Voor nieuwe generaties werkt intergenerationele solidariteit niet meer
Wordt het geen tijd voor omgekeerde intergenerationele solidariteit, waarbij oudere generaties solidiar zijn met nieuwe generaties en zijn die daartoe wel bereid?
Wordt het geen tijd voor omgekeerde intergenerationele solidariteit, waarbij oudere generaties solidiar zijn met nieuwe generaties en zijn die daartoe wel bereid?
Arjan van der Hoek, Ruud Junge Intergenerationele solidariteit, de uitdrukking zegt het al: solidariteit tussen generaties. Inkomen van de ene generatie wordt overgeheveld naar het inkomen van een andere generatie. Vrijwel altijd een jongere generatie, die daarmee bijdraagt aan het pensioen van een oudere generatie. In 1956 was het nog simpel. Na invoering van de AOW kregen 65+?ers een uitkering van de overheid, zonder dat ze daarvoor zelf ooit premie hadden betaald. Die premie werd betaald door burgers die een inkomen hadden en jonger waren dan 65. De generatie die rond de eeuwwisseling met pensioen is gegaan, was de eerste die haar hele werkende leven voor anderen de AOW heeft betaald. Die vindt dat zij nu recht op AOW heeft en dat anderen nu voor haar moeten betalen. Terecht! Grenzen solidariteit bereikt Voor de AOW vindt er dus inkomensoverdracht tussen generaties plaats. Met elkaar hebben we ervoor gekozen voor een bestaansminimum te zorgen. Inmiddels zijn er uit het oogpunt van individualisering, gelijke behandeling en financierbaarheid de nodige veranderingen geweest. Nu ligt een latere ingangsdatum in het verschiet. Opvallend is dat werkenden dan langer premie moeten gaan betalen en gepensioneerden worden ontzien. Dat lijkt voor werkenden vooralsnog een minder groot probleem dan de kunst om langer aan het werk te blijven. Toch lijken hiermee de grenzen van intergenerationele solidariteit te zijn bereikt. Maarhad de overheid dat bij monde van Elske ter Veld 20 jaar geleden ook al niet geconstateerd? Hoe zit dat met het aanvullende pensioen? De huidige generatie gepensioneerden heeft naast de AOW een riant pensioen. Bovendien is tussen 1980 en 2010 de meerderheid eerder met pensioen gegaan. Dat is door de werkenden gefinancierd. Anno 2010 ligt de gemiddelde pensioenleeftijd op 62 jaar. Het Museumplein-akkoord heeft ervoor gezorgd dat de pensioenen op een te hoog niveau zijn gebleven. VUT werd pr?pensioen; pr?pensioen is voor werknemers geboren v??r 1950 gehandhaafd of versleept naar het levenslange pensioen. Waarom zijn eigenlijk de salarissen van de werkenden niet verhoogd als gevolg van de afschaffing van VUT en pr?pensioen? Bij de invoering was toch ook salaris(verhoging) ingeleverd. Dekkingsgraad Ook nu nog wordt er door werkgevers en werknemers geld betaald voor gepensioneerden om hun pensioen op peil te houden. Er is onvoldoende geld in kas om de (hoge) pensioenen van de gepensioneerden levenslang te garanderen, laat staan te indexeren. In steeds meer gevallen wordt de pensioenpremie bij CAO bepaald. Dan is het dus onderdeel van het beloningspakket van de werkenden. De CAO geldt niet voor gepensioneerden. Realiseren werkenden en jongeren zich wel dat een deel van het geld, dat ingevolge de CAO beschikbaar komt, nu wordt gebruikt om ook de dekkingsgraad van de gepensioneerden op peil te houden? Helaas is pensioen door de lage rente en rendementen en de langere levensduur veel duurder geworden. Er is onvoldoende geld in kas ? althans volgens de normen van De Nederlandsche Bank ? om de (hoge) pensioenen van de gepensioneerden ?n de pensioenen van werknemers levenslang te garanderen, laat staan te indexeren. Gepensioneerden weten inmiddels wat voorwaardelijke indexatie inhoudt maar ook voor de werkenden is de zekere pensioenopbouw een voorwaardelijke opbouw geworden. Zij zijn geconfronteerd met overgang van eindloon naar middelloon, CDC en DC. Ook voor de werkenden is het op peil houden van de opgebouwde pensioenen afhankelijk geworden van het rendement. Het premiebudget is uitgangspunt geworden, niet meer de pensioenopbouw. En de huidige actieve generatie moet bovendien langer doorwerken. Nieuwe generaties betalen de hoofdprijs Ouderen ? inmiddels ook de babyboomers ? vinden dat er in de eerste plaats voor hen moet worden gezorgd. Politieke partijen, vakorganisaties en zelfs ondernemingsraden lijken dat idee te steunen. Komt dit omdat de spelregels worden bepaald door grijze mannen? Want hoe logisch is inkomensoverheveling tussen generaties, van jong naar oud, nog? Gek genoeg wordt niet of nauwelijks over het hoe en waarom gecommuniceerd of uitgelegd hoe dat dan zit. Of is niet meer uit te leggen waarom jongeren zoveel voor ouderen moeten betalen? Per saldo betalen nieuwe generaties de hoofdprijs en wordt met hun belangen geen rekening gehouden. Van hen wordt solidariteit gevraagd voor de financiering van een pensioenniveau dat zij zelf nooit meer zullen bereiken. Er komen geen generaties meer die nog ooit in die mate met hen solidair zullen zijn. Zij zullen het voornamelijk zelf moeten regelen, langer moeten werken en langer moeten betalen. Dat is niet meer uit te leggen. Wordt het geen tijd voor omgekeerde intergenerationele solidariteit, waarbij oudere generaties solidiar zijn met nieuwe generaties en zijn die daartoe wel bereid? De kern is een 'goede tijden, slechte tijden'-verhaal. De basis daarvoor is continu?teit. Continu?teit ten aanzien van de homogeniteit van generaties (langdurige verbondenheid van rechthebbenden aan ??n werkgever), aantallen premiebetalenden, kwaliteit van regelingen en blinde acceptatie van van bovenaf opgelegde financi?le saamhorigheid. Die tijden zijn echter voorgoed voorbij. Als er goede argumenten zijn om groepen, zoals gepensioneerden, te compenseren ten laste van andere groepen, dan horen wij die graag. De discussie daarover moet immers gevoerd worden. Vooralsnog kiezen wij voor de volgende uitgangspunten voor de komende tijd. Intergenerationele solidariteit is niet meer van deze tijd. Pensioenregelingen moeten ingericht worden voor de huidige werkenden. Pensioenregelingen moeten (anders) worden ingericht voor de huidige werkenden. Overheveling van pensioengelden naar gepensioneerden ten laste van de werkenden moet worden tegengegaan. Binnen een pensioenfonds moet een scheiding mogelijk zijn tussen werkenden en gepensioneerden. Gepensioneerden moeten het doen met het pensioenkapitaal dat op hun pensioendatum beschikbaar is.
Een bijdrage aan deze rubriek kan worden gestuurd naar redactie@fdselections.nl.