Eva Rooijers Amsterdam Leeuwarden is vrijdag verkozen tot Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Daarmee gaf Leeuwarden concurrenten Eindhoven en Maastricht het nakijken. De Friese hoofdstad gold lange tijd als de underdog, alleen al omdat ze met € 74,3 mln het kleinste budget beschikbaar had. Maastricht had een budget van € 80 mln en Eindhoven van € 134 mln. Leeuwarden wist de dertienkoppige jury, die bestaat uit culturele spelers uit Nederland en Europa, te charmeren met een plan waarin de Friese gemeenschapszin, ‘mienskip’, centraal staat. Volgens Oeds Westerhof, de directeur van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018, sluit de stad daarmee goed aan bij de huidige trend van ‘dingen samen doen. Wij willen dat Friese gemeenschapsgevoel laten zien en op Europees niveau uitdragen.’ Het is de bedoeling dat de Europese culturele hoofdstad de verscheidenheid aan culturen in Europa voor het voetlicht brengt. Tegelijkertijd is het een manier om je als stad op de kaart te zetten en de lokale economie een duwtje in de rug te geven. Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld iedere euro die wordt geïnvesteerd in de culturele hoofdstad het dubbele aan inkomsten opbrengt. Bijvoorbeeld door een toename van het toerisme. Maar een klein deel van die investering komt van de Europese Unie. Leeuwarden rekent op een bijdrage van € 2,5 mln. De gemeente, de provincie en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland investeren gezamenlijk € 38,3 mln. De verwachting is dat de private sector € 16 mln bijlegt en het Rijk € 7,5 mln. Het overige deel van het budget moet komen van maatschappelijke en culturele organisaties en opbrengsten uit tickets. Ieder jaar mogen twee landen een stad aanwijzen. Ook de Maltese hoofdstad Valletta mag zich in 2018 Europese hoofdstad noemen. Eerder waren Amsterdam (1987) en Rotterdam (2001) de culturele hoofdstad van Europa. ‘Wij willen dat Friese gemeenschapsgevoel laten zien en op Europees niveau uitdragen’