Jeroen Piersma
Amsterdam
Beroepsorganisatie NBA lijkt erin geslaagd te zijn de angel uit de discussie te halen over onafhankelijkheid van accountants. Een aantal felle critici van een eerdere versie van de onafhankelijkheidsregels zegt nu wel te kunnen leven met de aangepaste versie die deze week naar buiten is gekomen. Dat het verbod op het combineren van advies en controle bij bedrijven die niet aan de beurs staan genoteerd is afgezwakt, speelt daarbij een belangrijke rol. Dat neemt niet weg dat er ook kantoren zijn die zeggen dat zij nog steeds ‘fundamentele bezwaren’ hebben.
Afgelopen zomer heeft de NBA regels naar buiten gebracht die de onafhankelijkheid van de accountants moeten garanderen. Door boekhoudaffaires en de financiële crisis van 2008 is de afgelopen jaren twijfel gerezen over de onafhankelijkheid van accountants. De ontwerpverordening behelsde een aanscherping van de bestaande praktijk door een aantal zaken expliciet te verbieden.
Zo werd onder andere het sponsoren van een controlecliënt door een accountantskantoor verboden en mochten accountants geen geschenken of etentjes accepteren boven € 50. Ook werd het wettelijke verbod op de combinatie van advies en controle bij financiële instellingen en bedrijven die aan de beurs genoteerd staan, uitgebreid naar niet-genoteerde bedrijven.
Met name dit laatste punt riep veel weerstand op bij accountantskantoren die veel niet-genoteerde bedrijven onder hun klanten hebben. Zij vonden een verbod op de combinatie van advies en controle bij mkb- en familiebedrijven zwaar overdreven en ook niet passen bij de praktijk. De NBA heeft op dit punt verduidelijking aangebracht, zegt Peter Eimers, voorzitter van het adviescollege beroepsreglementering. Daardoor is nu duidelijker dan in de eerdere versie van de regels dat de combinatie van adviesdiensten en controle wel mogelijk is, ‘mits aan een aantal hygiënefactoren is voldaan’. Er zijn dus wel grenzen. ‘De slager mag niet zijn eigen vlees keuren’, zegt Eimers.
Paul Steman, bestuursvoorzitter van Mazars, zegt dat wat hem betreft de angel niet helemaal uit de discussie is. ‘We moeten streng zijn waar het nodig is, dus bij financiële instellingen en beursgenoteerde bedrijven. Maar het mkb moeten we met rust laten.’ Toch ziet hij door de kwalitatieve benadering die nu gekozen is wel ‘meer scharrelruimte’. Per saldo concludeert hij: ‘We hebben er maar mee te leven.’ Ook Paul Dinkgreve, voorzitter van de SRA, een organisatie van accountantskantoren met veel klanten in het mkb, kan zich in de bijgestelde versie van de regels wel vinden. ‘De grootste angel is eruit.’
Niet alle critici denken er zo over. Ruud Vergoossen, hoofd van het bureau vaktechniek bij BDO, houdt ‘fundamentele bezwaren’ tegen de regels. Doordat de regelgeving van de NBA afwijkt van internationale regels, ontstaat er volgens Vergoossen ‘onduidelijkheid en rechtsonzekerheid’. Dat laatste geldt wat hem betreft ook voor de grens voor giften en het verbod op sponsoring. De grens voor giften is inmiddels opgetrokken van € 50 naar €100. ‘Maar deze regel is puur voor de bühne’, zegt Vergoossen. De financiële grens leidt in zijn visie alleen maar tot administratieve kosten, maar draagt niet wezenlijk bij aan onafhankelijkheid.