Het virus sloeg een miljoenengat in de begroting van haar museum. Zijn onlinesupermarkt verkocht juist miljoenen meer. Michiel Muller (Picnic) en Annabelle Birnie (Hermitage Amsterdam en De Nieuwe Kerk) over ondernemen in coronatijd. ‘Kunst niet-essentieel verklaard? Die woorden ga ik niet eens in de mond nemen.’
Ondernemen is voor Muller en Birnie een soort tweede natuur. Allebei staan ze altijd aan.Fotografie: Casper Rila voor het FD.
De aanleiding voor het dubbelinterview valt na een paar minuten al weg. Het idee: een coronawinnaar en een coronaverliezer met elkaar in gesprek. Maar Michiel Muller (57) voelt zich geen winnaar. En Annabelle Birnie (53) voelt zich geen verliezer. Toch hebben ze genoeg te bespreken. Ondernemen is voor beiden een tweede natuur.
Allebei hebben ze meer ideeën dan tijd om ze uit te voeren. Allebei staan ze altijd aan. Verder zijn ze het vrijwel altijd roerend eens, waardoor het gesprek soms afdrijft richting een eensgezinde netwerkborrel, af en toe hinderlijk onderbroken door de interviewer.
Als kersverse directeur van de Hermitage ontvangt Birnie in de Vriendenlounge van het museum, een regentenkamer met uitzicht op de Amstel. Op de gang hangen portretfoto’s van politicus Sylvana Simons en ex-voetballer Ruud Gullit in kostuums uit de Gouden Eeuw. De foto’s horen bij de tentoonstelling ‘Hollandse Meesters Her-zien’, die de 17de en 18de eeuw in een nieuw perspectief wil plaatsen. Gouden eeuw voor wie? In die periode werden mensen van kleur tot slaaf gemaakt.
Annabelle Birnie komt tijdens het gesprek bedachtzaam over, maar ze is niet bang aangelegd. ‘Ik wist dat het pittig ging worden, toen ik deze baan een halfjaar geleden aannam. Toch heb ik het gedaan. In mijn vorige baan deden we onderzoek naar de culturele sector: waar gaan de coronaklappen het hardst vallen? Bij de niet-gesubsidieerde musea, zo bleek. En dat zijn wij: zowel De Nieuwe Kerk als de Hermitage moet het hebben van ondernemerschap, zonder structurele subsidies.’
Muller is de medeoprichter van websupermarkt Picnic, bekend van de elektrische boodschappenauto’s. Sinds zijn succes met de onbemande Tango-tankstations, pechhulpverlener Route Mobiel en Picnic is hij een bekende ondernemer: een die boeken over ondernemen schrijft en andere ondernemers adviseert. Muller is zo iemand die bijna altijd lacht, zonder dat het nep is. Hij ziet gewoon overal wel de grap van in.
Met Picnic gaat het goed: de boodschappenwagentjes rijden behalve in Duitsland nu ook rond in Frankrijk. De websupermarkt groeit hard en maakt verlies, maar mikt dit jaar op een omzet van 1 miljard euro. ‘In de coronacrisis zaten we ontegenzeggelijk aan de goede kant, maar corona heeft enorme invoed gehad, ook op ons. We hebben 5000 mensen in dienst en wisten helemaal niks van dit virus. Ga je er dood aan? Geen idee. Je wilt dat mensen veilig zijn. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen iedereen in onze distributiecentra elke week te testen. Sinds vorige zomer al, lang voordat die massatesten er waren. Nog even afgezien van de kosten – die testjes kostten eerst 16 euro per stuk – is dat een behoorlijke belasting voor een organisatie. We hebben er tot op de dag van vandaag mee te dealen. Dus tja, winnaar? Er zijn leukere jaren geweest om hard te groeien.’
‘Ik vond het zwaar voor de mensen die we moesten ontslaan. Een kwart van onze medewerkers is zijn baan kwijt’
Annabelle Birnie
Bij de Hermitage kwam de coronacrisis juist hard aan. Het virus sloeg een gat in de begroting, waarop het museum bij het publiek moest aankloppen. Toch wil Birnie ook niet van verliezen spreken. ‘Omdat ik denk dat wij blijven bestaan. Natuurlijk was het anders bij ons. Het is frustrerend als je niet kunt doen waarvoor je op aarde bent, als culturele instelling. En ik vond het zwaar voor de mensen die we moesten ontslaan. Dus ik ga geen verhaal vertellen dat uitsluitend positief is. Uiteindelijk is een kwart van onze medewerkers zijn baan kwijt.’
Begrepen jullie dat musea niet-essentieel werden verklaard?
Birnie: ‘Ik heb dat eigenlijk nooit zo gehoord. Ik hoor dat nu van jou.’
Echt niet?
Lachend: ‘Of ik heb het tot nu toe genegeerd, dat kan ook. Maar ik voel het niet zo, dat wij niet-essentieel zijn verklaard.’ Serieuzer: ‘Ik ga die woorden eigenlijk niet eens in de mond nemen. Ik geef ze even terug.’
Na een korte pauze: ‘Ik zie dat functies die in onze maatschappij minder belangrijk leken tijdens de crisis in belang zijn gegroeid. Zoals de zorg, het onderwijs en de distributie van levensmiddelen. Tijdens een crisis zit je met z’n allen op een boot en moet je een goed zeil hebben. Dus doe je er alles aan om dat zeil goed te houden en heb je even minder aandacht voor andere aspecten van die boot. Dat wil níét zeggen dat die dingen niet belangrijk zijn. Het zegt niets over relevantie. De mens decoreert zijn omgeving al vanaf 3000 voor Christus, als het niet langer is. Dus dat ís relevant.’
Muller: ‘Heb je het gevoel dat kunst en cultuur juist relevanter zijn geworden tijdens de coronacrisis? Uiteindelijk hebben jullie met “Houd de Hermitage open” wel bijna een miljoen euro opgehaald bij het publiek.’
Birnie: ‘Er was zeker momentum om dit te kunnen doen. De vraag is: hoe houden we dit nu vast? Hoe blijven we ons positioneren als geefinstelling?’
Muller: ‘Ik bedoel eigenlijk: er is door covid wel iets gebeurd, in de hoofden van mensen. Denk je dat kunst en cultuur anders in ons hoofd zijn gaan zitten?’
Birnie: ‘Dat er een wezenlijke verandering heeft plaatsgevonden, bedoel je? Dat is een leuke vraag. Voor nu lijkt dat zeker zo. Ik heb wel gemerkt dat het publiek ons enorm heeft gemist. Door de donaties kunnen wij nog tentoonstellingen maken. Maar blijft dat zo, op termijn? Ik weet niet of dit gemis in de hoofden van mensen blijft zitten.’
Muller, grappend: ‘Misschien kan je het later wel als argument gebruiken. Weet je nog: toen alles dicht was en er geen tentoonstellingen en optredens waren?’
Birnie: ‘En weet je nog hoe rot dat voelde? En hoe saai het was?’
Muller: ‘Wil je je nooit meer zo rot voelen? Doneer nu.’
Muller: ‘Mijn moeder is een echte Rotterdamse en daar heb ik wel wat van meegekregen.’
De Tweede Kamer wil een tijdelijke solidariteitsheffing voor bedrijven die hoge coronawinsten hebben gemaakt. Hoe denken jullie daarover?
Muller: ‘Dat is natuurlijk totale onzin. Wat als het de hele zomer slecht weer is? Dan gaat iedereen naar het museum en niemand naar het strand. Moeten de musea dan geld overmaken naar de strandtenten? Gaan we dan steeds onderling afrekenen? Leuk idee, maar onzin. Ik denk dat de overheid het goed heeft gedaan. Ze heeft de mensen gesteund die door de maatregelen zijn ingeperkt. En dat is hartstikke goed gegaan: snel en ruim.’
Geen extra belasting voor Picnic dus?
Muller: ‘In Nederland betalen we gelukkig al belasting. Daar kunnen we nu die steunpakketten van betalen. Daar is belasting toch voor bedoeld?’
Birnie: ‘Ik ben het daar helemaal mee eens. De hele maatschappij heeft baat gehad bij sectoren die beter zijn gegaan. Stel je voor dat de supermarkten níét zo hard gegroeid waren. Dan hadden we toch niet voldoende eten gehad? Daarom moet je die groei niet afstraffen. Je zou moeten zeggen: dank je wel dat jullie het zo op orde hadden.’
Muller: ‘Absoluut.’
Birnie: ‘En je moet ook bedenken: veel mensen uit de horeca zijn in de supermarkten gaan werken.’
Muller: ‘Klopt, veel horecamensen die hun baan kwijtraakten, werken nu bij ons. Ook stewardessen. De gekste vogels kwamen ineens binnenlopen. Heel gezellig.’
Birnie: ‘Dus ik vind een solidariteitsheffing een onzalig idee. En ik denk dat ondernemers eigenlijk altijd zo kijken. Een ondernemer die het zwaar heeft gehad, zoals wij, gaat niet wijzen en zeggen: daar hebben ze meer gekregen. Ik ben er trots op dat zoveel Nederlandse bedrijven winst hebben gemaakt in deze tijd. Er moet toch iemand belasting betalen, om het land draaiende te houden? Zelf kunnen wij dat nu even niet.’
‘Veel horecamensen werken nu bij ons. Ook stewardessen. De gekste vogels kwamen ineens binnenlopen. Heel gezellig’
Michiel Muller
Birnie heeft het ondernemerschap meegekregen van haar ouders. Haar vader kwam uit een ondernemersgeslacht en had een eigen zaak als headhunter. Hij overleed in coronatijd. ‘Het afscheid zou toch al klein zijn geweest. Vanuit het ondernemerschap waren veel mensen in zijn leven klant en was zijn privékring beperkt.’ Haar moeder werkt nog steeds als kunstenaar. ‘Zij komt uit een familie van architecten, van woningbouwers en wederopbouw en is iemand die altijd kijkt wat er mogelijk is. Als ik een arm of een been zou verliezen, zou ze zeggen: wat kun je nog wel? Dat heb ik meegekregen.’
Muller: ‘Bijzonder, onze grootouders hebben dus precies hetzelfde gedaan.Mijn grootvader van moederskant was ook architect, ook wederopbouw. En mijn grootvader van vaderskant was ook ondernemer. Mijn vader heeft 42 jaar bij hetzelfde bedrijf gewerkt, hij was financieel directeur bij Fokker. Maar mijn moeder is een echte Rotterdamse en daar heb ik wel wat van meegekregen. Zij was fysiotherapeut, wat in die tijd een nieuw beroep was. Wat ga je dan doen, bij de heilgymnastiek? Naar iemand toe? En die gaat dan een beetje helpen met je spieren? Maar zij heeft dat heel lang gedaan.’
Birnie: ‘We hebben denk ik allebei moeders van een generatie waarvan veel vrouwen stopten met werken als ze gingen trouwen. Dus ik ben heel trots op mijn moeder dat ze nog steeds werkt. Ze is 77.’
Muller: ‘Zeker. En zoiets neem je dan toch wel over, als kind. Mijn moeder is ook blijven werken, in ieder geval toen ik naar de lagere school ging. Want ik kan me nog goed herinneren dat ik in de pauze altijd tussendoor naar huis ging, om een boterhammetje te eten. En dan was ik alleen thuis, want mijn broer en zus zaten op de middelbare. Dus zat ik daar “Killing Me Softly with His Song” van Roberta Flack te draaien en een boterham te eten. En dan ging ik op een gegeven moment weer naar school.’
Kijkend naar de kinderen die ze waren, erkennen Birnie en Muller dat ze waarschijnlijk de wind mee hebben gehad. Kinderen uit een veilig nest nemen misschien makkelijker risico’s – er is immers een vangnet. En wie risico’s durft te nemen, gaat eerder ondernemen. Toch zou de maatschappij creativiteit en ondernemerschap meer kunnen belonen, vinden ze.
‘Opportunisme wordt vaak negatief uitgelegd, ik vind het iets positiefs. Het gaat over mogelijkheden zien en pakken’
Michiel Muller
Muller: ‘Opportunisme wordt vaak als iets negatiefs uitgelegd, maar ik vind het iets positiefs. Omdat het gaat over mogelijkheden zien en die pakken.’
Birnie: ‘Jammer genoeg wordt kunst en cultuur in Nederland nog te veel gezien als een individuele belangstelling. Niet als collectieve beleving.’
Muller: ‘Kinderen zijn ontzettend geïnteresseerd in gekke dingen. Als iemand interesse heeft voor allerlei kunstvormen, zijn het kinderen wel. Maar gaandeweg raken ze dat kwijt. En dat zie je ook met ondernemerschap. Kinderen zijn superondernemend. Maar na twaalf jaar onderwijs zien ze eerder de beren op de weg dan de kansen. En denken ze: nou, dat ga ik niet meer doen.’
Birnie: ‘Daarom hebben we bij de Hermitage een educatief programma voor kinderen ontwikkeld, om die creativiteit te ontwikkelen. In ons gebouw zit trouwens ook het Museum van de Geest, met kunst van mensen met een achterstand tot de maatschappij. Zij hebben vaak niet de beperkingen meegekregen die de maatschappij ons oplegt, en kunnen dus veel vrijer denken. Dat moet je proberen te faciliteren. Niet voor niets hebben Picasso, Karel Appel en de hele Cobra-beweging goed gekeken naar de creativiteit van kinderen, en hoe je die kunt vertalen naar de maatschappij. Ik vind het leuk als volwassenen af en toe het kind in zichzelf de boventoon laten voeren.’
Muller: ‘Ons onderwijs is erg gericht op kennis, op rekenen en het vergaren van woordjes. Het creatieve is een beetje onderbelicht. Op mijn middelbare school deden we hoogstens een paar avonden per jaar aan kunst en cultuur. Er was weinig aandacht voor.’
Birnie: ‘Daar zit een beetje het schisma in onze maatschappij. Eigenlijk doen goede ondernemers en kunstenaars iets uitzonderlijks. Maar vanaf je schooltijd probeer je alleen maar in de groep te passen, en wordt die uitzondering twaalf tot achttien jaar lang niet beloond. Daar zit een gekke balans. Als maatschappij zou je die eigenzinnigheid moeten omarmen.’
Birnie hangt tijdens Pride de regenboogvlag uit. ‘Want wij zijn de Hermitage in Amsterdam en niet in Sint-Petersburg.’
Heeft u zelf gevoeld dat u zich moest conformeren?
Birnie: ‘Ik denk dat iedereen dat heeft. Iedereen die dit leest en even nadenkt, moet concluderen dat hij zich weleens heeft moeten aanpassen.’
Muller: ‘Tegelijkertijd vind ik dat de Nederlander desondanks behoorlijk ondernemend is. Met Picnic zitten wij ook in Duitsland en daar kleuren mensen veel meer binnen de lijntjes. Gewoon in het vliegtuig stappen en in het buitenland een bedrijf starten, dat hoort voor mij wel een beetje bij die gekke Nederlanders.’
Birnie: ‘Duitsland is veel hiërarchischer.’
Muller: ‘In Nederland zeg je tegen de baas: dat ben ik niet met je eens, hoe kom je daarbij?’
Birnie: ‘Als je dat in Duitsland doet, valt het gesprek stil.’
Muller: ‘En in Frankrijk ook. We zijn daar net begonnen met Picnic, dus ik ga af en toe die kant op en zit daar dan gewoon in de algemene ruimte. Maar laatst had een van onze bezorgers, een meisje van 21, een interview aan de krant gegeven. “Ja, het is zo’n leuk bedrijf, want ik zat laatst met de baas in dezelfde ruimte ...” Dus dat is daar een ding! Dat wij gewoon met iedereen praten.’
Birnie, lachend: ‘In Nederland krijg je als leidinggevende nog wat advies mee.’
Muller: ‘Ja, dat vind ik persoonlijk erg leuk.’
Birnie: ‘Wij hebben een rechtstreekse relatie met onze Russische collega’s, doordat wij een onafhankelijke franchise van de Hermitage in Sint-Petersburg zijn. En daar komen ook cultuurverschillen bij kijken. Ook in Rusland zijn ze wat hiërarchischer. Maar als je dat weet, kun je daar goed mee omgaan. Je moet alleen openstaan voor andere culturen. In Amsterdam zijn we misschien wel vrij en tolerant en open, maar als een ander dat niet is, moet je weten hoe je daarmee omgaat. Dat is ook empathie. Ik moet zelf ook goed kunnen schakelen, want ik ben directeur van de Hermitage en De Nieuwe Kerk. Dat zijn twee labels met twee verschillende doelstellingen en andere partners.’
Mogen die doelstellingen botsen?
Birnie: ‘Zeker. Qua inhoud zijn het echt twee verschillende entiteiten. Maar ik denk niet dat we ooit een anti-Russische tentoonstelling zouden maken in De Nieuwe Kerk. In theorie is dat wel mogelijk, maar ik ben überhaupt geen persoon die een tentoonstelling tegen iets maakt. Ik maak tentoonstellingen om de schoonheid van iets te laten zien. En mijn collega’s gelukkig ook.’
En een tentoonstelling over homorechten?
‘Ehm. Wij hebben met de Hermitage een samenwerking met het Staats Hermitage Museum en tonen zijn collectie. Maar als het Pride Amsterdam is, hangt hier de regenboogvlag. Want wij zijn de Hermitage in Amsterdam en niet de Hermitage in Sint-Petersburg. En hier in Amsterdam ondersteunen we de Pride-community.’
Muller: ‘Is dat ingewikkeld?’
Birnie: ‘Voor mij niet. Omdat wij hier al zo lang zitten, vlaggen we met trots.’ Feller: ‘Zo’n vraag naar een vlag is een beetje hetzelfde type vraag dat ik vroeger altijd kreeg, toen ik de kunstcollectie bij ING deed. “Hang je dan ook naakt in de kantoren?” Je zoekt op waar wrijving kan ontstaan, maar kunst is geen politiek.’
Gaat kunst niet ook over wrijving?
Birnie: ‘Zeker, anders geen glans. Maar kunst is kunst. Ze kan wel over politiek gaan, maar staat er altijd buiten. Of erboven zelfs, in mijn beleving.’
Muller, grappend: ‘Kunst gaat in ieder geval langer mee dan de gemiddelde politicus.’
Birnie: ‘Klopt, schilderijen gaan niet dood.’
Cv Annabelle Birnie
1968 Geboren in Schiedam
1993 Kunstbeleid en -management aan de Universiteit Utrecht
1997 Hoofd moderne en hedendaagse kunst, bij Sotheby’s
2000 Directeur Sponsoring, Art Management & Events, bij ING Groep
2012 Directeur Drents Museum
2017 Directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst
2021 Directeur Hermitage en De Nieuwe Kerk
Birnie woont in Amsterdam en is getrouwd. Ze is onder meer bestuurslid bij Stichting Fonds Willem van Rede, bij Museum Boijmans Van Beuningen, en bij Stichting Van Panhuys.
Cv Michiel Muller
1964 Geboren in Amstelveen
1989 Economie, Erasmus Universiteit Rotterdam
1990-2001 Diverse functies bij Esso/-ExxonMobil
2001 Directeur Tango
2004 Medeoprichter Route Mobiel
2010 Boek ‘Ervaringen van een serial entrepreneur’
2011 Investeerder in onder meer Vonq
2015 Boek ‘Ondernemen is een ABC’tje’
2015 Medeoprichter Picnic
Michiel Muller woont in Rotterdam, is getrouwd en heeft een zoon en twee dochters. Hij is onder meer voorzitter van het Erasmus Trustfonds en commissaris bij FD Mediagroep.
Dit artikel komt uit FD Persoonlijk, het weekendmagazine van het FD. Hier vind je meer persoonlijke verhalen, interviews en achtergronden toegespitst op thema’s als cultuur, design, mode en carrière.