Het grootste fonds van Nederland pleit daarom voor een andere manier voor het berekenen van de premie in het nieuwe stelsel: namelijk op basis van een vastere rekenrente.

Marktrente

Tot afgelopen vrijdag konden partijen reageren op het voorstel voor het nieuwe pensioenstelsel van staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken. ABP geeft maandag aan dat een van de belangrijkste punten voor het fonds de premieberekening is. Klijnsma wil dat de premies straks op basis van de marktrente worden berekend en niet meer op een gedempte marktrente, zoals sommige fondsen, waaronder ABP, nu doen.

Pensioenfonds ABP heeft berekend dat de premies voor de ambtenaren en leraren dan 47% omhoog moeten in het nominale contract en 37% als het fonds voor het nieuwe reële contract kiest.

Premies

Tegelijkertijd wil het kabinet juist de pensioenopbouw verlagen en daarmee ook de premies. Als het voorstel voor de lagere fiscaal aftrekbare pensioenopbouw door de Eerste Kamer komt, zouden de premies bij ABP nog steeds 14% omhoog gaan volgens het fonds. De deelnemers betalen dan 14% meer premie, voor een kwart minder pensioenopbouw, oftewel een euro pensioen wordt 50% duurder volgens ABP.

Vaste voet

De pensioenreus, die het pensioen beheert voor 2,8 miljoen deelnemers, beveelt Klijnsma daarom aan om de premie niet op de ‘dagkoersen’ te baseren, maar op een vastere discontovoet.

Het fonds wil ook een vastere discontovoet voor het berekenen van de verplichtingen in het nieuwe contract. Pensioenfondsen berekenen op basis van de rekenrente hoeveel premie ze moeten heffen om de toekomstige pensioenen te kunnen bepalen. In het voorstel van Klijnsma is de rekenrente gebaseerd op de marktrente met een vaste risico-opslag en inflatie-afslag.

ABP vindt dat het stelsel daarmee onnodig volatiel wordt. Het fonds pleit daarom voor een stabielere rekenrente, conform de rekenrente die de SER voor de zomer heeft voorgesteld. Bij deze rente worden de schokken gedempt, doordat de risico-opslag niet vast is, maar meebeweegt met de markt.