Designer Marjan van Aubel vindt zonnepanelen lelijk, dus wilde ze laten zien dat het anders kan. Ze bedacht een tafel waaraan je je telefoon kunt opladen en een zelfvoorzienende kas voor op het dak. Toch gaat het haar niet om de objecten. ‘Spullen zijn er al genoeg, we hebben behoefte aan oplossingen.’
Designer Marjan van Aubel vindt zonnepanelen lelijk, dus wilde ze laten zien dat het anders kan. Ze bedacht een tafel waaraan je je telefoon kunt opladen en een zelfvoorzienende kas voor op het dak. Toch gaat het haar niet om de objecten. ‘Spullen zijn er al genoeg, we hebben behoefte aan oplossingen.’Foto: Marcel van der Vlugt
‘Elk uur schijnt er genoeg zonlicht op de aarde om heel de planeet van energie te voorzien. Toen ik dat hoorde, wist ik: hier ga ik mee verder.’ Aan het woord is Marjan van Aubel (33). Ze geeft een presentatie in het Engels voor een zaal belangstellenden. Achter haar is een beeld te zien van een dak met zonnepanelen. ‘Ik word altijd heel enthousiast als ik zonnepanelen zie. Zonlicht is gratis en altijd beschikbaar en dankzij de panelen krijg je elektriciteit.’
Korte stilte. ‘Maar waarom zijn zonnepanelen altijd zo lelijk?’ Gegrinnik vanuit het publiek. ‘Mensen nemen ze uit schuldgevoel, niet omdat ze ze graag willen. Daar ligt voor mij als ontwerper een uitdaging: energie opwekkende producten ontwerpen die zo mooi en verleidelijk zijn dat mensen ze wel willen hebben.’
Van Aubel ziet er down-to-earth uit in spijkerbroek met sweater, grote, vrolijke krullenbos. Ze spreekt met de ontspannen uitstraling van iemand die heel veel presentaties geeft. Haar stem is laag en ze formuleert in heldere, korte zinnen. Elk woord is raak als ze vertelt over haar zoektocht als ontwerper naar de balans tussen efficiëntie en schoonheid.
Cv
1985: geboren in Bergen op Zoom
2009: studeert af aan de Gerrit Rietveld Academie (DesignLAB)
2010: verhuist naar Londen
2012: behaalt master aan de Royal College of Art (Design Products)
2013: ontwikkelt Well Proven Chair
2014: Current Table wint Biennale Kortrijk Interieur Award
2015: Well Proven Chair wordt aangekocht door MoMA New York. Van Aubel zet Caventou op.
2017: verhuist van Londen naar Amsterdam, start lesgeven aan de Design Academy Eindhoven
2018: introductie van de Power Plant op London Design Week
2019: Samenwerking met ECN.TNO
Haar eerste zonne-energieontwerp was The Energy Collection; een kast met serviesgoed dat voorzien is van zonnecellen. Terwijl je van de borden eet en uit de glazen drinkt, vangen ze zonlicht op. Zet je ze terug in de kast, dan wordt het zonlicht omgezet in elektriciteit en opgeslagen in een ingebouwde batterij. De batterij bevat al snel genoeg energie om er een telefoon mee op te laden of er een lampje mee te laten branden.
Haar andere ontwerp, The Current Table, werkt op een vergelijkbare manier. De tafel heeft een gekleurd, glazen blad, bestaande uit een groot zonnepaneel. In de tafelpoten zitten batterijen en een USB-poort. Op een beetje goeie zomerdag levert de tafel genoeg elektriciteit om een stuk of zeven telefoons op te laden.
Van Aubel paste de techniek ook toe in haar Current Window: een modern glas-in-loodraam met geïntegreerde zonnecellen, dat bij mooi weer 25 watt per dag oplevert. Het zijn allemaal geen grote hoeveelheden, maar Van Aubel wil consumenten ervan bewust maken dat ze meer kunnen bijdragen en ze wil ook opgemerkt worden door grote bedrijven.
The Energy Collection.
In skipak aan het werk
In 2015 kreeg ze van kristalfabrikant Swarovski de Emerging Talent Award. Bovendien nodigde het bedrijf haar uit samen met zijn eigen team van technici na te denken over een nieuw product, dat het beste haalt uit de combinatie kristal en zonlicht. Dat resulteerde in de Cyanometer: een kroonluchter met kristallen. Die kristallen zijn zo geslepen dat ze maximale hoeveelheden zonlicht opvangen, zodat ze meer elektriciteit genereren, waardoor de lampen langer kunnen branden. ‘Dit ontwerp haalt het zonlicht letterlijk van buiten naar binnen’, zegt Van Aubel.
Ze heeft het moeten leren, dat spreken voor volle zalen, zal ze later vertellen. De presentaties zijn voor Van Aubel een belangrijk middel om de wereld te overtuigen van haar visie: dat we het opwekken van zonne-energie op een mooie manier in ons dagelijks leven kunnen integreren en dat elk oppervlak daarvoor geschikt kan zijn.
Current Table 2016.Foto: Mitch Payne
‘Inmiddels heb ik veel plezier in die talks hoor’, vertelt ze een aantal weken later aan de lunchtafel in haar studio. ‘Bovendien vind ik: alles wat je eng vindt, moet je juist doen.’ Ze heeft tosti’s met kaas en avocado gemaakt, een bergje sla erbovenop. De studio bevindt zich grotendeels onder water. Van Aubel werkt in de onderste laag van een drijvend kantoorgebouw, het oude onderkomen van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, in de Amsterdamse Houthavens.
Buiten is het IJ gehuld in mist. Door de kleine, ronde raampjes van de studio komt vandaag nauwelijks zonlicht binnen. Barre omstandigheden voor een ontwerper die werkt met zonne-energie, maar Van Aubel is wel wat gewend. Ze woonde en werkte zeven jaar in Londen, waar ze een atelier had in een garage zonder echte verwarming. Als het ’s winters vroor, trok ze een skipak aan en werkte ze onverdroten door. Een bikkel en een beuker, zo staat ze bekend onder vrienden en collega-ontwerpers. Een wervelwind, ook. ‘Ze laat zich door niets weerhouden’, zegt goede vriendin Yasmine Ostendorf. ‘Ze komt ondanks haar drukke werkschema van Amsterdam naar Maastricht om bij je verjaardag te zijn. Dat combineert ze dan met een zakelijke afspraak, maar dan heeft ze wel feesthoedjes en taart in haar tas. Die energie van haar is aanstekelijk. En soms ook vermoeiend. Marjan wil veel en ze wil door.’ Dat klopt vandaag ook: Van Aubel voelt zich niet lekker vanwege een kleine operatie die ze een paar dagen eerder onderging, maar ze wil het interview toch laten doorgaan. Droogjes: ‘Met een paar paracetamollen moet het lukken.’
Current Window.Foto: Amy Gwatkin
Uitvindersclub
Ze groeide op in Bergen op Zoom, als middelste kind tussen een oudere broer en een jongere zus, met wie ze nog altijd close is. Ze woonden boven de apotheek van hun ouders. Daar had Van Aubel haar eerste bijbaantjes: pillen sorteren, tubes dichtdraaien, medicijnen bezorgen. Als kind trok ze regelmatig de witte apothekersjas van vader aan en zette ze zijn bril op. Samen met haar broer en zusje deed ze allerlei proefjes. De uitvindersclub, noemden ze zichzelf. ‘Mijn zusje was meestal de testpersoon. Ze moest dan dingen opeten die wij hadden klaargemaakt.’
Ze was een druk kind, een energiebommetje. ‘Altijd aan het buitenspelen en hockeyen.’ School interesseerde haar minder. ‘Achteraf vind ik het wel jammer dat ik zo weinig mijn best heb gedaan. Op de havo vond ik alleen biologie en tekenen leuk. En sport, daar kon ik mijn energie in kwijt.’
Vanwege dat tekenen en de wens naar Amsterdam te gaan, maar zonder een concreet plan over wat ze wilde worden, ging Van Aubel naar de vooropleiding van de Rietveld Academie. Het bleek een schot in de roos: ‘Ik had eens een beroepentest gedaan, waar industrieel ontwerper uit kwam. Dat leek me saai, producten maken. Maar aan het designlab van de Rietveld werd je helemaal niet gestimuleerd om producten te maken. Daar lag de nadruk op onderzoek en het productieproces, en dat vond ik geweldig.’
‘Achteraf vind ik het wel jammer dat ik op school zo weinig mijn best heb gedaan.’
In die periode ontwikkelde Van Aubel haar schuimporselein: een porselein dat uitzet in de oven, als deeg dat rijst en daardoor in omvang toeneemt. Het klinkt grappig, maar wordt gezien als een belangrijke vondst in een wereld die moet leren met minder grondstoffen toe te kunnen.
Van Aubel besefte dat ze iets kon veranderen door haar ideeën te vertalen naar producten. Daarom ging ze een Master doen aan de Royal College of Art in Londen. Ondanks de pech dat de porseleinschuimen kast waarmee ze toelatingsexamen deed in duizend stukjes brak (‘Natuurlijk heb ik gehuild’) en met behulp van vrienden en familie weer in elkaar moest worden gelijmd, werd ze aangenomen.
In Londen brak een tijd aan waarin Van Aubel, mede dankzij enkele subsidies uit Nederlandse fondsen, alle ruimte kreeg om dingen uit te proberen en over de toekomst na te denken. ‘Je kreeg bijvoorbeeld als opdracht: “Engineer an experience”. Ging ik proberen de ervaring van vliegen na te bootsen. De ene dag bond ik een camera om een duif, de volgende dag ging ik indoorskydiven. Een heel leuke tijd.’
Groeiende houtsnippers
In Londen deed ze onderzoek naar het productieproces van houten meubels. Ze ontdekte dat vijftig tot tachtig procent van het gebruikte hout in snippers op de afvalstapel eindigde en wilde iets doen met al dat afval. Ze mengde de houtsnippers met biohars en bracht daarmee een chemische reactie tot stand, waardoor het houtsnippermengsel begon te groeien.
Al experimenterend ontwikkelde ze een nieuw, lichtgewicht, supersterk materiaal. Ze vormde een duo met James Shaw en samen gebruikten ze het materiaal als zitting voor een stoel.
De Well Proven Chair schopte het tot de collecties van prestigieuze musea, zoals het Vitra Design Museum in Duitsland, het Montreal Museum of Art, de National Gallery of Victoria in Australië en het MoMA in New York. Maandenlang deden Shaw en Van Aubel niets anders dan stoelen maken, tot ze ‘er wel een beetje klaar mee waren.’ Ze besloten de productie, de sales en de distributie over te doen aan een andere partij: Transnatural Label.
‘Ik was met mijn hoofd allang met het volgende bezig’, zegt Van Aubel. Dat zit zo. In het tweede jaar van de Royal College of Art deed Van Aubel onderzoek naar kleur en dat bracht haar naar Zwitserland, naar het lab van scheikundig professor Michael Grätzel. Hij werkt met ‘dye-sensitized solar cells’: zonnecellen met kleur die zonlicht omzetten in elektrische energie. Van Aubel raakte er compleet gebiologeerd door, waarmee de kiem voor haar verdere carrière werd gelegd.
Gevecht met wetenschap
Ze noemt zich ‘solar designer’, sinds ze terug is in Nederland, anderhalf jaar geleden. ‘Ik hoef niet per se afstand te nemen van mijn porseleinschuim of van de stoelen, maar ik heb het gevoel dat met zonne-energie nog zo’n wereld te winnen is.’
Aanvankelijk reageerde de wetenschap sceptisch op de toekomstmuziek die Van Aubel liet horen met haar energieopwekkende interieurproducten. ‘Ik werd niet serieus genomen. Want wat leverde het nou helemaal op, wat ik deed? De impact zou te klein zijn. Maar daar gaat het mij niet om. Ik wilde een eerste stap zetten. En ik was klaar voor de volgende: laten zien dat we zonnecellen op allerlei manieren in ons leven kunnen integreren. Het was soms een gevecht om wetenschappers aan mijn zijde te krijgen en ze tot samenwerking te verleiden.’
Van Aubel gaf niet op en intussen ontwikkelde de techniek rondom zonne-energie zich snel. Daardoor nam de efficiëntie toe, ging de prijs omlaag en zo ontstond er toch interesse voor haar visie. ‘Nu zegt de wetenschap hetzelfde als ik: dat alles op een mooie manier energie kan opwekken.’ Ze legt haar tosti even neer en wijst uit het raam, naar een nabijgelegen woontoren: ‘Zie je die gevels? Daar zouden allemaal zonnecellen in geïntegreerd kunnen worden. Dan kun je flink wat energie afvangen.’
Power Plant Rooftop.Foto: Emma Elston
Met haar nieuwste project, de Power Plant, zet ze de eerste stap naar de architectuur. Van Aubel ontwierp een kas die zichzelf van energie voorziet, zodat gewassen kunnen groeien. Wie de Power Plant op het dak van zijn huis installeert, kan eigen groenten verbouwen. Lokaal, vers, gezond, voetafdrukloos, superefficiënt en nog aantrekkelijk ook.
Met dit ontwerp biedt Van Aubel een bijdrage aan een oplossing voor zowel het voedsel- als het energievraagstuk. En dat is precies wat ze wil. ‘Er zijn spullen genoeg. Waar we behoefte aan hebben, zijn oplossingen. Ik wil alleen dingen ontwerpen die duurzaam zijn, anders zie ik het punt van ontwerpen niet.’
Vriendin Yasmine Ostendorf steunde Van Aubel als onderzoeker bij dit project: ‘Waar een ander beren ziet, ziet Marjan mogelijkheden.’ Van Aubel knikt: ‘Dat klopt wel. Ik ben erg optimistisch, en geneigd heel gemakkelijk grote risico’s te nemen.’
In 2015 begon ze een start-up, Caventou, genoemd naar de Franse wetenschapper. Hierin bundelt ze haar krachten met die van een klein team van wetenschappers en techneuten, om samen haar ideeën van de grond te krijgen. De ontwikkeling van ontwerpen als de Current Table en de Current Window financiert ze met de verkoop van de houtpulpstoelen en met het geld dat ze verdient met lesgeven en presentaties houden.
Ze wilde het liefst al haar ontwerpen in grote oplages in productie brengen, zodat het geen high-end designstukken worden voor een klein publiek. Maar dat was moeilijker dan gedacht: ‘Er ging veel tijd en energie in zitten, waardoor er nauwelijks ruimte overbleef voor het ontwikkelen van nieuwe ideeën.’ Daarom besloot Van Aubel bij haar leest te blijven en bedrijven te zoeken die haar ontwerpen voor haar kunnen produceren en distribueren.
De nieuwe strategie werkt. De samenwerking met Swarovski was een succes. Op dit moment werkt ze samen met onderzoekscentrum ECN.TNO aan een collectie producten voor in en om het huis die zonne-energie kunnen opwekken. Ook is ze in gesprek met Ikea om te onderzoeken wat ze samen kunnen doen met zonne-energie. ‘Ik denk aan een heel huis waarin alles energie opwekt. Van de gevels en de dakpannen tot de keukenkastjes en de gordijnen.’ Ook maakt Van Aubel deel uit van een lab van automerk Mini, dat nadenkt over de toekomst van wonen en hoe we steden duurzamer kunnen inrichten.
Ze wil het liefst al haar
ontwerpen in grote oplages in productie brengen, zodat het geen high-end designstukken worden voor een klein publiek.
Internationale plannen
Haar talent? Van Aubel heeft haar antwoord paraat: ‘Nieuwe verbindingen leggen tussen mensen en dingen.’ Meteen erachteraan: ‘Die heb ik niet zelf bedacht, maar ik denk wel dat het klopt.’
Dat ze na zeven jaar Londen weer in Nederland woont, heeft te maken met het tempo waarin in Londen gewerkt wordt. ‘Ik heb er een fantastische tijd gehad, de leukste mensen van de wereld leren kennen, maar de koek was op. Ik wil ook een beetje leven en leuke dingen kunnen doen met vrienden. Fietsen, wandelen.’ Onlangs ging ze met haar vader en zus op vakantie naar Cern, de deeltjesversneller in Genève. ‘Dat was fantastisch.’ Ook heeft ze een paar zakelijke beslissingen genomen, zoals de keuze samen te werken met Nienke Dijkstra, die zakelijk en strategisch te werk gaat.
Hoelang ze in Nederland blijft? ‘Ik ben net terug uit Kopenhagen, waar ik misschien ga samenwerken met Space 10 (het Future Living Lab van Ikea, red.). Als dat doorgaat, verhuis ik wellicht naar de Deense hoofdstad.’ Overmorgen vliegt ze naar Madrid voor een lezing. ‘Mijn moeder gaat mee, erg gezellig.’
Ja, ze heeft het best goed voor elkaar. Dat beseft ze zelf ook. ‘Als ik mijn leven een cijfer tussen 1 en 10 zou moeten geven, gaf ik het een 13.’ Tot zover Marjan van Aubel op een mindere dag.
Lees meer in FD Persoonlijk, het weekend magazine van Het Financieele Dagblad over mensen, cultuur, lifestyle, reizen, carrière en personal finance.