Alf Bungener en Benjamin Pije
Vorige maand heeft de kortgedingrechter bepaald dat een afspraak in de cao voor (assistent-)scheidsrechters niet houdbaar is. Het gaat om een bepaling die zegt dat alleen arbeidscontracten voor bepaalde tijd kunnen worden gesloten. De kortgedingrechter verwijst naar het Europese recht en de Europese rechtspraak, waaruit volgt dat contracten voor onbepaalde tijd een ‘essentieel onderdeel vormen van de werknemersbescherming’.
Deze uitspraak kan gevolgen hebben voor de sector betaald voetbal, waar het verdienmodel goeddeels is gebaseerd op de mogelijkheid contracten voor bepaalde tijd te sluiten met spelers.
Het kabinet biedt in het Wetsvoorstel Werk en Zekerheid in een aantal sectoren, waaronder de voetbalsector, ruimte om af te wijken van de ketenregeling die voorziet in werknemersbescherming in de vorm van het (op een zeker moment) ontstaan van contracten voor onbepaalde tijd. De kernvraag is of dit plan van het kabinet in lijn is met het Europese recht. In het wetsvoorstel benoemt het kabinet uitdrukkelijk profvoetballers, voor wie zou gelden dat toepassing van de ketenbepaling tot onaanvaardbare consequenties leidt. Het voortbestaan van het profvoetbal zou in gevaar komen. Het kabinet laat na deze stelling te motiveren en aan te geven waarom afwijking van de Europese normen in het profvoetbal is gerechtvaardigd.
De Europese Commissie, Fifa en Uefa hebben in 2000 hier wel een motivatie voor aangedragen en gesteld dat de rechtvaardiging om van de ketenbepaling af te wijken ligt op het gebied van de economische stabiliteit van profclubs en eerlijke en sportieve competities. Deze rechtvaardiging gaat echter niet op. Het ontbreekt aan onderzoek naar alternatieven met invoering van de ketenregeling in de voetbalsector, waarbij de economische stabiliteit kan worden meegewogen (denk aan een overgangsregeling, zoals ook wel wordt toegepast bij afbouw van subsidies). Eerlijke en sportieve competities worden juist bereikt met een regelpakket waarbij clubs gebonden zijn aan minimale (op Europees niveau) normen. Met het huidige systeem is — Europees niveau — door grote verschillen in de begrotingen van clubs, geen sprake van een eerlijke en sportieve competitie.
Voordat het verder gaat met het wetsvoorstel dient het kabinet serieus na te gaan welke mogelijkheden er zijn om de ketenregeling wel toe te passen binnen de voetbalsector. Vooralsnog is er geen aanleiding om voetballers de werknemersbescherming te onthouden die op Europees niveau wordt beoogd. Ook als de ketenregeling geldt, kan — met nog steeds mogelijkheden voor het sluiten van contracten voor bepaalde tijd en bepaalde afwijkingsmogelijkheden bij cao — een gezonde(re) voetbalsector ontstaan.
Op deze manier zou het kabinet hervorming van deze sector kunnen realiseren in Nederland, hetgeen mogelijk een voorbode zou kunnen zijn voor algehele hervorming van de voetbalsector op Europees en mondiaal niveau.
Mr. dr. Alf Bungener en mr. drs. Benjamin Pije zijn advocaat te Amsterdam.