MIJNBOUWCONCERN FALCONBRIDGE IN ANDERE HANDEN De Canadese mijnbouwonderneming Falconbridge komt vrijwel zeker in handen van het eveneens Canadese mineralenconcern Noranda en het Zweedse mijnbouwbedrijf Trelleborg. Het Amerikaanse concern Amax, dat ook in de markt was, heeft intussen duidelijk gemaakt de strijd op te geven.
Falconbridge en Amax maakten op 2 augustus bekend het eens te zijn geworden over een bod van ruim C $ 36,125 per aandeel ofte wel in totaal C $ 2,8 mrd (hfl. 5,25 mrd). Hierdoor wilde Falconbridge ontkomen aan een al geruime tijd gevreesde overneming door Noranda, dat sinds vorig jaar op geruisloze wijze een deelneming heeft opgebouwd van 27,4%. Noranda en Trelleborg kwamen vervolgens op 14 augustus met een bod van C $ 37 per aandeel. Het Zweedse bedrijf, dat 3,8% van de aandelen Falconbridge bezit, is daarin een gelijkwaardige partner.
Het bod van Amax liep vrijdag jl. af. Het Amerikaanse concern liet weten het niet te zullen verlengen en ook geen hoger bod te zullen uitbrengen. 'Amax heeft een eerlijke prijs geboden en het lijkt niet in het belang van onze aandeelhouders die te verhogen', aldus een verklaring. Als pleister op de wonde ontvangt het concern krachtens de afspraken met Falconbridge $ 20 mln vergoeding voor de met het bod samenhangende kosten.
Falconbridge boekte vorig jaar met 10.000 werknemers een nettowinst van C$ 341 mln (hfl. 640 mln) op een omzet van C$ 2,1 mrd (hfl. 3,95 mrd). Het concern is na de eveneens Canadese onderneming Inco de grootste producent van nikkel buiten de communistische landen en levert daarnaast onder meer ferronikkel, koper en zink. De belangrijkste vestigingen buiten Canada zijn te vinden in Noorwegen en de Dominicaanse Republiek.