Dit weekend is de apotheose van het WK wielrennen. In Spanje, het land dat met de Vuelta de mooiste ronde kent.
We zagen er op televisie maar weinig van, maar de Vuelta was weer met afstand de mooiste grote wielerronde van het seizoen. En dat is eigenlijk al jaren zo. Vroeger was de Spaanse wegwedstrijd de slungelige stiefbroer van de Giro en Tour en publicitair blijft de Vuelta in hun schaduw, maar sportief en als schouwspel steekt zij – althans in mijn ogen – momenteel boven beide ‘concurrenten’ uit.
De Ronde van Spanje was ook met afstand de opwindendste van het jaar. De Colombiaan Nairo Quintana en de Italiaan Vincenzo Nibali in nog sterkere mate hielden Giro en Tour in een dusdanige wurggreep, dat er in het slotweekend alleen nog kruimels te verdelen waren. Maar in Spanje brandde de strijd andermaal tot in de laatste spekgladde tijdritkilometers. Het gat van 1,37 minuten tussen de eerste en tweede plek was het grootste van de afgelopen vier edities – wat aangeeft hoe spannend de Vuelta de laatste seizoenen is.
Vroeger dacht ik dat er in Spanje in de coulissen van het grote wielertoneel werd gekoerst, in een jaargetijde dat de grote meneren van de Tour elders op krachten kwamen; in Spanje konden ‘tweederangs’ ronderenners nog een slag slaan: Fransman Laurent Jalabert, Ier Seán Kelly of Colombiaan Luis Herrera. In 1977 won de Belgische sprinter Freddy Maertens niet alleen het eindklassement, maar ook dertien van de negentien etappes.
Uiteraard waren er de onvermijdelijke eigen winnaars, want als de omstandigheden erom vroegen werkten de Spaanse ploegen eendrachtig samen om een landgenoot de winst te bezorgen. Dat lukte maar liefst tien keer in de laatste vijftien Vuelta’s. Maar wanneer het zo uitkwam, bestreden ze elkaar ook fel. Zelden was een gevecht zo fascinerend als in 2012 tussen Alberto Contador en Joaquim Rodríguez.
Het was in dat jaar, in Spanje, dat de organisatoren een sterk statement maakten: het strijdtoneel van de grote ronden is niet het vlakke land, maar het hooggebergte. Hoewel op dat terrein de kracht van de ploeg bijdraagt aan een goede klassering, draait het daar altijd uit op een man-tegen-mangevecht. En dus maakten ze in Spanje de ritten korter en steiler. De Vuelta schrijft daarmee het scenario voor de toekomst van het ronderennen.
De Vuelta is de laatste jaren ook een ronde waarin grote namen zich willen revancheren voor een mislukte Giro of Tour. ‘Want’, zoals zanger Frank Sinatra eens zei, ‘een groot succes is de beste wraak.’
Het strijdtoneel van de Vuelta is in de bergen