
In het kort
- Er dreigt opnieuw ophef te ontstaan rond het UBO-register.
- Kleine beleggingsinstellingen trekken aan de bel over hoge administratieve lasten.
- Het ministerie van Financiën herkent de problemen en overlegt met belanghebbenden.
Kleine beleggingsfondsen noemen de huidige opzet van het UBO-register trusts onwerkbaar en trekken aan de bel. Daarmee dreigt opnieuw ophef rond het UBO-register, na achterstanden bij de Kamer van Koophandel, tegenwerking vanuit ondernemers en een ingrijpende aanpassing van de wet onder druk van het Europees Hof.
Het trustregister geeft inzicht in de personen die een rol of financieel belang hebben in trusts en soortgelijke juridische constructies, waaronder alternatieve beleggingsinstellingen. Er zijn oprichters, beheerders, juridisch eigenaren, bewaarders en investeerders in vastgelegd. Het trustregister bestaat naast het gewone UBO-register.
Gedoe
Anders dan de naam doet vermoeden, biedt het register meer dan een overzicht van trustbedrijven. Ook kleine beleggingsfondsen moeten zich er registreren. En dat is gedoe, zegt Sam Zwaan van AssetCare, een administratiekantoor voor beleggingsfondsen. Het platform is volgens hem complex en inflexibel, en zorgt voor hoge administratieve lasten. 'De samenstelling van beleggingsinstellingen kan vaak wisselen. Als een fonds gewaardeerd wordt — dat is het moment dat mensen in- of uit kunnen stappen — kan er veel instroom van investeerders zijn', zegt Zwaan. In theorie kan een fonds iedere dag van samenstelling veranderen.
In deze fondsen — in jargon AIFM (Alternative Investment Fund Managers) of 'lightbeheerders' — dient de minimale som per investeerder €100.000 te bedragen en mag de totale fondsomvang de €100 mln niet overschrijden.
Praktische invulling
Volgens Zwaan is niet het register zelf het probleem, maar de praktische invulling ervan. 'Honderden handmatige kliks', zo schetst hij de procedure. De fondsbeheerder moet, naast persoons- en NAW-gegevens, ook de omvang van het belang toevoegen, plus een kopie van een legitimatiebewijs. Wijzigingen moeten binnen een week worden doorgegeven, en een duidelijk overzicht ontbreekt. 'Ook mag maar één persoon in ons bedrijf de gegevens wijzigen. Dat zorgt voor continuïteitsrisico's.'
‘Het register trust zou alleen voor de registratie van trustbedrijven ingezet moeten worden', zegt Iris van de Looij, algemeen directeur van Dufas, de branchevereniging voor vermogensbeheerders. ‘Nu worden beleggingsinstellingen in een personenregister gezet.’
Daar komt bij dat medewerkers van beleggingsinstellingen volgens de huidige opzet hun persoonlijke DigiD moeten gebruiken om een beleggingsfonds te registreren. 'Dan hangt die registratie volledig aan die persoon, dat zouden we graag anders zien.’ Volgens Van de Looij is er veel welwillendheid om de problemen op te lossen bij het ministerie van Financiën, dat verantwoordelijk is voor het UBO-register.
Het ministerie zegt de problemen te herkennen. 'Er zijn gevallen bekend waarbij de registratie door de snelle of vele wisselingen van de belanghebbenden veel werk vergt. Dat is helaas het nadeel van die rechtsvorm', zegt de woordvoerder. 'Bij fondsen met meer dan 150 belanghebbenden geldt maar één registratie.'
Nederlandse specialiteit
Het UBO-register trust is een Nederlandse specialiteit. De meeste Europese lidstaten hanteren lichtere inschrijfregels. 'Gezien de specifieke integriteitsrisico’s van deze dienstverlening is er aanleiding om nationaal verdergaande regels te stellen dan Europeesrechtelijk vereist', schreef minister Kaag in een Kamerbrief uit januari.
De kleine belegginginstellingen ontvangen een bescheiden handreiking van het ministerie. Binnenkort wordt de inschrijfprocedure beperkt aangepast en moeten verschillende personen binnen een bedrijf mutaties kunnen doorvoeren. 'Om dat voor elkaar te krijgen is de inschrijftermijn verschoven naar uiterlijk 31 maart', zegt de woordvoerder van de minister.
Daarmee wordt het register opnieuw uitgesteld. Eerder besloot het Europees Hof dat het UBO-register alleen voor bepaalde instanties openbaar mag zijn.