In wakkere kringen was het gemeengoed om de ultralage rentes die de Europese Centrale Bank hanteerde te verklaren vanuit de gedachte dat het met schulden overladen Zuid-Europa (lees: Italië) nu eenmaal geen 'gezonde' tarieven aankon. Toen Frankfurt vorig jaar toch besloot om zijn tarieven met grote sprongen te verhogen om de inflatie in te dammen, zouden de perifere problemen wel op een schuldencrisis uitdraaien, zo was de gedachte.
Om te voorkomen dat de markten op hol zouden slaan, besloot de ECB afgelopen zomer een verzekeringspolis in het leven te roepen: het transmission protection instrument. Met de TPI konden, mocht het nodig zijn, verschillen tussen landen beperkt worden. 'To Protect Italy' werd het instrument al snel genoemd.
Maar tot een crisis in Italië of elders in Zuid-Europa is het niet gekomen. Integendeel. De spread tussen Italiaans en Duits tienjaarspapier — dé barometer voor de gezondheid van de eurozone — beweegt het hele jaar al stabiel rond 180 basispunten, circa 70 punten onder het niveau waarop de ECB zich naar verluidt zorgen begint te maken.
In de afgelopen weken veroorzaakte de onrust in bankenland enorme bewegingen in de yields van Europese staatsleningen, maar onderlinge verschillen werden niet uitvergroot. Media buitelden over elkaar heen met verhalen over parallellen met de krediet- en schuldencrisis, maar van oplopende spanningen tussen Noord- en Zuid-Europa was geen sprake.
Een blik op de aandelenmarkt leert verder dat Milaan, Parijs en Madrid het dit jaar beduidend beter doen dan Amsterdam, Frankfurt, Helsinki en Wenen. En dat geldt tevens voor de meeste Zuid-Europese banken, óók in de afgelopen weken.
Volgens econoom Bert Colijn van ING zijn er verschillende verklaringen voor de rust op de markten. De aankondiging van TPI lijkt een kalmerende werking te hebben gehad, een beetje vergelijkbaar met het 'whatever it takes' van Mario Draghi in 2012. Verder hebben de zuidelijke economieën in het afgelopen jaar sterke groei laten zien. Het herstel na corona is krachtig, mede geholpen door de miljarden uit het EU-coronaherstelfonds.
Dat schept vertrouwen. En dat geldt ook voor de fikse daling van de schuldquote. Zo is dankzij de combinatie van hoge inflatie en meer groei de Griekse staatsschuld als percentage van het bbp met bijna 25 procentpunt gedaald sinds het derde kwartaal van 2021, aldus Colijn.
Ten slotte is het volgens hem duidelijk dat Zuid-Europese banken veel gezonder zijn dan tijdens de eurocrisis. Kapitaal- en liquiditeitsbuffers zijn groter, terwijl het aandeel slechte leningen op de balans fors is afgenomen.
De kans dat er, net als twaalf jaar geleden, weer een doom loop ontstaat tussen zwakke banken en zwakke overheden — dé angst van wakkere Haagse politici — is echt sterk afgenomen. En de markten weten dat.