VAN ONZE REDACTEUR
Sir Nicholas Scheele, ex-coo van Ford, is door private equity van stal gehaald voor een bod op Jaguar en Land Rover.
AMSTERDAM — Private equity voert graag oorlog met huurlingen. Toen Cerberus Capital Management dit voorjaar Chrysler in het vizier kreeg, huurde de investeerder meteen een stel ex-Chrysler-managers; mannen die het verschil maken in het voor private equity sterk competitieve overnameklimaat.
Nu Ford de merken Land Rover en Jaguar in de etalage heeft gezet, dreigt er net als bij Chrysler een overnamestrijd te ontbranden. Wie beter in te huren dan sir Nicolas Scheele (spreek uit ‘sjie-la’), de voormalige nummer twee van Ford en ooit de ‘Mr Fix-it’ van Jaguar? Het Amerikaanse Ripplewood wist de gepensioneerde Scheele aan boord te krijgen, speciaal met het doel de twee merken van Ford binnen te slepen, zo schreef Business Week gisteren op basis van anonieme bronnen. Volgens verwachting moet dat klusje voor het eind van het jaar geklaard zijn.
Met zijn 63 jaar en decennia lange ervaring mag Scheele gerust een industrieveteraan genoemd worden. Bovendien is de Brit intiem vertrouwd met Jaguar. Voordat Ford hem in 2000 benoemde tot coo en baas van de Noord-Amerikaanse activiteiten, was Scheele ceo van het van oorsprong Britse automerk, dat bij zijn aantreden in 1992 — net als nu — worstelde met terugvallende verkoop. Uit die tijd stammen zijn aanvaringen met de Engelse vakbonden; een van de voordelen die Scheeles ervaring meebrengt.
Maar de concurrentie heeft ook niet stilgezeten bij de rekrutering van huurlingen. De andere mogelijke bieder op Jaguar is One Equity, waar de voormalige ceo van Ford Jacques Nasser een adviserende rol heeft. Scheele diende korte tijd onder deze beruchte saneerder, totdat hij in 2001 plaatsmaakte voor William Clay Ford.
Het contrast tussen de Britse gentleman Scheele en de als spijkerhard getypeerde Nasser is altijd breed uitgemeten in de pers. Waar de hautaine ceo zich in dure pakken altijd wat ongemakkelijk bewoog tussen de dealers, liep Scheele rond in een shirt met korte mouwen. Vaak opgetekend is de ontspannen manier waarop hij met medewerkers omging, van wie hij velen bij de voornaam kende. De beroerdste boodschappen wist hij te verpakken in de keurigste bewoordingen. Scheele had ook uitstekende persoonlijke banden met de Ford-familie, iets wat Nasser volkomen miste. ‘Boven alles ben ik gefascineerd door mensen, of het nu werknemers, dealers of toeleveranciers zijn’, zei hij wel eens tegen de New York Times.
Hoe charmant en relaxed de Engelsman ook was, hij schuwde harde reorganisaties niet. In 1999 vroeg Nasser hem, na zijn succesvolle operatie bij Jaguar, de slechtlopende Europese organisatie aan te pakken. Hij trotseerde hevige protesten van de vakbonden bij de sluiting van de fabriek in het Britse Dagenham.
Al op 22-jarige leeftijd kwam Scheele in dienst van Ford, want vanwege zijn slechte cijfers kon hij niet aan de slag bij de diplomatieke dienst. ‘Ik heb nauwelijks wat gedaan tijdens mijn studie’, vertelde de Brit. ‘Ik deed veel aan sport, ik kaartte graag, ik dronk veel, kort gezegd omdat ik geen interesses had.’
De eerste jaren zat Scheele op de afdeling inkoop, niet het gebruikelijke traject van een topmanager. Maar in die functie zag hij wel alle uithoeken van het concern én hij ontwikkelde een fijne neus voor kostenbesparing. Later bij Jaguar ging het niet alleen om saneren, maar vooral ook om nieuw leven blazen in een toen stoffig merk. De ‘mensenmanager’ slaagde daar wonderwel in. En dat zijn velen nog niet vergeten.
Nicolas Scheele in een Ford GT ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Ford in 2003.
FOTO: GETTY IMAGES