog bestaan). ‘Er was in die eeuw van verlichting een enorme honger naar kennis’, vertelt de conservator prenten en tekeningen van het archief, Bert Gerlagh, die ter gelegenheid van zijn afscheid de overzichtsexpositie samenstelde. Topografische tekeningen waren een rage, men was heel trots op de schoonheid van Amsterdam. ‘Er waren veel uitgevers en verzamelaars in de stad, dus zijn er ook heel veel stadsgezichten gemaakt, met tekeningen als werkmateriaal voor prenten. In tegenstelling tot de tekeningen uit de 17de eeuw, die overal ter wereld zijn verspreid, zijn deze stadsportretten voor de Amsterdamse markt hier altijd gebleven.’
Uit die overvloed moest Gerlagh er 230 kiezen, en dat was niet eenvoudig, zegt hij. ‘Verzamelaars bewaarden deze tekeningen in het donker in kunstboeken, en in de 18de eeuw gebruikten ze zuurvrij papier van goede kwaliteit, dus het meeste is perfect bewaard gebleven.’ In kleur bovendien, ook zoiets wonderbaarlijks. Terwijl we het stadsleven van de 20ste eeuw voornamelijk kennen via sombere foto’s in zwart-wit, zien we de Amsterdammers uit de 18de eeuw in rode jurken en blauwe jassen slenteren onder groen iepenloof.
En wát een detaillering. Ieder baksteentje, alle masten in de gracht, elke schoorsteen; Hermanus Petrus Schouten, een van de sterren van deze tentoonstelling, maakte zich er nooit met een paar snelle halen van af, net zomin als zijn collega Jacob Cats (niet te verwarren met zijn naamgenoot de dichter, die anderhalve eeuw eerder leefde). Cats werd door tijdgenoten gezien als genie. De vormgevers van de expositie hebben enkele tekeningen opgeblazen tot een soort levensgrote kijkdoos, en daarop blijven de letters van de uithangborden nog leesbaar.
De tekeningen zijn niet moralistisch en ze vertellen geen verhaaltje, maar beeldend zijn ze zeker. Schouten stoffeerde zijn straatbeelden met blaffende honden, scharrelende kippen en wapperende was. Op diverse prenten zet hij een groentevrouw in met een kruiwagen vol bloemkolen, selderie en worteltjes. Een tekening bevat duidelijk een vers urinespoor op de muur. Levensecht, maar wel een beetje geflatteerd. De zon schijnt bijna altijd in het getekende Amsterdam, en zo niet, dan ligt er over alle daken poederwitte sneeuw. Er bestaat in het hele archief slechts één tekening met een gebouw in de steigers, de Nieuwe Kerk in dit geval.
De mooiste stadsgezichten, t/m 14 januari, Stadsarchief gemeente Amsterdam, amsterdam.nl
Tijdens de tentoonstelling is er iedere zondag een stadswandeling langs de plekken van de tekeningen. Op zondagmiddag zijn er in het archief zelf concerten met muziek uit de 18de eeuw. Info: klassiekemuziek.nl
De Amsterdammers die zijn afgebeeld, volgen de laatste mode op de voet, concludeert Bianca du Mortier, conservator kostuums van het Rijksmuseum, na bestudering van de tekeningen. De hoofdstad was een echte trendsetter; de stedelingen konden voor luxueuze accessoires en de laatste mode terecht in diverse ‘Fransche winkels’ in de Kalverstraat en rond de Dam. Pruikendragers zien we gek genoeg niet veel op de prenten, maar wél een pruikenmaker.
Voor mensen die Amsterdam kennen, is deze expositie smullen, want de samenstellers van de tentoonstelling hebben bij iedere tekening precies uitgezocht waar die in de huidige stad is gemaakt (‘Dit poortje was op de plek waar nu het nieuwe warenhuis Hudson’s Bay staat’). Iedere bezoeker krijgt een loep. Het is de eerste keer dat Amsterdam deze schat uit de 18de eeuw tentoonstelt. Tekeningen mogen maar een beperkte tijd in het licht hangen. Ga ze zien, voor ze weer voor jaren in de la verdwijnen.
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van Het Financieele Dagblad over mensen, lifestyle, kunst, cultuur, mode en reizen.