Jeffrey D. Sachs
Toen BP en zijn boorpartners in 2010 het olielek veroorzaakten bij het Deepwater Horizon-platform in de Golf van Mexico, eiste de regering van de Verenigde Staten dat BP de schoonmaakoperatie zou financieren, de slachtoffers zou compenseren en boetes zou betalen voor de overtredingen die tot de ramp hadden geleid. BP heeft al meer dan $ 20 mrd opzijgelegd voor herstelwerkzaamheden en schadevergoedingen. Op grond van een onlangs getroffen schikking zal BP binnenkort de hoogste boete uit de Amerikaanse geschiedenis betalen, te weten $4,5 mrd.
Dezelfde normen voor het opruimen van milieuschade moeten worden toegepast op mondiale ondernemingen die in arme landen werkzaam zijn, waar hun macht in verhouding tot die van de plaatselijke overheden doorgaans zo groot is dat vele straffeloos hun gang kunnen gaan en zonder enige verantwoordingsplicht grote schade aan het milieu kunnen toebrengen. Nu we een nieuw tijdperk van duurzame ontwikkeling binnentreden, moet straffeloosheid veranderen in aansprakelijkheid. Vervuilers moeten betalen, of dat nu in rijke of in arme landen is. Grote bedrijven moeten de aansprakelijkheid voor hun daden aanvaarden.
Nigeria is het voornaamste voorbeeld van straffeloosheid als het om het milieu gaat. Tientallen jaren hebben grote olieconcerns, waaronder Shell, ExxonMobil en Chevron olie geproduceerd in de delta van de Niger, een ecologisch kwetsbaar gebied van moerasbossen, mangroven, laaglandregenwoud en eilanden voor de kust. Deze rijke streek kent een opmerkelijk grote biodiversiteit — of deed dat althans vóórdat de oliemaatschappijen hier actief werden —en biedt onderdak aan dertig miljoen inwoners, die van het plaatselijke ecosysteem afhankelijk zijn voor hun gezondheid en levensonderhoud.
Twintig jaar geleden heeft de Internationale Unie voor de Bescherming van de Natuur en de Natuurlijke Hulpbronnen de Nigerdelta geclassificeerd als een gebied met een hoge biodiversiteit van zee- en kustflora en -fauna — boomsoorten, vissen, vogels en zoogdieren — waardoor het een zeer hoge beschermingsgraad zou verdienen. Maar de Unie merkte tevens op dat de biodiversiteit van de regio onder enorme druk stond, terwijl de bescherming ver te zoeken was.
De mondiale concerns die in de delta actief zijn, hebben tientallen jaren olie laten weglopen en aardgas ‘afgefakkeld’, zonder aandacht voor de natuurlijke omgeving, en de lokale gemeenschappen verarmd en vergiftigd door hun daden. Volgens één schatting zou de totale hoeveelheid olie die de afgelopen vijftig jaar in het milieu is terechtgekomen ongeveer tien miljoen vaten bedragen — twee maal zo veel als bij de olieramp in de Golf van Mexico.
De data zijn onzeker: er kunnen vele duizenden lekken zijn geweest in deze periode — dikwijls slecht gedocumenteerd — terwijl hun omvang misschien geheim gehouden is of eenvoudigweg niet is gemeten door de betrokken bedrijven of de overheid. Op het moment dat BP nieuwe boetes kreeg, heeft ExxonMobil opnieuw een lekkage in een pijpleiding in de Nigerdelta bekendgemaakt.
De verwoesting van het milieu in de delta is onderdeel van een groter verhaal: dat van corrupte ondernemingen die samenwerken met corrupte regeringsfunctionarissen. De bedrijven kopen routinematig functionarissen om teneinde winningsrechten te verkrijgen, liegen over de productie, ontduiken de belastingen en ontwijken de verantwoordelijkheid voor de milieuschade die zij veroorzaken. Nigeriaanse functionarissen zijn fabelachtig rijk geworden, door tientallen jaren van smeergeldbetalingen van internationale bedrijven die de natuurlijke rijkdom van de delta hebben geplunderd. Shell, het grootste buitenlandse olieconcern dat actief is in de Nigerdelta, is herhaaldelijk bekritiseerd wegens zijn ongeoorloofde praktijken en zijn onwil om daarvoor rekenschap af te leggen.
Intussen is de plaatselijke bevolking arm gebleven en wordt zij geplaagd door ziekten, die worden veroorzaakt door de ongezonde lucht, vergiftigd drinkwater en verontreiniging van de voedselketen. De wetteloosheid heeft geleid tot bendeoorlogen en het aanhoudend illegaal aftappen van pijpleidingen om olie te stelen, waardoor nog meer omvangrijke lekken en explosies zijn veroorzaakt, die tientallen — vaak onschuldige — mensen het leven hebben gekost.
In het koloniale tijdperk was het de officiële doelstelling van de imperiale machten het onttrekken van rijkdom aan de door hen bestuurde gebieden. In de post-koloniale periode zijn de hierbij toegepaste methoden beter gecamoufleerd. Als oliemaatschappijen zich in Nigeria of elders misdragen, worden zij beschermd door de macht van hun thuisland. ‘Blijf van onze ondernemingen af’, luidt de boodschap van de VS en Europa. Eén van de grootste bedragen aan smeergeld (naar verluidt zo’n $180 mln) uit de recente geschiedenis van Nigeria werd betaald door Halliburton, een bedrijf met nauwe banden met de Amerikaanse overheid (Dick Cheney was ceo van Halliburton toen hij vicepresident werd onder George Bush).
Vorig jaar heeft het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (Unep) een opmerkelijk rapport uitgebracht over Ogoniland, een belangrijk etnisch thuisland in de Nigerdelta, dat het epicentrum is geweest van een conflict tussen plaatselijke gemeenschappen en internationale oliefirma’s. Het rapport was net zo vernietigend als wetenschappelijk helder. Ondanks vele beloften uit het verleden blijft Ogoniland lijden onder een verwoest milieu, en is het verarmd en ziek gemaakt door de olie-industrie.
Unep heeft ook duidelijke en gedetailleerde aanbevelingen gedaan, waaronder die over noodmaatregelen om te zorgen voor veilig drinkwater; schoonmaakactiviteiten, gericht op de mangrovebossen en de bodem; volksgezondheidsonderzoeken om de gevolgen van de vervuiling tegen te gaan; en een nieuw systeem van toezicht.
De regeringen van landen uit de hele wereld zijn onlangs akkoord gegaan met een nieuw raamwerk voor duurzame ontwikkeling. Op de Rio+20-top in juni hebben ze uiting gegeven aan hun intentie om sustainable development goals (duurzame ontwikkelingsdoelstellingen) te aanvaarden. Deze ‘SDG’s’ bieden de kans om duidelijke, dwingende normen op te stellen voor het gedrag van regeringen en bedrijven. Veel grote concerns, ook in de olie-industrie, hebben te kennen gegeven bereid te zijn duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te steunen.
Het schoonmaken van de Nigerdelta zou het belangrijkste voorbeeld zijn van een nieuw tijdperk van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheidszin. Shell, Chevron, ExxonMobil en andere grote oliemaatschappijen moeten naar voren treden en helpen bij de financiering van de noodzakelijke schoonmaakoperaties.
Ook de verantwoordelijkheid van de Nigeriaanse overheid zelf is aan de orde. Het is een goed teken dat diverse senatoren onlangs het initiatief hebben genomen tot pogingen om de oliesector te dwingen de wet na te leven.
De schoonmaakoperatie van de Nigeriaanse delta biedt Nigeria, de olie-industrie en de internationale gemeenschap een unieke kans om op overtuigende wijze aan te tonen dat een nieuw tijdperk is aangebroken. Van nu af aan moet duurzame ontwikkeling niet louter een slogan zijn, maar een operationele benadering van het mondiaal bestuur en welzijn op een overvolle planeet.
Bij een protest tegen Shell en de olievervuiling in Nigeria doopt een man zijn handen in olie. Foto: ANP
Toen BP en zijn boorpartners in 2010 het olielek veroorzaakten bij het Deepwater Horizon-platform in de Golf van Mexico, eiste de regering van de Verenigde Staten dat BP de schoonmaakoperatie zou financieren, de slachtoffers zou compenseren en boetes zou betalen voor de overtredingen die tot de ramp hadden geleid. BP heeft al meer dan $ 20 mrd opzijgelegd voor herstelwerkzaamheden en schadevergoedingen. Op grond van een onlangs getroffen schikking zal BP binnenkort de hoogste boete uit de Amerikaanse geschiedenis betalen, te weten $4,5 mrd.
Jeffrey D. Sachs is hoogleraar duurzame ontwikkeling, volksgezondheidsbeleid en management, en directeur van het Earth Institute van de Universiteit van Columbia. Hij is tevens speciaal adviseur van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op het gebied van de millennium- ontwikkelingsdoelstellingen. ©Project Syndicate Vertaling: Menno Grootveld
Grote bedrijven als Shell moeten de aansprakelijkheid voor hun daden aanvaarden
Nigeriaanse functionarissen zijn fabelachtig rijk geworden door smeergeld