Het klimaatfonds van €35 mrd is veelbelovend. Er is veel geld nodig om de CO₂-uitstoot in Nederland met 60% te verminderen in 2030. Maar de invulling van het fonds roept ook vragen op. Worden de middelen wel efficiënt besteed?
Punt is dat het nu een wirwar is van potjes en soorten financiering om klimaatprojecten een zetje te geven. Komen uit het fonds straks vooral subsidies die nooit terugbetaald hoeven te worden? Dat was het geval bij het Nationaal Groeifonds, dat zich nu gaat richten op onderwijs en onderzoek. Bij InvestNL werkt het anders, dat trekt op met private partijen en heeft €1,7 mrd voor aandelen- en schuldfinanciering. Ook liggen er enveloppen bij Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en provincies.
Zonder risico zijn deze elkaar overlappende geldpotten niet. In jargon heet dat het 'additionaliteitsrisico'. Prachtig, zo’n verhullend woord voor het risico dat de overheid subsidie verstrekt, terwijl marktfinanciering ook gewoon mogelijk is. U begrijpt wel dat deze problemen zich voordoen als het publieke geld ogenschijnlijk vrij te krijgen is.
Het additionaliteitsrisico komt neer op verdringing van private geldschieters. Voor de ondernemer die geld zoekt voor zijn technologie gericht op afname van broeikasgassen, is het geen moeilijke keus. Liever een gift uit een fonds dan financiering door een kapitaalverstrekker zoals InvestNL, die in ruil voor het publieke geld wel rendement vraagt of andere eisen stelt. Best vervelend voor de investeerders die zich van hun duurzame kant willen laten zien.
Het grootste probleem is de verspilling van geld van de belastingbetaler, omdat het schonere productiedoel ook goedkoper bereikt kan worden. Met zo’n rijkelijk gevuld nieuw klimaatfonds is daarom een extra scherpe blik nodig op de subsidietoekenning. Dat vraagt om continue bijstelling, omdat de CO₂-prijs stijgt. Twee jaar terug kostte een ton CO₂-uitstoot slechts €35, nu meer dan €80. Goed nieuws. Naarmate deze koolstofprijs traditionele verdienmodellen op zijn kop zet, vallen ook de rekensommetjes over wat wel of niet rendabel door de markt valt te financieren anders uit. Laat dat nou precies de bedoeling zijn van deze CO₂-beprijzing.
Als marktfinanciering mogelijk is, dan moet geld uit het klimaatfonds dat niet in de weg zitten. Misallocatie kan Nederland zich niet veroorloven, voor de aanleg van infrastructuur voor hernieuwbare energie, waar nu juist geen marktoplossingen voor zijn, zijn al tientallen miljoenen nodig. Een toets tegen verdringing verdient zichzelf terug. Plak daarom meteen een motto op het fonds. Doe het desnoods in verhullende Haagse taal: maak van het additionaliteitsrisico een optimaliteitskans.
Ria Roerink werkt bij DNB; de column geeft niet per definitie de mening van de bank weer.