PAKHOED VERLEGT ZWAARTEPUNT VERDER VAN OLIE- NAAR CHEMIEOPSLAG Eind augustus verraste het Rotterdamse bedrijf Pakhoed (tankopslag, transport, distributie) de Amsterdamse beurs met de aankondiging van een aandelenemissie. Hoewel Pakhoed daarmee de eerste emittent was sinds de beurskrach, werd die aandelenuitgifte goed ontvangen. Pakhoed kan de blik nu wat verder vooruit richten en al langer gekoesterde acquisitieplannen gaan uitvoeren. Drs G.Verhagen, vice-voorzitter van de Pakhoed-directie, over de mogelijkheden in de VS, de mogelijke aankoop van een chemisch distributienetwerk in Europa, en Pakhoeds teen in de haven van Singapore.
HET GEZICHT van Pakhoed is steeds verder aan het veranderen. Uit een bedrijf waar een zwaar accent lag bij de opslag van olieprodukten, is nu een onderneming gegroeid die zich steeds meer richt op de opslag en distributie van chemicalien. Gemiddeld zestig procent van Pakhoeds bedrijfsresultaat is inmiddels afkomstig uit de aan de chemie gerelateerde activiteiten.
Dat is voor een belangrijk deel het gevolg van investeringen die Pakhoed de afgelopen tijd in de chemiesector heeft gedaan. Twee jaar geleden werd een belang van 35% genomen in het Amerikaanse bedrijf Univar, dat zich met opslag en distributie in chemische produkten bezighoudt. Begin vorig jaar kon Pakhoed eindelijk de fel begeerde rederij Broere uit Dordrecht overnemen, die zich behalve met het vervoer van chemicalieen (kust- en binnenvaart) ook bezighoudt met de opslag daarvan.
Pakhoed heeft acht jaar moeten wachten, maar in mei 1988 bleek de Amerikaanse oliemaatschappij Tenneco bereid om Broere te laten gaan. Tegelijkertijd deed Tenneco 50% van de aandelen in het Britse Tees Storage aan Pakhoed over. Daarmee kon Pakhoed zijn positie in de Europa op het gebied van vervoer en opslag van chemicalien versterken. 'Daarbij komt dat de filosofie van Broere 'van tank tot tank in een hand' ons erg aanspreekt', zegt Verhagen.
Broere zit midden in een proces van vlootvernieuwing dat de rederij uit de eigen cash flow kan financieren. 'De eerste vier jaar heeft Broere daarvoor geen geld van Pakhoed nodig', zegt Verhagen, 'maar de keerzijde daarvan is dat er door die investeringen maar een klein deel van de cash flow naar Pakhoed gaat.' Broere heeft drie schepen in aanbouw bij Verolme Heusden, waarmee na aftrek van investeringspremies hfl. 60 mln is gemoeid. De schepen hebben grotere capaciteit dan de schepen die zij zullen vervangen en zijn flexibeler inzetbaar.
*** Verhagen is tevreden met zijn aankopen, maar Pakhoed wil verder. Het bedrijf slaat in Europa chemicalien op en vervoert ze, maar in de distributieve groothandel bezit het nog geen belangen.'Daar gaan we ons nu op richten', zegt Verhagen, 'wij onderzoeken de mogelijkheden om in Europa een keten van chemische distributiebedrijven op te zetten die te vergelijken is met de activiteiten van Univar in de VS en Canada.'
Die keten zal Pakhoed zelf moeten smeden, want er zijn op dit gespecialiseerde terrein uitsluitend bedrijven actief die voornamelijk op nationale schaal werken. Daar overweegt Pakhoed er een aantal van over te nemen. In eerste instantie gaat de aandacht uit naar zelfstandig opererende logistieke specialisten. Weliswaar wordt er veel gesproken over produktiebedrijven die zich terugtrekken op hun kernactiviteiten en de distributie uitbesteden, in de Europese chemie is men daar nog niet aan toe, zo is de indruk van Verhagen. 'Daarmee zijn ze in de VS veel verder gevorderd, in Europa zal dat denk ik pas in de jaren negentig gebeuren', zegt Verhagen.
Verhagen erkent dat Pakhoed niet de enige is die zich een Europees netwerk voor distributie van chemicalien wil verwerven. Maar hij denkt dat de ervaring die Pakhoed inmiddels heeft opgedaan met de behandeling van chemische produkten, en de ervaringen in de VS met Univar, een goede uitgangspositie bieden. Verder verwijst hij naar de steeds scherpere milieueisen, die een gespecialiseerd bedrijf in de kaart kunnen spelen.
*** Ook in de Verenigde Staten wil Pakhoed verder aan de weg timmeren. Dochterbedrijf Pakhoed Corp beschikt daar over een aantal opslagterminals voor chemicalien, maar daarvan is de geografische spreiding nog onvoldoende. Volgens Verhagen is Paktank alleen in Houston een belangrijke marktpartij, maar speelt men in de rest van het land nog geen rol van betekenis.
Verhagen heeft een paar concrete opslagbedrijven in de chemie op het oog die Pakhoed graag zou willen overnemen, maar meer wil hij daarover nu niet kwijt. Hoewel het accent van de overnemingen zal liggen op de VS, sluit Verhagen overigens Europese acquisities in de chemische opslag niet uit.
Pakhoed heeft op het moment 10 mln kubieke meter opslagcapaciteit, waarvan 2,3 mln m3 voor chemicalien. Van die 2,3 mln bevindt zich 1,3 mln in de VS. In de chemiesector heeft Pakhoed daarmee 40% van de onafhankelijke tankopslag in de wereld in handen. Verhagen tekent bij deze cijfers aan dat zij maar een beperkt inzicht geven in de activiteitenverdeling bij Pakhoed. In de olie gaan nu eenmaal aanzienlijk grotere volumina om dan in de chemie, waar kleinschaligheid en een grotere toegevoegde waarde de trefwoorden zijn.
Dat er in de opslag en distributie van chemische produkten aanzienlijk meer te verdienen is dan in de olie, maakt een blik op de resultaten van Pakhoed in het eerste halfjaar van 1988 duidelijk. In die periode behaalde Paktank (de dochter die zich vooral richt op de opslag van olie) een bedrijfsresultaat van hfl. 14 mln. In geheel 1987 bedroeg het resultaat van Paktank nog hfl. 51 mln. De directie van Pakhoed verwacht niet dat de resultaten van de olieopslag de komende maanden veel zullen veranderen.
Bij Pakhoed Corp, waar de Amerikaanse belangen in de chemieopslag zijn ondergebracht, deed zich juist een aanzienlijke verbetering van het bedrijfsresultaat voor. Werd geheel 1987 nog afgesloten met een positief saldo van hfl. 32 mln, in de eerste zes maanden van dit jaar bedroeg het bedrijfsresultaat al hfl. 20 mln.
De vraag dringt zich echter op of Pakhoed zich niet te veel blindstaart op de goede tijden die de chemie wereldwijd doormaakt. Slaat de slinger niet te ver door richting chemie? Verhagen is daar niet bang voor. Natuurlijk zal een mindere gang van zaken in de wereldeconomie ook aan Pakhoed niet voorbijgaan, maar de ervaringen in de VS hebben geleerd dat ook als het in de chemie minder gaat, de vraag naar opslag betrekkelijk weinig varieert. Hij wijst er zelfs op dat topjaren in de chemie helemaal niet zo gunstig uitpakken voor de opslagbedrijven omdat dan veel produkten direct naar de eindgebruiker worden vervoerd.
De uitbreiding van de activiteiten in de VS heeft ertoe geleid dat de dollargevoeligheid van Pakhoed de afgelopen jaren verder is toegenomen. Verhagen verwacht dat de Amerikaanse activiteiten in 1988 tussen de $ 16 en $ 17 mln zulllen bijdragen aan de nettowinst. Dat is in guldens iets meer dan de helft van het gehele verwachte nettoresultaat van hfl. 56 mln.
*** Heeft Pakhoed voor de opslag en distributieactiviteiten plannen voor overnames, in de transport- en havenbelangen wil men het wat dat betreft wat rustiger aan doen. Autonome groei is hier het parool, waarbij Verhagen overigens een uitzondering maakt voor het wegvervoer. Pakhoed-dochter Rutges legt zich onder meer toe op de distributie van olieprodukten met tankwagens (bevoorrading van bezinestations). Verhagen is van mening dat een gespecialiseerde wegvervoerder voor chemicalien goed binnen Pakhoed zou passen, ook als aanvulling op het bestaande chemicalienvervoer over het water.
Over de transportactiviteiten meldt Verhagen niet zonder trots dat de reorganisatie-inspanningen van de afgelopen jaren vrucht beginnen af te werpen. Het gaat de groep Transport, waaronder behalve Rutges het Rotterdamse stukgoedbedrijf Multi Terminals, het containeroverslagbedrijf Unitcentre, de cargadoors- en de expeditieactiviteiten ressorteren, beter dan ooit. In het eerste halfjaar bedroeg het bedrijfsresultaat hfl. 13,4 mln, terwijl in het gehele jaar 1987 een resultaat van hfl. 19 mln werd behaald.
Verhagen verwacht niet dat het stukgoedbedijf Multi Terminals Waalhaven dit jaar uit de verliezen zal komen. In de eerste zes maanden van dit jaar werd wat hij noemt een 'fors verlies' geincasseerd. Voor 1989 rekent hij nog op een licht negatief resultaat, maar in 1990 moet Multi Terminal boven nul kunnen zitten, zo meent Verhagen. Hij wijst erop dat het behandelde tonnage boven de verwachtingen ligt, terwijl de kosten mede als gevolg van een vut-regeling voor 56,5-jarigen zijn gedaald. Wel is Pakhoed met behulp van externe adviseurs een breed opgezet onderzoek aan het doen naar de kansen en bedreigingen die Multi Terminals te wachten staan.
Wat het containerbedrijf Unitcentre betreft staan de zaken er beter voor. Verhagen verwacht dat dit jaar een hogere winst kan worden behaald. Begin 1989 hoopt Unitcentre een nieuwe pier in de Waalhaven in gebruik te nemen die grenst aan het huidige terrein van het bedrijf.
Over de recente krachtenbundeling tussen ECT en de stukgoedbedrijven Muller Thomsen en Quick Dispatch, maakt Verhagen zich geen zorgen. Zowel Multi Terminals (met een marktaandeel dat op circa 10% wordt geschat) als Unitcentre (met een marktaandeel van 20%) heeft volgens Verhagen voldoende schaalgrootte om mee blijven draaien in de concurrentieslag in de Rotterdamse haven.
*** Het derde werkterrein naast Europa en de VS is voor Pakhoed het Verre Oosten. Sinds enkele jaren beschikt Pakhoed in Singapore over een drijvende opslagfaciliteit voor olie. De resultaten waren zodanig dat Pakhoed nu een deel van de opbrengst van de emissie gaat aanwenden voor de bouw van een vaste olieterminal.
Alleen durfde Pakhoed dit echter niet aan, zodat gekozen werd voor een joint venture met het Amerikaanse opslagbedrijf GATX. Pakhoed en GATX nemen ieder voor 40% deel, terwijl de resterende 20% voor rekening komt van het aannemingsbedrijf CBI uit Chicago. Met de bouw van de terminal is in totaal 160 mln Singapore-dollars gemoeid, waarvan Pakhoed hfl. 30 mln direct op tafel zal leggen.
Verhagen vindt het geen bezwaar dat Pakhoed in Singapore gaat samenwerken met een van zijn grootste concurrenten op de Amerikaanse markt. 'GATX is vooral een concurrent in de opslag van chemicalien, bij de nieuwe terminal in Singapore gaat het om olieopslag', zegt Verhagen. Hij wijst erop dat GATX al een opslagfaciliteit voor chemicalien heeft in Singapore en dus de lokale markt goed kent. 'Zij zijn voor ons een goede partner om de risico's mee te delen', aldus Verhagen. Op langere termijn ziet Verhagen overigens ook voor Pakhoed mogelijkheden om zich in de chemicalienopslag in Singapore te begeven. Verdere plannen voor het Verre Oosten heeft Pakhoed voorlopig niet.
H. Maarsen M. A. Goudswaard