Hans de Jongh
Amsterdam
Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) moet zich er nog over uitspreken, maar wie de ontwikkelingen volgt in het middelbaar beroepsonderwijs ziet dat het einde nabij lijkt voor de regionale opleidingscentra. Dat zijn — voor de leek — de fusieproducten die in de jaren negentig zijn ontstaan tussen mbo-instellingen. Technische scholen gingen samen met opleidingen in de zorg, de horeca en noem maar op.
Daar is men van aan het terugkomen, eerst in Rotterdam en nu lijken ook Amsterdam, Utrecht en Amersfoort aan de beurt. Deze laatste drie steden vormen de regio’s waarin het voormalige Amarantis werkzaam was. Deze instelling viel vorig jaar uiteen door grote financiële perikelen.
Eind vorige week kwam een rapport uit over hoe het verder moet met de voormalige Amarantis-onderdelen. In het advies, opgesteld onder leiding van de Tilburgse hoogleraar Marc Vermeulen, wordt onder andere aangeraden om twee kleine mbo-instellingen te laten fuseren met twee grotere in zowel Utrecht als Amersfoort. Dit lijkt een advies dat aanstuurt op verdere versterking van de roc-gedachte.
Het tegendeel is het geval. Het meest opvallende is dat het rapport aandringt op één apart techniekcollege in de regio Amersfoort en Utrecht en op specialisatie van het ROC TOP in Amsterdam. Dat zou zich voortaan alleen moeten richten op ‘zorg’ en ‘zakelijke dienstverlening’.
Hiermee sluit het rapport ‘Slimmer samen’ aan bij plannen die eerder in Rotterdam zijn gepresenteerd. Daar zitten twee roc’s, het Zadkine en Albeda College, die hun opleidingen willen samenvoegen om ze vervolgens in kleinere, afzonderlijke scholen af te splitsen. Toen het idee voor deze opsplitsing werd gelanceerd, was de vraag of dit het begin van het einde is van de grote, anonieme ‘onderwijsfabrieken’. Als het aan Vermeulen ligt wel. ‘Althans in de zin dat regionale opleidingscentra allerlei opleidingen alleen in de volle breedte moeten aanbieden. Dat idee is rijp voor heroverweging.’
Instellingen moeten zich volgens hem kunnen richten op specifieke vakgebieden om de herkenbaarheid te vergroten. Die noodzaak is er vooral bij het technisch onderwijs. Enerzijds lopen daar de leerlingaantallen terug, anderzijds is er juist een grote vraag naar vaklui. Maar de stap richting gespecialiseerde mbo-colleges kan nog wel een zetje in de rug gebruiken, menen Vermeulen en de andere opstellers van het rapport ‘Slimmer samen’. Zij roepen Bussemaker daarom op om afstand te nemen van de zogenoemde ‘breedte-eis’ die volgens hen nu nog aan roc’s wordt gesteld. ‘Dit is noodzakelijk zodat onderwijsinstellingen de ruimte krijgen zich te specialiseren en profileren.’ Bussemaker heeft toegezegd snel te reageren.
‘We moeten heroverwegen of roc’s opleidingen in de volle breedte moeten aanbieden’