Art Cologne

Karel Ankerman

Hoge kwaliteit, geen hypes. In Keulen hebben ze het goed begrepen.

De kleine stand van galerie KOW uit Berlijn oogde als een grote kijkdoos. Aan de pikzwart beschilderde wanden hingen conceptuele fotowerken van Santiago Sierra, Julius von Bismarck en Barbara Hammer. De museaal ingerichte ruimte is tekenend voor de kunstbeurs Art Cologne; ook de vorige weekend afgesloten 46ste editie stond volledig in het teken van de kunst.

Het zijn beurzen als Art Cologne die op langere termijn de grootste kans maken om op de grillige kunstmarkt het hoofd boven water te houden. De Duitsers hebben het goed begrepen. Een beurs met hoge kwaliteit maar zonder hypes trekt de beste galeries en het meeste publiek. Duitsland heeft vergeleken met omringende landen niet alleen een gezonde kunstmarkt, een koopkrachtig publiek en een druk bevolkt galerielandschap, maar Duitse kunstenaars nemen ook de hoogste plaatsen in op de top 100 van de kunstmarkt.

De niet-commerciële presentaties en speciale projecten kregen ruim de kans en het toegestroomde publiek, naar schatting 80.000 man, kon in volle concentratie het ruim opgestelde aanbod opzuigen. In Keulen is alles ondergebracht in twee overzichtelijk ingerichte hallen. De beursdirecteur en voormalig galerist Daniel Hug uit Los Angeles staat sinds 2008 aan het roer van de oude beursdame en hij is erin geslaagd het niveau van de beurs elk jaar op te voeren.

Dit jaar zorgde hij voor een primeur door het binnenhalen van de Amerikaanse kunstbeurs Nada, de New Art Dealers Alliance. Zo vulde hij het contingent jonge internationale galeries aan. De beurs houdt de koers vast die zij drie jaar geleden insloeg met manifestaties als Art Talks, New Positions en New Contemporaries, het evenement dat jonge galeries een duwtje in de rug geeft. De hal met de moderne klassieken ademde geld en goede smaak en werd bevolkt door galeries met Picasso’s, Miro’s, Kiefer en Baselitz in de aanbieding.

Zo presenteerde Galerie Schwarzer uit Düsseldorf gouaches en bronzen van Marino Marini en reserveerde een aparte ruimte voor twaalf schilderijen van Emil Nolde, die gemiddeld €300.000 per stuk moesten opbrengen. Konrad Fischer bracht nieuwe, kleine beelden in brons en gietijzer van Tony Cragg, een wandvullend fotowerk van Gilbert & George en de nieuwe serie foto’s van Thomas Ruff die gemaakt zijn met behulp van satellietfoto’s van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa.

De jongere lichting galeries op de bovenverdieping bracht zonder opsmuk werk van gevestigde en opkomende hedendaagse kunstenaars. Galerie Buchmann uit Berlijn verraste met schitterend Muranoglaswerk van Wilhelm Mundt, dat op de preview voor €12.000 per stuk van de hand ging. Galerie Nächts St. Stephan bood schilderijen aan van Bernard Frize en Helmut Federle. De galerie uit Wenen presenteerde ook een gloednieuw werk uit de serie Kartoffelbildern van de Duitse Imi Knoebel. Galerie Akinci uit Amsterdam bracht drie houten koppen van de Duitse beeldhouwer Stephan Balkenhol mee naar Keulen.

Er was op de beurs opvallend veel werk te zien van de in 1996 overleden schilder William Copley, de vader van de ‘bad-painting’. De wereld van Copley is die van bars, bordelen en gokhuizen en zijn werk valt buiten elke kunsthistorische stroming. Een jaar voor zijn dood maakte hij het schitterende werk Outrageous Black and White dat nu bij galerie Linn Lühn uit Düsseldorf voor €32.000 werd aangeboden. www.artcologne.com

De hal met moderne klassieken ademde geld en goede smaak: Picasso, Miro, Kiefer

Beeld van Neo Rauch bij galerie Eigen + Art uit Leipzig.