SGP: foute fiscale prikkels moedigen liquidatie van dochterbedrijven aan
Bedrijven worden volgens de SGP onterecht fiscaal verleid om slecht draaiende dochterondernemingen te liquideren.
Bedrijven worden volgens de SGP onterecht fiscaal verleid om slecht draaiende dochterondernemingen te liquideren.
Het moederbedrijf kan namelijk daarna het verlies op de investering in de dochtervennootschap van zijn eigen winst aftrekken. Hierdoor betaalt de moedermaatschappij minder belasting.
Uit de wet halen
Die fiscale compensatie kan aantrekkelijker zijn dan investeren in de dochter, of het dochterbedrijf reorganiseren. Zeker nu uit jurisprudentie volgt dat, wanneer de moeder leningen verstrekt aan de noodlijdende dochter, de kans op fiscale verliescompensatie kleiner wordt.
SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf roept staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën op deze dubieuze prikkel uit de wet te halen. Zijn belangrijkste bezwaar is dat de huidige regeling slecht uitwerkt op de werkgelegenheid.
Onderzoeken
Aanpassing van de regeling kan ertoe leiden dat er geld van een gezond bedrijf onterecht in een ongezond bedrijf wordt gestoken. Maar het is aan de ondernemer om te beslissen of hij voldoende kansen ziet, stelt Dijkgraaf. De regeling vergt op zijn minst onderzoek door de staatssecretaris.
In schriftelijke vragen roept hij Wiebes op ‘te onderzoeken hoe de liquidatieverliesrekening zo optimaal mogelijk kan worden vormgegeven om prikkels te geven die het bedrijfsleven stimuleren’.
Doorstart ontmoedigen
Dijkgraaf sluit zich aan bij Arthur Hofman, docent aan het Fiscaal Instituut van de Tilburgse universiteit en fiscalist bij STP Tax Lawyers. Hofman betoogde medio juni in het vaktijdschrift Weekblad Fiscaal Recht dat ‘de liquidatieverliesregeling aanleiding kan geven tot fiscaal geïndiceerde liquidaties, met alle gevolgen van dien voor de economie en de werkgelegenheid.’
Dijkgraaf stelt dat de huidige wet een doorstart ontmoedigt van in zwaar weer verkerende activiteiten. Hetzelfde geldt voor het verstrekken van extra aandeelhoudersfinanciering om een moeilijke periode door te komen. Hij voegt eraan toe dat bovendien een prikkel bestaat om niet alleen de in zwaar weer verkerende activiteiten te beëindigen, ‘maar ook de eventuele andere activiteiten van de betreffende dochtervennootschap te staken of over te dragen buiten de groep’.
Nu ingrijpen
De crisis mag misschien haar dieptepunt hebben gehad, maar in de nasleep ervan kunnen nog heel wat slecht presterende onderdelen het slachtoffer worden van deze fiscale prikkel. Met banenverlies tot gevolg. ‘Bent u het met dit lid eens dat we onnodige liquidaties niet moeten stimuleren, maar moeten tegengaan om daarmee onnodige vernietiging van kapitaal en werkgelegenheid te voorkomen?’, schrijft Dijkgraaf in zijn vragen aan de staatssecretaris.
Hofman stelt dat zowel parlement en wetenschap als de fiscale praktijk al tijden vergeefs op de deur van Financiën klopt om de regeling voor liquidatieverliezen aan te passen. Het prille herstel van de economie is volgens hem een reden te meer om juist nu in te grijpen.
Fiscaal compensabel
Hofman stelt onder andere voor om de verliezen van de dochter onder strenge voorwaarden fiscaal compensabel te maken voor de moeder, zonder dat liquidatie van de dochter nodig is. De bedrijfswaarde van de dochter zou dan bijvoorbeeld gedaald moeten zijn tot onder het bedrag dat aan kapitaal in de dochter is gestort.