ELEKTRICITEITSBEURS NOODZAKELIJK VOOR SOEPEL VERLOOP VRIJE MARKT In Noorwegen funcioneert al enkele jaren een termijnmarkt voor de handel in elektriciteit. Een derde van de jaarlijks verbruikte stroom wordt via deze beurs verhandeld. Ook in Nederland lijkt een dergelijk inititatief kansrijk, waarbij de handel zich niet tot Nederlandse elektriciteit hoeft te beperken.
De rappe komst van een beurs waar zowel voor directe levering als via termijncontracten kiloWatturen elektriciteit verhandeld worden, heeft alles te maken met de diepgaande veranderingen in de elektriciteitssector die minister Wijers van Economische Zaken teweegbrengt. De bewindsman bereidt een nieuwe elektriciteitswet voor, die de stroomsector zodanig herstructureert dat vrijemarktwerking ontstaat. Als alles volgens planning verloopt, treedt de wet op 1 januari 1998 in werking.
De elektriciteitssector ziet een stroombeurs als een onmisbaar smeermiddel voor een vrije markt. Vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken, de koepelorganisatie van distributiebedrijven EnergieNed, de Samenwerkende Elektriciteitsproductiebedrijven (Sep), en de beurs werken op dit moment een operationeel voorstel uit. Economische Zaken beklemtoont dat het uiteindelijke initiatief voor het opzetten van een beurs niet van het ministerie zal komen. Betrokkenen verwachten dat Amsterdam Exchanges, de nieuwe beursvennootschap waarin effectenbeurs en optiebeurs zijn opgenomen, nauw betrokken zal zijn bij het opzetten van de beurs.
Het meest aansprekende voorbeeld van een elektriciteitsbeurs is te vinden in Noorwegen. Daar functioneert sinds enkele jaren met succes een electriciteitsbeurs. In Noorwegen is beleggen op de electricteitsbeurs 'in'. Niet alleen dekken bedrijven en andere grootverbruikers hun risico's af, ook beleggers voelen zich aangetrokken tot speculeren op de beurs. De koersen staan dagelijks in de krant en in de afgelopen maanden maakte de beurs een ware hausse door: het gebrek aan regenwater in de afgelopen maanden heeft de Noorse stroom - voor 95% afkomstig uit waterkracht - enorm duur gemaakt.
Het zal vermoedelijk enige tijd en moeite kosten om het beleggend publiek uit te leggen hoe de handel in elektriciteit werkt. Adriaan Lieftinck van Andersen Consulting geeft een simpel voorbeeld om de werking van het elektriciteitstransport uit te leggen: 'Het doet er niet toe wiens stroom aan wie geleverd wordt. Het is alsof je een groot vat onder de kraan zet en laat vollopen met water. Onderaan het vat zitten kleine aftappunten, ook met kraantjes. Als je op de grote kraan bovenaan een meter zet en bij de kraantjes onderaan het vat ook, dan weet je hoeveel erin wordt gestopt en welke partijen er hoeveel uithalen. Die hoeveelheden kun je verhandelen, ook op termijn.'
Nu nog is 80% van de Nederlandse elektriciteitsproductie in handen van vier productiebedrijven, die alle voor 25% aandeelhouder zijn van Sep. Dit bedrijf stemt op landelijk niveau vraag en aanbod op elkaar af. Concurrentie is er niet. Het huidige systeem is ingericht op het bieden van leveringszekerheid, lage stroomprijzen en prijsstabiliteit.
De elektriciteitswet die minister Wijers voorbereidt, voorziet in een geleidelijke opening van de markt. Middelgrote bedrijven zijn over vijf jaar vrij in de keuze van hun stroomleverancier, particulieren en kleine bedrijven over tien jaar. Grote bedrijven kunnen nu al kiezen, maar doen dat nog nauwelijks, onder meer omdat er te weinig aanbieders en klanten zijn die actief zoeken naar afnemers en leveranciers. In een werkelijk vrije markt ondervangt een elektriciteitsbeurs die beperking.
Zoals het Sep-systeem van elektriciteitsopwekking en distributie met het streven naar kostenoptimalisatie nu in Nederland functioneert, is alleen mogelijk als er geen onderlinge concurrentie bestaat. Wanneer die concurrentie er wel komt, moet er een vorm van een beurs bestaan, zo meent Arend Hermans van het ministerie van Economische Zaken. Met het huidige systeem zouden concurrenten elkaar in de kaarten kunnen kijken.
Hermans en collega's reisden onder meer naar de beurs van Oslo. 'Daar hebben wij gezien en ervaren dat een vrije markt echt werkt.'
In Noorwegen bestaat een 'spot-markt', waar daadwerkelijk elektriciteit wordt verhandeld voor levering op de volgende dag, en een termijnmarkt die een zuiver financiele afwikkeling kent. De laatste is bedoeld als prijs-hedging en risicobeheersing voor grote afnemers, maar is tegelijkertijd nauw verweven met de spot-markt omdat de afrekenprijzen gebaseerd zijn op de spot-markt.
Producenten, distributeurs, industriele partijen, grootverbruikers, makelaars en handelaren melden op de spot-markt welke hoeveelheid ze tegen welke prijs willen afnemen. Vervolgens wordt de prijs vastgesteld op zo'n manier dat er sprake is van evenwicht in vraag en aanbod van alle deelnemers. In jargon heet deze vorm van handel 'equilibrium point trading', 'auction trading' of 'simultaneous price setting'.
Die manier van handelen, die verband houdt met de eis dat ook op het net vraag en aanbod gelijk moeten zijn, stelt specifieke eisen aan de beurs en de clearing. Bij een onverwachte extra vraag, bijvoorbeeld een grote chemische fabriek die 5 minuten langer doordraait dan verwacht, is er snel extra elektriciteit nodig. Omdat de onderneming die niet heeft ingekocht, kan hij op het laatste moment terecht op een 'reservemarkt' waar partijen die snel extra elektriciteit kunnen leveren de aanbieders zijn. De prijs van deze markt ligt beduidend hoger dan op de gewone spot-markt, waar een dag vooruit wordt gehandeld.
De prijs die op de spot-markt wordt gemaakt, is bepalend voor de hele Scandinavische elektriciteitsindustrie. 'In Noorwegen gaat 30% van de elektriciteitshandel via de spot-markt. Ook directe contracten tussen twee partijen zijn vaak afhankelijk van de spot-prijs. Dat is ook wat we voor Nederland willen: een toonaangevende beurs', zo zet Hermans uiteen.
Op de Scandinavische termijnmarkt is plaats voor particuliere beleggers die risico willen nemen maar geen banden met de elektriciteitssector hebben. In Noorwegen heeft het watergebrek en de prijsrally veel beleggers aangetrokken. Zelfs leveranciers uit Denemarken, dat ook internationale hoogspanningsleidingen over de grens naar Noorwegen en Zweden heeft liggen, verkochten hun stroom met grote winsten in Noorwegen. De Noorse beurs is sinds begin dit jaar officieel een internationale beurs geworden, waarbij Zweden zich heeft aangesloten.
Nederland kan een belangrijke rol vervullen in de energiehandel binnen het geliberaliseerde Europa. Hermans: 'Als je naar de netcapaciteit kijkt, dan begrijp je waarom ze Nederland 'the bee in the middle of the honeypot' noemen. We vormen een brugfunctie tussen het zuiden met de nucleaire elektriciteit en het noorden met de waterkracht'.
Het ministerie beklemtoont dat het welslagen van een stroombeurs afhangt van voldoende aanbod. In Noorwegen wordt gemiddeld 200 GWh per dag verhandeld, ofwel de dagelijkse consumptie van 3,6 mln huishoudens. Ook bij Andersen Consulting hanteert men voldoende liquiditeit als de belangrijkste voorwaarde. Verder is de standarisatie van beleggingsproducten van belang.
Belangrijk is ook dat de clearing en settlement - de afhandeling van de contracten en de levering van de elektriciteit - goed geregeld is. De beurs moet een onafhankelijke partij aan de knoppen zetten die inzicht heeft in de vraag en het aanbod. Volgens Hermans is er bij deze beurs een verschil tussen een economische clearing ('dat je afneemt waarvoor je hebt betaald') en een technische clearing ('dat er voldoende stroom aan het landelijke net wordt geleverd').
Van levensbelang voor de beurs is verder dat alle partijen toegang hebben tot het landelijke distributienet en dat voor het gebruik hiervan voor iedereen dezelfde prijzen gelden.
Het Nederlandse net is nu nog in beheer bij en eigendom van de producenten en distributiebedrijven, die straks in een vrije concurrentie met elkaar als vragers en aanbieders moeten functioneren. De nieuwe elektriciteitswet van Wijers voorziet in het onderbrengen van de netten bij onafhankelijke rechtspersonen. Een onafhankelijk toezichthouder zal de tarievenstructuur controleren.
Een laatste eis voor het welslagen van de beurs is dat de handel volstrekt anoniem plaatsvindt. 'Het feit dat een partij elektriciteit wil kopen of verkopen is op zich al koersgevoelige informatie. Dat moet je terdege afschermen', aldus Lieftinck van Andersen.
Ook bij EnergieNed, de partij die dit voorjaar als eerste wees op de noodzaak van een elektriciteitsbeurs, is men net als bij EZ vol interesse. Directeur dr R.H.J. van 't Hullenaar houdt rekening met de start in 1998: 'Als er sprake is van marktwerking, moet de beurs er ook zijn. Volgens het huidige, ambitieuze schema is dat 1 januari 1998.'
F. Gunnink G. Halberstadt