Martine Wolzak en Vasco van der Boon
Amsterdam
SNS Reaal kocht in 2006 met Bouwfonds Property Finance een vastgoedbank die toen al jaren slecht grip had op haar kredietverlening. Dit blijkt uit het komende week verschijnende boek De val van SNS Reaal, geschreven door vijf FD-redacteuren.
Het boek put uit niet eerder bekend geworden vertrouwelijke notulen van de bestuursvergaderingen van Bouwfonds. De notulen reiken tot vlak voor de overname in 2006 van het halve Bouwfonds door bank-verzekeraar SNS Reaal.
Een rode draad in de vergaderingen is onduidelijkheid over het bedrag dat uitstaat bij vastgoedklanten. Dat wekt zorg als het grote omstreden klanten betreft zoals Willem Endstra en diens toenmalige zakenpartner Klaas Hummel. Vastgoedhandelaar Endstra, die in 2002 als ‘bankier van de onderwereld’ bekend raakt, prijkt vrijwel wekelijks op de agenda. Bouwfonds bespreekt geen enkele schuldenaar zo vaak.
Volgens de notulen heeft het bestuur al op 10 februari 1998 ‘opnieuw gerappelleerd om een rapportage Hummel/Endstra’. De vraag blijft de daaropvolgende jaren voortdurend onbeantwoord terugkomen, terwijl het bedrag dat Bouwfonds hun leent, blijft stijgen.
Er is veel vraag naar vastgoedleningen van Bouwfonds. Op voorstel van directeur Bertus Pijper gaat het budget van Property Finance van ƒ 750 mln naar ƒ 2 mrd. Het bestuur besluit het maximaal te lenen bedrag per klant te schrappen omdat voor vastgoedfinanciering ‘niet de debiteur maar het project bepalend is’. De bank opent zo de deur voor een concentratie van risico’s bij een handvol schuldenaren.
SNS Reaal wordt pijnlijk met de gevolgen van dit beleid geconfronteerd. Vlak voor de nationalisatie in 2013 constateren externe onderzoekers verbijsterd dat de vastgoedbank een tiental heel grote klanten heeft, waarbij rond de 10% van het eigen vermogen van de bank uitstaat.
Op 19 mei 1998 constateert Bouwfonds dat het ‘het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bevreemdt dat we geen bonafiditeits- onderzoek doen naar de achtergronden van zakelijke relaties’. Sancties blijven uit.
Op 26 mei is er discussie omdat ‘Hummel/Endstra onlangs wederom in opspraak zijn geraakt en Bouwfonds door de persberichten kan worden geassocieerd met vermeende onzuivere praktijken van deze heren’. Geen probleem, concludeert het bestuur, want ‘het betreft een bestaande relatie en de zakelijke gegevens geven geen aanleiding voor een afwijzing’. Wel stelt het bestuur ‘vooralsnog geen nieuwe aanvragen van deze heren in behandeling te nemen totdat een antecedentenonderzoek heeft plaatsgevonden’.
Binnen een week krabbelt Bouwfonds terug omdat Property Finance ‘er moeite mee heeft om lopende onderhandelingen met de heren Hummel/Endstra af te breken’. Het bestuur besluit ‘concrete aanvragen’ van Endstra voortaan ‘op hun merites’ te beoordelen. Dat leidt tot meer krediet zonder antecedentenonderzoek.
Een bestuurder schat in 1998 dat Bouwfonds bij het duo ƒ 200 mln heeft uitstaan. Hij meent dat Bouwfonds ‘40% van de activiteiten van de genoemde heren financiert en daarmee hun grootste geldgever is’. ‘In afwachting van definitieve besluitvorming worden geen nieuwe financieringen verstrekt aan beide heren,’ heet het opnieuw. Maar in de daaropvolgende jaren keurt Bouwfonds toch weer nieuwe kredieten goed voor Endstra en Hummel. Het argument luidt nu dat de Nederlandsche Bank toestaat dat een debiteur maximaal ƒ 250 mln leent van Property Finance. Hoewel het overzicht nog steeds ontbreekt, meent het bestuur dat Endstra en Hummel onder het plafond zitten.
De kredietkraan voor Endstra en Hummel blijft open. Zelfs nadat Justitie in januari 2002 een inval doet bij Bouwfonds in verband met een strafonderzoek naar een Bouwfondsmedewerker, Endstra en Hummel. Voor het eerst is er aarzeling over de eigen vastgoedbank: ‘De raad van bestuur heeft twijfels bij de informatie die Property Finance verstrekt.’
Als Bouwfonds is overgenomen door ABN Amro (in 2001) constateert het nieuwe bestuur onder leiding van Henk Rutgers dat onderzoek door de Nederlandsche Bank naar Bouwfonds resulteert in het ‘eindoordeel dat de mate van risicobeheersing door de organisatie onvoldoende is’. Volgens de notulen heeft Bouwfonds op 8 oktober 2002 nog steeds geen kredietlimieten voor klanten of groepen klanten ingesteld. Pas op 11 maart 2003 stelt Bouwfonds een limiet vast voor klanten van Property Finance van 10% van het garantievermogen van de vastgoedbank. Dat betekent dat een klant van Bouwfonds Property Finance maximaal € 150 mln mag lenen.
Voorjaar van 2004 ontdekt Bouwfonds dat tegen de regels van de Nederlandsche Bank (DNB) in aan twee vastgoedklanten meer dan 10% van het vermogen van de vastgoedbank is uitgeleend. Bestuursvoorzitter Rutgers klaagt op 9 maart 2004 dat de controlerend accountant de kredietverlening bekritiseert.
Ook de koper, SNS Reaal, kampt volgens het boek De val van SNS Reaal tot een jaar voor de overname van Bouwfonds Property Finance met grote tekortkomingen in de interne controle en de administratieve organisatie. Nog in 2005 klaagde DNB hierover. In 2006 staat DNB toe dat het rammelende SNS het even rammelende Bouwfonds Property Finance koopt.
Verruiming De kredietkraan blijft open, ook na een inval door Justitie in januari 2002
Laat Bouwfonds stelt pas in 2003 een kredietlimiet vast voor klanten van Property Finance
Cees Hakstege
(Vice)voorzitter Bouwfonds 1992-2001
Nu gepensioneerd
Staat in hoger beroep terecht voor vastgoedfraude
Klaas Hummel
Voormalig zakenpartner van Endstra
Bouwfonds-klant in 2006 door SNS geweigerd
Betaakt Hakstege tot in 2004 voor onduidelijke tegenprestaties