Henk Engelenburg
Bilthoven
Het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) in Bilthoven gaat ontwikkelingslanden helpen om griepvaccins te produceren. Voor een vaccin tegen de Mexicaanse griep komt dit initiatief te laat.
Otto de Boer, projectmanager bij het Nederlands Vaccin Instituut (NVI), ontvangt in december vertegenwoordigers van overheidsinstituten uit een twaalftal ontwikkelingslanden voor een drieweekse stoomcursus griepvaccinsproductie. Egypte, Vietnam, Brazilië en India behoren tot de eerste geïnteresseerde landen voor deelname.
De wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft het trainingsprogramma geïnitieerd vanwege de voortdurende dreiging van grieppandemieën na de uitbraak van de vogelgriep enige jaren geleden in Azië. Landen moeten zelf vaccins voor de lokale markt kunnen produceren, onafhankelijk van de productiecapaciteit en de prijzen van de farmabedrijven.
Het NVI heeft in Bilthoven een productielijn op kleine schaal vrijwel gereed. Ook De Boer is er klaar voor. 'Het wordt geen powerpoint gedoe, maar op de werkvloer aan de knoppen staan. De mensen leren onder meer hoe ze de apparatuur moeten opbouwen en steriliseren, hoe ze de vaccins moeten vervaardigen en hoe ze de eieren moeten behandelen waarop het virus groeit. Verder krijgen ze kennis over regelgeving en over procedures om de kwaliteit van het vaccin te testen.'
De Boer: 'Na de training moeten de landen hun productiefaciliteit opzetten. Dat duurt járen.' Hij erkent dan ook dat de training te laat komt voor de productie op eigen kracht van vaccins tegen de Mexicaanse griep. Dat lijkt een tegenslag, want een pandemisch vaccin inkopen wordt lastig. Uitgaande van het handjevol producenten van griepvaccins en de beschikbaarheid van de noodzakelijke technologie is er in het allergunstigste geval productiecapaciteit voor 1,75 miljard vaccins op een wereldbevolking van ongeveer 6,7 miljard mensen.
De Boer: 'De meeste landen op het zuidelijk halfrond en in Azië produceren geen griepvaccins en hebben evenmin een optie op vaccins tegen de Mexicaanse griep. Het leeuwendeel van de productie van de farmaceuten gaat naar rijke landen, die hebben het kapitaal. Ontwikkelingslanden maken zich doorgaans niet zo druk om griep. Nederland noemt een vaccinatiegraad van 70% van de doelgroepen wenselijk en haalt dat percentage ook als enige land ter wereld. De ontwikkelingslanden vinden het eerder een beetje merkwaardig dat wij daar veel geld tegen aan gooien. Je ziet, alles is relatief.'
Afgezien van het geven van de training zal het NVI bilaterale contracten sluiten met vaccinproducerende overheidsbedrijven in de deelnemende landen. 'Je kunt namelijk niet een bestaande vaccinproductiefaciliteit omzetten naar de productie van een ander vaccin', aldus De Boer. 'Het soort vaccin dat je produceert, bepaalt de inrichting van de productielijn en daarmee het ontwerp van een gebouw, inclusief de ruimtes met over- en onderdruk.'
'Dit programma moet landen in staat stellen vaccins te produceren in geval van een pandemie. Maar het moet wel haalbaar zijn. Vandaar dat deelnemende landen al een of andere vaccinproductie moeten hebben. Vanuit die positie kunnen ze een fabriek neerzetten voor de gewone seizoensgriep voor de lokale markt. Je gaat niet een fabriek neerzetten om jarenlang op een pandemie te wachten.'
Snelcursus
Zelfredzaamheid
Griepvirussen groeien op bevruchte eieren. Vaccinproducenten hebben er vele miljoenen van nodig.
FOTO: NVI