Won Yip, de horecatycoon van Amsterdam
Won Yip (48) maakte furore met horeca aan de Dam in Amsterdam. Vorig jaar kocht hij het duurste penthouse van Nederland. Profiel van een selfmade man met een eenvoudige visie: werk hard en doe goed.
Won Yip (48) maakte furore met horeca aan de Dam in Amsterdam. Vorig jaar kocht hij het duurste penthouse van Nederland. Profiel van een selfmade man met een eenvoudige visie: werk hard en doe goed.
‘Mag ik een glaasje champagne?’ vraagt Won Yip in de cocktailbar van Sushisamba. Hij is opgetogen. Na vier jaar lobbyen, zoeken, regelen en verbouwen is het de Amsterdamse horecatycoon en mede-eigenaar van Sushisamba Londen (omzet 40 miljoen dollar) eindelijk gelukt dit restaurant met vestigingen in New York, Miami en Los Angeles ook in Amsterdam te openen. Op een toplocatie, aan de gracht, naast het casino en op 8 september – acht is Yips geluksgetal. Vooralsnog is voorspoed Sushisamba’s deel. Het etablissement met zijn Japans-Braziliaans-Peruaanse kaart en dito interieur zit avond aan avond vol. Met twinkelende ogen heft Yip het glas.
Met eenzelfde blik bekende Yip vorig jaar op televisie dat hij het was die Nederlands grootste penthouse had weggekaapt voor de neus van een bekende Amerikaanse acteur, Brad Pitt naar verluidt. Het was in het hoogste woongebouw van Amsterdam, Pontsteiger, een bovenverdieping van 1440 m² aan de Amsterdamse Houthaven, met uitzicht over het IJ. Zo’n zestien miljoen had hij ervoor betaald, vertelde hij de kijkers, en hoewel in calvinistisch Nederland het woord ‘proleet’ al snel valt, gunden de kijkers hem dat penthouse van harte, leerden de reacties op sociale media. Hij had er immers keihard voor gewerkt.
Als achtjarige stond hij al dagelijks uien en knoflook te pellen in het restaurant van zijn Chinese ouders. Zij waren begin jaren zestig naar Nederland gevlucht en runden in Vlissingen een drukbezochte Chinees. Als vanzelfsprekend deden Won, zijn oudere zus Anine, zijn grote broer Long en zijn broertje Johnny klusjes in de keuken, haalden de tafellakens door de grote Siemens-strijkmachine en zetten ’s ochtends voor school de restaurantstoelen op het terras. Tegensputteren was geen optie. Vader had op het Chinese platteland hongersnood meegemaakt; zijn kroost moest niet zeuren. ‘In materieel opzicht hadden we ook niets te klagen’, vertelt broer Long Yip. ‘We kregen jaarlijks een nieuwe fiets en als onze ouders naar Hongkong gingen, kwamen ze terug met merkkleding en de nieuwste walkmans. Hun restaurant liep fantastisch.’
Op de middelbare school bleek dat ook Won Yip over een scherp zakelijk instinct beschikte. Zijn krantenwijk liet hij door anderen lopen en op het schoolplein verpatste hij zijn afdankertjes. Johnny Saija, die in 4 mavo naast hem zat: ‘Won gedroeg zich als een baasje en door zijn kleren van Adidas, Lacoste, Fila en Ellesse en de Seiko om zijn pols was hij een opvallende verschijning. Toen ik hem vertelde dat ik zijn merkkleding interessant vond, mocht ik de polo’s of spencertjes waarop hij was uitgekeken voor een spotprijs van vijftien, twintig gulden overnemen. Daar was ik dolgelukkig mee.’
‘Won betaalde met bankbiljetten van 25 gulden, ik had hooguit een rijksdaalder bij me. Die kon ik in mijn zak houden, want hij betaalde altijd’
Dergelijke handeltjes leverden Yip toen al een dikke portemonnee op, zag Saija als ze in de pauze samen bij de bakker of frietzaak stonden. ‘Won betaalde met bankbiljetten van 25, ik had hooguit een rijksdaalder bij me. Die kon ik overigens in mijn zak houden, want Won betaalde altijd voor mij.’ Rond de jaarwisseling tikte Yip vuurwerkpakketten op de kop bij de vertegenwoordigers die bij zijn ouders over de vloer kwamen, vertelt Saija. ‘De schoolleiding was er niet blij mee, ik wel en velen met mij.’ Lachend vervolgt hij: ‘Tegenwoordig heb je internet, maar vroeger maakte Won onze wereld wat groter.’
Wars van autoriteit was hij. Hoe kon hij respect opbrengen voor zijn economieleraar als die niet eens op Wall Street had gewerkt? Yip verzette zich ook tegen zijn vader, die volgens zijn oudste broer, Long, voor een Chinees vrij modern was maar voor Nederlandse begrippen conservatief. ‘Won trok, net als ik, op zijn zestiende in bij heao-studenten die in Vlissingen op kamers woonden en hij stopte, net als ik, voortijdig met school.’
Yip verkocht kreeften, kruiden en servies, om drie jaar later met zijn spaargeld en een kleine lening van zijn vergevingsgezinde vader Café Pubbles, aan de Markt in Goes, te pachten. ‘Won werd met argusogen bekeken’, weet de gepensioneerde zakenman Hector Loontjens uit Middelburg. ‘Dat broekie van negentien, de zoon van de Chinees, ging dat moderne cafeetje runnen? Maar Yip is een mannetjesputter, hoor.’ Loontjens had samen met zijn broer een groothandel in horeca-artikelen en biljarts. Hij deed zaken met vader en zoon Yip. ‘Won pakte veel projecten tegelijk aan en kwam soms centjes tekort. Dan stond ik borg voor hem, maar evengoed stelde Won de eisen. Hij zei: “Je mag zaken met mij doen, maar op mijn stringente voorwaarden.” Dat deed je dan maar, want bij Won geldt: eens uit de gratie, altijd uit de gratie.’
Ook grote spelers als Heineken stelde hij voor een voldongen feit. ‘Toen Won twee jaar later Café Zwart aan de Dam in Amsterdam overnam en de bierbrouwer naar zijn zin te weinig wilde financieren, schopte hij als Zeeuwse jongen van 21 jaar Heineken gewoon de deur uit en ging in zee met Bavaria.’
Bij de opening van Café Zwart werden weddenschappen afgesloten over de vraag hoelang dat Chineesje met zijn Bavaria-bier het zou uithouden in Heineken-land. ‘Het café liep in het begin helemaal niet’, vertelt Long Yip. ‘Er moest elke maand geld naartoe, maar Won bleef herhalen: “Het is een kwestie van volhouden.”’ Hij had zijn hoop gevestigd op de toenemende stroom toeristen. Drie jaar later bezat hij nog twee horecazaken aan de Dam: restaurant-café Majestic en de Euro Pub. Tegenwoordig reikt het imperium van Mister Dam Square tot in Las Vegas en investeert hij ook in start-ups, internetbedrijven, een zorgboerderij en wat al niet meer. ‘Van mijn ouders heb ik geleerd: als je hard werkt kun je alles’, aldus Won Yip.
Hij maakt dagen van vijftien, soms twintig uur, slaapt twee uur per nacht en nog even aan het einde van de middag. Een vrije dag neemt hij alleen als hij om de drie weekends zijn vrouw, Heleen, en stiefkinderen in Goes bezoekt. ‘Het is bijna onmenselijk, zo hard als Won werkt’, zegt zakenpartner Arnaud Eweg. ‘Zijn discipline is ongekend’, zegt mediaondernemer en vriend Yves Gijrath. Maar zijn succes heeft Yip volgens naasten ook te danken aan zijn olifantengeheugen, waardoor hij anderen altijd een stapje voor is, en zijn rekentalent. ‘Won rekent sneller dan een calculator’, weet Long Yip, eveneens zakenman. ‘Hij weet in een split second of er geld aan een zaak te verdienen is. Zo ja, dan bijt hij zich erin vast, zoals met Café Zwart destijds. Volhouden: dat heb ik van hem geleerd.’
Hij is een snelle beslisser en bereid zijn ballen op het hakblok te leggen, vertelt Yves Gijrath. ‘Dat gold ook bij de Pontsteiger.’ Advies vraagt hij niet. ‘Toen hij me vroeg wat ik van het project vond, had hij het al gekocht.’ Nerveus is Yip zelden. ‘Hij heeft geen investeerders in zijn nek hijgen’, weet compagnon Arnaud Eweg, tevens mede-eigenaar van bar-restaurant Players in Amsterdam. ‘Daarbij kan Won door de opgedane ervaring goed relativeren. Als ik me zorgen maak omdat ik in Players drie weken een mindere omzet heb gedraaid, zegt Won: “Een jaar heeft 52 weken.” Hij laat zich ook niet uit het veld slaan door een verbouwing die uitloopt, terwijl de hoge huur doorloopt. “Straks wordt er weer geld verdiend”, klinkt het dan. Won houdt altijd het grotere geheel voor ogen.’
Denk vooruit, zei hij ook tegen ex-profvoetballer Glenn Helder toen die in een donkere periode verkeerde. ‘Ik mocht mijn zoon niet zien, had gokschulden en verdiende wat geld als drummer bij Players en Majestic. Zo leerde ik Won kennen. Hij liet me inzien dat ik mijn situatie zelf kon veranderen door me niet op de korte maar op de lange termijn te richten. Dat eenvoudige gegeven heeft me veel gebracht, aldus Helder.’ Yip denkt ook eenvoudig over zaken, zegt Eweg. ‘Zakendoen is volgens hem simpel. Het is naast hard werken een kwestie van wie goeddoet, goed ontmoet. Hij gelooft in karma.’
Hij is een zakenman die een ander wat gunt, zeggen naasten. Hij houdt zich aan zijn woord en ondanks zijn overvolle agenda heeft hij aandacht voor een gevallen voetballer, oude vriend of tobbende medewerker. Woorden als sociaal, vrijgevig, optimistisch, eerlijk en amicaal komen vaak naar voren. Maar sol niet met hem, want dan verdien je zijn aandacht niet langer. Hij verwacht ook van zijn 250 medewerkers dat ze zich voor honderd procent inzetten. Het personeel dat hij een mobiel geeft, dient te allen tijde op te nemen. En elke dag maakt Won een rondje langs zijn zaken om te kijken, voelen en ruiken of alles overeenstemt met zijn verwachting, vertelt Long Yip. ‘Won ziet meteen of een viltje anders op tafel ligt dan hij in gedachte had.’ Grinnikend: ‘En dan belt hij meteen de manager.’
Las Vegas is zijn inspiratiebron. De gokstad is volledig op dienstverlening gericht en heeft de mooist denkbare en vernieuwendste winkels, restaurants en clubs. Yip bezit er een flat aan de beroemde Strip plus een aandeel in bar-grill Sugarcane. Geregeld reist hij naar Nevada om voor zijn zaken ideeën op te doen over service, verlichting of cocktails. De aannemer die beweerde dat het onmogelijk is ramen van drie bij drie te installeren bracht hij persoonlijk naar Vegas, herinnert Arnaud Eweg zich. ‘Daar heb je zelfs ramen van dertig bij dertig meter, dus na dat bezoek waren ramen van drie bij drie meter voor die aannemer ineens geen probleem meer.’
Steevast neemt Yip op zijn Las Vegas-tripjes een aantal medewerkers mee, in de hoop dat ze er, net als de aannemer, iets oppikken van de wijze van serveren of presenteren. Het tripje is volgens Eweg tevens een bedankje voor hun inzet. ‘Van zo’n reisje maakt hij altijd een feestje, met goed eten en mooie flessen champagne. Hij deelt zijn succes graag.’
Met Chinees Nieuwjaar organiseert Yip op de Dam een vuurwerkshow en een drakenoptocht voor alle Amsterdammers, en een groot feest voor genodigden in de Majestic. Jaarlijks neemt hij zus Anine – tevens zijn boekhouder – , broer Johnny – een van zijn managers – en broer Long en hun kinderen tien dagen mee naar Californië. En jaarlijks geeft hij een paar procent van zijn omzet aan goede doelen.
‘Won viel me een jaar of tien geleden voor het eerst op doordat ik tijdens een veiling voor Orange Babies zag dat hij er echt van genoot iets weg te geven’, zegt Yves Gijrath. Hector Loontjens weet zijn Zeeuwse stichting Sawasdee, voor kansarme Aziatische kinderen, die hij na zijn pensioen heeft opgezet, al vijftien jaar gesteund door Yip. ‘Won geeft ook gul voor blindengeleidehonden’, verklapt broer Long. ‘Hij is dol op honden. Hij had ooit een zwarte bouvier. Die is overleden, maar de voerbak staat nog steeds in huis, onder het geschilderde hondenportret. Won is een gevoelige jongen. En zo bijgelovig als de pest.’
Voor zijn telefoonnummer, dat uit louter achten bestaat, betaalde Yip tienduizenden euro’s, maar bij die acht blijft het niet. ‘Won had een prachtige Bentley coupé gekocht’, vertelt Long. ‘Maar toen zijn neefje een arm brak en een deal niet doorging, moest die auto weg. De Mercedes GT van 3,5 ton ging eerder ook al na een maand de deur uit, omdat die volgens Won ongeluk bracht. En als hij weleens in het casino of met kaarten geld verliest, zegt hij: “Boeddha vindt dat ik te veel geld heb.” Dat zegt hij met een stalen smoel.’
‘Won rekent sneller dan een calculator. Hij weet in een split second of er geld aan een zaak te verdienen is. Zo ja, dan bijt hij zich erin vast’
Vorig voorjaar stond in de krant dat Patrick Kluivert een grote schuld had bij een illegaal goksyndicaat en dat ook Yip gegokt zou hebben op voetbalwedstrijden via illegale kanalen. Die bewering over zijn broer klopt niet, zegt Long Yip. ‘Zeker, Won heeft weleens een weddenschapje afgesloten en ook weleens over de uitslag van een voetbalwedstrijd, maar hij heeft niets van doen met criminele bookmakers en hij heeft al helemaal geen schulden.’ Kaarten is meer zijn ding dan gokken, zegt Long. ‘Won kan twee aaneengesloten dagen hartenjagen, toepen of zwikken.’ Gijrath klaverjast soms met hem. ‘Won houdt enorm van spelletjes, maar hij kan, net als ik, niet tegen zijn verlies. Als een zakendeal misloopt hoor je hem niet, ook niet als hij een groot pak slaag heeft gehad. Daar kan hij met zelfspot over verhalen. Verliest hij met kaarten, dan gaat hij met dingen gooien. Terwijl wij kaarten om symbolische bedragen.’
De grote zakenman is soms net een klein kind, nog steeds een tikje rebels. Gijrath: ‘Hij heeft zwaailichten in zijn blauwe Mercedes laten monteren, wat natuurlijk niet mag. Dat is typische Won-humor.’ Hij kan zich ook in zakendeals soms als een puber opfokken. Neem de Pontsteiger, waarover Yip zelf verklaart: ‘De makelaar had me weggestuurd omdat ik in beginsel maar één appartement wilde kopen en geen vier, alsof ik vier appartementen niet kon betalen. Ik werd gekleineerd als het ware, dus ik sloeg met de vuist op tafel: “Ik koop het gewoon.”’
Die Pontsteiger is een fenomenale investering gebleken, weet Yves Gijrath. ‘Won heeft inmiddels twee van de vier appartementen verkocht, dus alweer geld verdiend.’ Hij vermoedt dat Yip met die koop aan de goegemeente wilde tonen hoever hij het als selfmade man heeft geschopt. ‘Ik dacht lange tijd dat Won niet ontvankelijk was voor aanzien, totdat ik hem eens wat plagerig wees op een paar spelfoutjes in een mail. Daar reageerde hij gevoelig op. Ik mag dan geen diploma’s hebben, ik ben wel een beste zakenman: zoiets schreef hij. Ik vond het een mooie en verrassende reactie. Won bleek een trotse man.’
‘Zijn lichaam is gewend aan dutjes en als controlfreak is hij slechts één keer in zijn leven dronken geweest. Daar lachen we nog steeds om’
Hij is trots op wat hij heeft bereikt, stelt Long Yip. ‘Ik hoop vooral dat hij wat meer van zijn succes gaat genieten, want ik weet wat het hem kost.’ Hij bedoelt niet zozeer fysiek. ‘Zijn lichaam is gewend aan dutjes en als controlfreak is hij slechts eens in zijn leven dronken geweest. Daar lachen we nog steeds om.’ Wat hij wel bedoelt is de zware verantwoordelijkheid die zijn broer draagt. ‘Hij heeft zo veel dingetjes lopen. Daar zitten altijd minder mooie dingen tussen, maar Won deelt zijn sores niet. Zelfs als hij iets onder de leden zou hebben zou hij het niet vertellen, terwijl we als familie heel hecht zijn.’
Narigheid diende zich vorig jaar aan, waarover Yip zich desgevraagd voor het eerst uitlaat. Nadat hij twintig jaar met autohandelaar Sjaak van Vliet en vastgoedondernemer Ronald Eggers had geïnvesteerd in vastgoed, raakte hij gebrouilleerd met Eggers en vervolgens stierf Van Vliet. De drie musketiers zijn niet meer, zijn aandeel in hun bedrijf heeft Yip overgedragen. Het verlies van beide vrienden doet nog steeds pijn, maar de vastgoedwereld mist hij niet. ‘Mensen praten over miljoenen alsof het niets is, terwijl ze die miljoenen zelf niet bezitten.’ Er is een ander netwerk voor in de plaats gekomen. ‘Door de aankoop van de Pontsteiger word ik serieuzer genomen als zakenman en uitgenodigd voor gelegenheden en privégala’s waarvan ik het bestaan niet wist.’
30 juli 1969: geboren in Tilburg
1981-1985: middelbare school Prins Willem Alexander College, Vlissingen (verlaten zonder diploma)
1989: opent Café Pubbles in Goes
1990: Café Zwart aan de Dam in Amsterdam
1992: Euro Pub
1993: Majestic
2016: koopt duurste penthouse van Nederland
8 september 2017: opent restaurant Sushisamba
In 2018 wordt het penthouse opgeleverd. Nu de kinderen het ouderlijk huis in Goes hebben verlaten, verhuist zijn vrouw naar Amsterdam en gaan ze samenwonen aan het IJ. Tegen die tijd, op z’n vijftigste, verkondigt Won Yip geregeld, gaat hij zijn werkzaamheden afbouwen. Hij wil minder moeten. Zijn omgeving hoort het aan, maar gelooft hem niet. Hij heeft nog te veel projecten lopen. De ontwikkeling van De Heineken Hoek bijvoorbeeld. En Duck & Waffle, om nog maar iets te noemen, waarin hij participeert. Dit Londense concept gebaseerd op eend is binnenkort te vinden in Hongkong en als het daar succesvol wordt, zo vertelde Yip enthousiast tegen 7 Ditches TV, dan lonkt het hele achterland van China. ‘Hoeveel restaurants komen er dan: vijfentwintig, vijftig, tweehonderd, driehonderd?’
Won Yip zit gevangen in dit leven, denkt broer Long. ‘Hij heeft geen hobby’s. Hij golft niet, skiet niet, hij neemt alleen de skilift om op een berg te gaan eten.’ Het is zijn sport om te investeren, oordeelt Long, te kijken of iets lukt. Of te bewijzen dát het lukt. ‘Hij moest en zou Sushisamba naar Amsterdam halen. Ik zei nog: “Dat wereldse concept slaat hier niet aan, Amsterdam heeft een dorpse mentaliteit.” Maar Won lijkt het toch goed gezien te hebben.’
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekendmagazine van Het Financieele Dagblad over mensen, lifestyle, kunst, cultuur, mode en reizen.