Slaapt Dirk Scheringa nog rustig?
AFM en politiek hijgen in nek Scheringa. Slaapt hij nog rustig?
AFM en politiek hijgen in nek Scheringa. Slaapt hij nog rustig?
Maar u geniet nog van een ongestoorde nachtrust?
'Ja, daar heb ik geen moeite mee. Ik heb me zelf weinig te verwijten en blijf zowel in goede als in slechte tijden mezelf. We schakelen bij achterstanden bijna nooit deurwaarders in, maar financiële coaches. Die begeleiden onze klanten. Voor mensen die nu hun baan verliezen, treffen we een speciale regeling. Dankzij ons beleid hebben we een kleine betalingsachterstand. Voor de toekomst voorzien we geen problemen. Ik pleit overigens wel voor het vak ''huishoudboekje'' op de lagere school, zodat mensen al op jonge leeftijd goed met geld leren omgaan.'
Scheringa is geen doorsnee bankier. Zoals hij zelf vaak en graag vertelt, is hij een gewone jongen gebleven. 'Vraag het mijn kaartvrienden. Ik ben volgens hen nog precies dezelfde als eenendertig jaar geleden. Eigenlijk spreken alleen mijn kinderen mij aan met U. Dat is in de loop der jaren zo gegroeid, en is nu niet meer te veranderen. Ik heb veel gekregen en heb weinig hoeven inleveren.'
Dat klinkt wat onwaarschijnlijk. De ontwikkelingen die Scheringa de afgelopen decennia heeft meegemaakt, schetsen het ongekende succesverhaal van een jongen die op zijn zeventiende begon als leerling-handzetter in een drukkerij, waar hij letters op een rijtje priegelde en weer terug gooide in de juiste vakjes, tot de bankier en zakenman die hij nu is.
Dat 'gewone jongen verhaal', hoe geloofwaardig is dat nog? In het verleden was u prins carnaval in Opmeer, nu verschijnt u nergens meer zonder lijfwachten.
'De lijfwachten zijn helaas nodig. Op de redenen daarvan kan ik niet ingaan. Ik zie ze als persoonlijk assistenten. Daardoor kan ik er goed mee omgaan, kan ik hun aanwezigheid een plek geven. Ze zijn geen vrienden, dat kan niet. Ze moeten elke seconde scherp zijn om hun werk bekwaam te kunnen doen. Ik ben politieagent geweest en weet wat er bij komt kijken.'
'Ik ben gewoon Dirk, ik blijf mezelf en verder zoekt iedereen het maar uit. Als ik kijk naar wat ik nu heb, denk ik wel eens: dit is krankzinnig. Ik zie mezelf nog met die stofjas en zwarte handen in de drukkerij staan. Maar je doet het gewoon. Ik word er echt niet anders van. Ik verwonder me wel. Niks is gemakkelijk. Het is net als de Elfstedentocht, je moet blijven schaatsen, de hele dag. Ook op de moeilijke trajecten met veel tegenwind.'
U loodst DSB Bank ogenschijnlijk succesvol door de crisis. Hoe doet u dat?
'We zijn slim, denk ik. We zitten er bovenop. Ik zag in april 2007 dat er wat aan de hand was in de samenleving. Ik voelde dat het moeilijker zou worden om aan geld te komen. Daarop heb ik de spaartarieven aangepast en nieuwe producten geïntroduceerd, zoals de Zilvervloot. De miljoenen stroomden al snel binnen, op dit moment hebben we meer dan vier miljard euro aan spaargeld. Toen de crisis begon hadden we dus voldoende geld in kas. Tijdens het hoogtepunt van de malaise, vorig jaar in september en oktober, kregen we er 10.000 spaarklanten per week bij. Die vreesden voor het voortbestaan van hun eigen bank. Het was echt paniek.'
'De beslissing de kas te vergroten was puur intuïtief. Ik lees veel, volg de actualiteit, krijg een constante stroom van informatie binnen en verwerk dat met gevoel. Ik had ook geld uitgeleend aan Landsbanki. Dankzij mijn team heb ik het op tijd weggehaald. Wij zagen dat het wantrouwen toenam en zijn snel in actie gekomen. Verder heb ik nooit geïnvesteerd in de Amerikaanse hypotheekmarkt. Daar hebben we dus ook niet op hoeven afschrijven.'
'Ik leen nu niks meer uit aan banken. Ik ben eigenlijk een erg saaie bankier. Mijn eigen vermogen zit in de bank, dat maakt me misschien ook iets behoudender. Bovendien zou ik mijn klanten niet meer onder ogen durven komen als ik hun spaargeld had verspeeld. Ik wil dat DSB over tien jaar nog bestaat. Het ziet er goed uit. In 2008 hebben we plusminus 50 miljoen euro netto verdiend. Dit jaar liggen we goed op koers, de winst lijkt nog hoger uit te vallen dan verleden jaar.'
U viert niet alleen successen in het bankwezen, ook met voetbal, schaatsen, kunst...
'Ik twijfel eigenlijk nooit aan mezelf en ik bemoei me overal mee, dat vind ik heerlijk. Zelfs de kleur op het toilet van de kleedkamer van AZ heb ik uitgekozen. De spelers keken wel een beetje verbaasd: ''Lila deuren'', riepen zij in het begin vol afschuw. Maar al snel voelden zij zich daar volkomen op hun gemak. Als je bij FC Utrecht naar de wc gaat, knal je er bijna vanaf vanwege de schreeuwende rood-witte tegeltjes. Bij ons kom je juist heerlijk tot rust.'
Neemt u echt alle beslissingen zelf?
'Nee, ik kan het werk ook heel goed aan anderen overlaten. Maar zij moeten wel over de nodige kwaliteiten beschikken. De juiste mensen aannemen, dat is mijn kracht, en mede de basis voor mijn succes. Ik wil de besten. Sommigen voelen zich snel bedreigd door mensen die misschien beter zijn dan zij zelf. Maar ik ben de beste, daar hoef ik dus niet bang voor te zijn.'
Worden uw medewerkers niet gek van alle bemoeizucht?
'Ik kan goed samenwerken, snel besluiten. Op tenen staan? Natuurlijk zijn er wel eens mensen met een kwade kop vertrokken, maar zij pasten sowieso niet in het team. Over het algemeen valt het mee. Je moet goed luisteren. Empathie is heel belangrijk. Het gaat erom dat je alles goed door praat. Goede argumenten op een rij zetten, dan zelf de beslissing nemen.'
'Maar ik ben geen dictator in een ivoren toren. Als mijn adem stinkt, verwacht ik dat mijn mensen mij daarop aanspreken. Het is belangrijk om elkaar de waarheid te zeggen, met respect natuurlijk. Bij DSB Bank communiceren we gemoedelijk, maar wel scherp.'
'Met mensen die de kantjes er van aflopen, heb ik grote moeite. We werken hier ook nog gewoon veertig uur per week. Ik weiger mee te werken aan arbeidstijdverkorting. Alleen de ouderen krijgen extra vrije dagen. Natuurlijk zorg ik wel voor goede faciliteiten. We hebben hier dan ook een eigen crèche met veertig baby's. Met hard werken valt veel te bereiken.'
Maar hoe word je echt goed?
Scheringa staat op, loopt naar een kast en komt terug met een aantal mappen. 'In 1976 ben ik thuis op de slaapkamer mijn eigen bedrijf begonnen, de voorloper van DSB. Dit zijn de twee eerste boekhoudschriften.' Ernaast ligt een beduimelde plastic insteekmap met foto's en een groene multomap vol diploma's. Scheringa komt in alle hoedanigheden voorbij. Als jonge vader, tijdens de eedaflegging bij de politie, met een struikje op het hoofd in militaire dienst, in judopak, verscholen achter een grote trommel, met AZ op het veld, naast Louis van Gaal en natuurlijk ontbreekt de verlovingsfoto met zijn vrouw Baukje niet.
'Ik heb alles gedaan, heb een brede achtergrond. Mijn leven is een soort marathon. Ik ben leergierig, wil me altijd ontwikkelen. Een ander gaat 's avonds tv kijken, ik werk liever door. Daarbij moet ik het vooral hebben van mijn doorzettingsvermogen. In een verslag van de politie academie werd al vermeld: loopt wat houterig. Maar ik was mooi wel de snelste van de klas. En als verdediger in mijn voetbalteam was mijn techniek weliswaar zeer beperkt, maar ik liet geen aanvaller passeren.'
Scheringa is zelfs trots op zijn kleinste prestaties. 'Kijk.' Hij vist een klein oranje kaartje uit de groene multomap: mijn dansdiploma. Engelse Wals een 8.'
U bent inmiddels 58. Wordt het zo langzamerhand niet tijd om uw twee zoons klaar te stomen voor de opvolging?
'Nee, absoluut niet', zegt hij resoluut. 'Ik vind het niet verstandig om mijn kinderen daarmee op te zadelen. DSB Bank is inmiddels een bedrijf met drieduizend werknemers. het is te groot, dat kun je ze niet aandoen. Ik ben er stap voor stap ingegroeid.'
'Mijn kinderen moeten in de eerste plaats gelukkig worden. Ik probeer ze als vader daarbij zo veel mogelijk te coachen. Dat gaat goed. Ze kiezen elk hun eigen pad. De jongste is 21 en heeft een eigen evenementenbedrijf. De oudste van 25 gaat studeren en twijfelt tussen rechten en de luchtvaart.'
Bovendien ben ik zelf nog lang niet van plan om te stoppen. Ik vind het heerlijk om te werken, vooral in deze tijd. Als we niet oppassen, kan de wereld door de crisis op de kredietmarkt zakken naar een veel lager welvaartsniveau. De ellende is nog lang niet voorbij, en ik wil graag een bijdrage leveren aan de oplossing. Misschien wel als minister.' Om dat laatste moet hij zelf lachen.