Joris Kooiman
Uitbodemen. Mooi Nederlands is het bepaald niet, maar toch een begrip dat zich een vaste plek heeft verworven in brokers- en analistenjargon. Een koers die na lange tijd van neergang stabiliseert, bodemt uit. Het is een term die aandeelhouders van Grontmij als muziek in de oren zal klinken.
Want na dik anderhalf jaar van malaise is er weinig meer van de koers over. Noteerde de smallcapper begin 2011 nog boven de €10, gisteren sloot Grontmij op slechts € 2,44. De grootste koersklap kwam eind vorig jaar, toen het advies- en ingenieursbureau fors in de problemen kwam door een te hoge schuldenlast. Bijna de volledige top werd vervangen.
Maar ook dit jaar, waarin Grontmij zich genoodzaakt zag een claimemissie te doen ter waarde van € 80 mln om de schuld terug te dringen, bracht aandeelhouders vooralsnog weinig goeds. Met een verlies van bijna een kwart van zijn beurswaarde staat het bedrijf tussen de minst presterende smallcapfondsen.
En toch, de laatste maanden lijkt de koers van Grontmij te stabiliseren. Uit te bodemen dus. Meedelen in de zomerse beurseuforie over een op handen zijnde oplossing van de eurocrisis deed het ingenieursbureau uit De Bilt zeker niet, maar de negatieve spiraal lijkt toch doorbroken.
Trekt de markt aan? Daar lijkt het niet op, en ook voor de komende jaren verwacht het bedrijf nog geen verbetering in de marktomstandigheden. Maar analisten hebben vertrouwen in de herstelwerkzaamheden die door de nieuwe top van Grontmij in gang zijn gezet, waaronder een grootscheepse reorganisatie. Die moet al eind dit jaar haar vruchten gaan afwerpen. Bovendien lijkt de claimemissie van € 80 mln, hoe vervelend die ook was voor de zittende aandeelhouders, het ingenieursbureau voorlopig uit handen van de schuldeisers te houden.
En misschien zit er zelfs wel meer in het vat dan stabilisatie van de koers. Want Grontmij wordt door de markt wellicht wat ondergewaardeerd, stelt analist van Kepler André Mulder. ‘Wanneer je de afzonderlijke bedrijfsdivisies waardeert op basis van een vergelijking met hun concurrenten, verschillen in prestaties in acht genomen, blijkt een prijs van € 3 voor een aandeel Grontmij redelijk.’ Dat lijkt een heel bescheiden verschil met de actuele prijs, maar betekent toch een plus van ruim 20%.
Bovendien kunnen beleggers volgens Mulder op termijn wellicht profiteren van de verkoop van het bedrijfsonderdeel ‘monitoring & testing’. ‘Dat staat namelijk los van de kernactiviteiten en levert geen synergievoordelen op. Bij andere overnames van dezelfde omvang in deze branche werd zo’n acht keer het bruto bedrijfsresultaat betaald. Zo bekeken zou Grontmij zo’n € 160 mln kunnen krijgen voor zijn divisie monitoring & testing, ofwel een bedrag dat gelijk is aan de huidige beurswaarde van het bedrijf.’