En weer komt er een einde aan een instituut. Nadat afgelopen zondag duidelijk was geworden dat het 167 jaar oude Credit Suisse ophoudt te bestaan, blijkt donderdag dat Toshiba na 147 jaar het bijltje erbij neerlegt. Het Japanse industriële conglomeraat heeft een bod van omgerekend €14 mrd geaccepteerd van private-equityfonds Japan Industrial Partners (JIP). De overnamesom is beduidend minder dan vorig jaar nog werd geschat.
Na de operatie verdwijnt Toshiba, ooit de parel van de Japanse industrie, van de beurs. Het zal in stukken worden opgeknipt en doorverkocht. Daarmee komt er een einde aan een achtjarige saga, die door Japanse media tot Toshiba Theater was bestempeld. Het begon in 2015 met een pijnlijk boekhoudschandaal. Vervolgens ging het bedrijf in 2017 bijna failliet na een mislukte investering in een Amerikaans kernenergiebedrijf.
Toshiba, dat actief is in laptops en infrastructuur tot elektronica en kernenergie, bleef ternauwernood in leven, maar moest wel een meerderheidsbelang verkopen in zijn kroonjuweel: de geheugenchipstak. Ook moest het voor miljarden aan nieuwe aandelen uitgeven, die vooral bij agressieve buitenlandse investeerders terechtkwamen. De grootste was Effissimo Capital, een Singaporees fonds dat niet-aflatend druk op het Toshiba-bestuur uitoefende om waarde te creëren.
In 2018 leidde dat tot de verkoop van de pc-tak aan Sharp en twee jaar later tot een bestuurscrisis, toen Effissino een van zijn medeoprichters in de board wilde parachuteren. Na de weigering ontstond er een lange juridische strijd die Effissino uiteindelijk won, maar niet voordat uit rechterlijk onderzoek was gebleken dat het Toshiba-bestuur onder een hoedje had gespeeld met overheidsfunctionarissen om de uitkomst in hun voordeel om te buigen. Dit werd in Japan als zeer beschamend gezien.
Plannen om Toshiba in tweeën of drieën te splitsen werden gemaakt en weer van tafel geveegd. Totdat een jaar geleden werd besloten dat het zichzelf in de verkoop moest zetten. Uiteindelijk bleven er twee gegadigden over: overheidsinvesteerder Japan Investment Corp en private-equityfonds JIP, waarvan de laatste aan het langste eind trok.
Analisten noemen het bod van ¥2000 mrd extreem laag. Het biedt een premie van nog geen 10% ten opzichte van de marktwaarde van donderdag (¥1800 mrd) en ligt ¥500 mrd onder schattingen die vorig jaar nog de ronde deden.
Of ook aandeelhouders ermee akkoord gaan, is de vraag. Feit is dat ze inmiddels allemaal last hebben van Toshiba Fatigue, waarbij de koersontwikkeling ver achterblijft bij het marktgemiddelde. Nog in februari moest Toshiba een winstdaling van 90% over het laatste kwartaal van 2022 bekendmaken en ook het vertrek van de coo die tegen de regels in veelvuldig bonnetjes voor entertainment expenses indiende.
Tekst: Marcel de Boer