Mikail Akar wordt wel de kleuter-Picasso genoemd. Hij schildert niet eens meer voor familieverjaardagen, daarvoor is hij te duur. Hoe een kleine jongen, met een verkoopgrage vader, uitgroeide tot een veelgevraagd kunstenaar.
Mikail Akar, de kleuter-Picasso. ‘Als je niet zou melden dat hij 7 jaar is, zou je zijn werk kunnen toeschrijven aan Richter, Pollock of Basquiat.’Foto: Roland Magunia
Als hij moet uitleggen hoe het allemaal begon, vertelt vader Kerem Akar altijd dat hij op een dag – zijn zoon Mikail was vier jaar oud – thuiskwam in de kleine woning in Keulen-Nippes, en zijn vrouw Elvan prees om haar mooie schilderij en nauwelijks kon geloven dat het in werkelijkheid door zijn zoontje was gemaakt.
Maar Kerem Akar heeft nog nooit verteld wat er daarna gebeurde. Hoe hij als vader het schilderij op Facebook postte en vrijwel meteen biedingen kreeg van wildvreemden. Eerst dacht hij dat dat een grap was, tot hij na het derde bod begreep dat hij hier iets in handen had wat, afgezien van alle vadertrots, een reële marktwaarde bezat.
Mikail Akar, nu zeven jaar oud en voor het eerst naar school, heeft in de afgelopen drie jaar carrière gemaakt als schilderend ‘wonderkind’, terwijl de prijzen voor zijn schilderijen een gemiddelde waarde bereikten van ergens tussen 6000 en 13.000 euro. Maar vermoedelijk zouden ze nog altijd wonen in de kleine woning in Nippes met zijn met verfvlekken bezaaide woonkamer en niet in het rijtjeshuis in het welgestelde Pulheim, als zijn vader niet als een ware veldheer de verovering van de markt had aangepakt.
Want wat heb je aan een wonder als niemand ervan hoort? Kerem Akar laat zich midden op deze novemberwoensdag in zijn woonkamer in een luie stoel vallen tegenover een groot, ingelijst doek dat zijn zoon heeft geschilderd. Zijn driejarige zusje scharrelt druk om haar moeder heen, die op de sofa zit om haar rug te ontlasten; over enkele weken verwacht ze haar derde kind.
‘In drie jaar tijd is ons leven totaal op zijn kop gezet,’ zegt Akar. Hij gaf zijn baan op en is nu manager van zijn zoon. Hun vriendenkring is volkomen veranderd, er zitten nu veel welgestelde mensen bij. Hun leven is georganiseerd rond Mikail en zijn exposities. ‘Als je niet zou vermelden dat de kunstenaar zeven jaar oud is, zou je de schilderijen kunnen toeschrijven aan Richter, Pollock of Basquiat’, zegt Akar stellig. Tot op heden was na elke tentoonstelling alles verkocht.
De vraag is niet of dat wat Mikail maakt echt kunst is, maar hoe het komt dat de wereld daarin meegaat.
‘Als je niet zou vermelden dat de kunstenaar zeven jaar oud is, zou je de schilderijen kunnen toeschrijven aan Richter, Pollock of Basquiat’
YouTube
Helemaal in het begin, zegt Akar, wou hij zijn zoon workshops laten volgen, maar daar was hij met zijn vier jaar te jong voor. Dus deed hij wat hij altijd doet als hij iets wil bereiken: hij pakte zijn smartphone en zocht YouTube-filmpjes op, die lieten zien hoe Gerhard Richter in zijn atelier zeefdrukte. Hoe iemand een doek grondde. Hoe de ene kleurlaag over de andere een complex schilderij opleveren. De filmpjes met de technieken van beroemde schilders zouden Mikails leerschool worden. Ook hij gebruikte nu een rakel, bracht verschillende kleurlagen over elkaar aan, spoot en kledderde. Zijn schilderijen leken meer op die van andere kunstenaars dan op die van zijn vriendjes van de kleuterschool.
Mikail Akar werd dus niet alleen op het internet ontdekt, maar ook via internet geschoold. En het internet zou ook zijn handelsplatform worden. De schilderijen die achter Kerem tegen de muur van de woonkamer staan, zijn via de site besteld door mensen die ze niet in het echt gezien hebben. De wachttijd voor een origineel bedraagt intussen een jaar. Maar er worden ook gelimiteerde edities aangeboden, ‘met de hand beschilderd en logo-gesigneerd’.
Gepatenteerd logo
Omdat hij op zijn vierde zijn schilderijen nog niet met zijn naam kon signeren, ontwikkelde zijn vader een logo: een M met de dwarsstreep van een A, waarvan de twee spitsen aan de dom van Keulen herinneren. ‘Dat hebben we meteen wereldwijd gepatenteerd.’
Kerem Akar heeft alles professioneel aangepakt: hij geeft opdrachten aan een tekstschrijver, een grafisch ontwerper en een vertaler voor de Engelstalige persberichten. ‘Team Mikail’ laat kaartjes met handtekeningen drukken en reist naar benefietevenementen. De investeringen in verf zijn allang het kleinste deel van de uitgaven. Kostbaar zijn de reizen en de advocaat, met wie hij procedeert tegen de eerste vervalsingen die hij een paar weken geleden op eBay heeft ontdekt.
Achteraf herinnert de vader zich zijn eerste schreden in de kunstwereld als een heel vernederende fase, waarin niemand hem serieus nam. Niemand wilde een tentoonstelling inrichten met de schilderijen van een kleuter. Galeriehouders stuurden hem weg en ook een atelier konden ze niet voor hem vinden. Bij de ‘Nissis Kunstkantine’ in het havenkwartier van het welvarende en kunstminnende Hamburg nam hij zijn toevlucht tot een list: hij regelde alles voor de tentoonstelling van ‘zijn’ werken.
Tot de onthulling kwam: ik moet u iets bekennen, de schilderijen zijn van mijn zesjarige zoon. De reacties waren onthutst, maar de tentoonstelling kon desondanks doorgaan. Daar legde Akar vervolgens contact met het bankiershuis August Lenz, gespecialiseerd in vermogensbeheer voor rijke families. Op 13 december werd in het Berlijnse kantoor van de bank de ‘Mikail Akar-ruimte’ ingewijd, met exposities van zijn zoon.
‘Een galeriehouder? Die zouden we nodig gehad hebben voordat er sociale media bestonden. Verkopen dat kan ik’
Leven voor de kunst
En hoe zit het met een galeriehouder? ‘Die zouden we nodig gehad hebben voordat er sociale media bestonden,’ aldus Kerem Akar. Hij trekt het portier van zijn BMW SUV met een doffe klap dicht en gaat op weg naar school om zijn zoon te halen.
Achter het stuur vertelt hij dat hij zich realiseert dat veel mensen het vreemd vinden hoe systematisch hij het in de markt zetten van zijn zoon aanpakt. Maar in het denken van een verkoper is het een logische stap. En doen niet alle ouders voor hun kinderen wat ze kunnen? Voor Kerem Akar betekent succes commercieel succes.
Marketing is hem niet vreemd. Voor Deutsche Telekom verkocht hij rond de millenniumwisseling de eerste DSL-producten, die werkten op een snelle data-aansluiting. De telefoonmarkt stond op het punt duizenden producten te introduceren die we intussen allemaal normaal vinden. De telecomsector had juist de eerste vaste tarieven ingevoerd: in het weekend kon je gratis telefoneren. Zo lang als je wilde! Kerem lacht. Hij heeft voor verzekeringen gewerkt en voor een personeelwervingsbedrijf. Hij heeft seminars gegeven in verkooptechniek en motivatie. Hij heeft een portal opgezet voor vechtsporten. ‘Verkopen, dat kan ik.’
Leven voor de kunst
Hij werd drie keer ontslagen sinds Mikails schilderijen zijn leven binnenkwamen, omdat hij voortdurend met zijn zoon bezig was en hier onder werktijd over zat te bellen. ‘Dat wou ik niet nog een vierde keer meemaken.’ Als verkoper in vaste dienst had hij ondertussen al begrepen dat je altijd alleen maar de zakken van je werkgever vult, aldus Akar. En nu had hij zijn eigen product gevonden. ‘We leven alleen nog voor de kunst,’ zegt hij. Waarmee hij eigenlijk bedoelt: de kunstmarkt.
Ook daar gelden de wetten van vraag en aanbod, de bekoring van de schaarste, bijvoorbeeld met gelimiteerde oplagen, en de aantrekkingskracht van een goed verhaal. ‘Tegenwoordig kopen de mensen niet meer alleen een product, maar daarbij ook een verhaal.’
Het belangrijkste is het kader – in elk opzicht. Het begint al bij het kader van het schilderij: de lijst. Op aanraden van een verzamelaar maken Akar en zijn zoon gebruik van ‘edelinlijstingen’ uit Italië. Een hoogwaardige lijst straalt ook af op de inhoud.
Goud waard
Voor Mikail werd de internationale school in Keulen gekozen als een passende onderwijsomgeving. Op het bijbehorende parkeerterrein, waar de ouders elkaar verdringen om hun kinderen op te halen, komt de kunstenaar - een dreumes met grote donkere ogen en ontbrekende melktanden - aan rennen. Of hij de kaartjes met de handtekening van de voetballer Manuel Neuer heeft uitgedeeld, vraagt Akar zijn zoon. Jazeker, antwoordt deze enthousiast. En hij heeft ook zelf een paar handtekeningen weggeven. Willen we zijn atelier wil misschien zien?
Weer thuis daalt de kunstenaar de trap af. Beneden, in de met schrootjes betimmerde kelderruimte, is Mikails atelier ingericht, waar soms ook verzamelaars worden binnengeleid. Wat hij hier vandaan over de trap omhoog draagt, het daglicht in, is goud waard. Dat heeft al geleid tot enige controverse. Mikail zou hier in deze ruimte zonder daglicht moeten zitten om goud te spinnen voor de hele familie, zo is al gesuggereerd.
Schilderssloffen
Mikail trekt zijn schildersloffen aan. Zijn vader drukt wat verf op de rakel. De schilder concentreert zich vervolgens op het schilderij waaraan hij bezig is en drukt aandachtig de spatel op het doek.
De vader vertelt hoe hij zich ook wat dit betreft in de details heeft verdiept. Zo ontdekte hij dat de beste verfkleuren uit Amsterdam komen – en daar maar de helft kosten. Tevreden stelt hij vast dat Mikail in zijn drie schildersjaren nu een fase heeft bereikt waarin het proces efficiënter wordt. Hij maakt nu gronderingen voor vier of vijf doeken tegelijk, ‘dat vergemakkelijkt het werk voor hem’.
Mikail drukt verf uit een tube met een spuitmondstuk direct op het doek – vandaag wordt er geschilderd in Pollock-stijl. Na afloop blijkt dat zijn goede tijgerpullover de schildersessie niet onbevlekt heeft doorstaan en trekt Mikail maar vast zijn robotpyama aan. Dan verdwijnt hij met zijn zusje naar boven en wordt het stil.
Ik vind dat hij als kunstenaar niet moet studeren,’ zegt zijn vader.
‘Richter, Basquiat, Pollock – die hebben allemaal geen kunstopleiding gehad.
Niet te veel belasten
’s Nachts, als de kinderen slapen, belt vader naar de Verenigde Staten en met een verzamelaar uit Dubai. In 2020 zal de laatste expositie in Duitsland plaatsvinden. Daarna gaat het richting Azië, Parijs, New York. Het is Mikails eigen wens om daar te exposeren, sinds hij Home Alone heeft gezien. Elke zondagavond om acht uur wordt hij gebeld door zijn tante die in New York woont. Dan skypen ze en zij neemt hem via de smartphone mee de straat op. Zo heeft hij het Empire State Building, de Times Square en het nieuwe World Trade Centre al kunnen zien. Mikail houdt vooral van de lichtjes en de taxi’s, zegt zijn moeder.
‘Dat kan allemaal met het internet!’ roept Kerem Akar enthousiast. ‘Vroeger had toch niemand via een apparaatje in zijn broekzak verliefd op New York kunnen worden?’
‘Ik vind dat hij als kunstenaar niet moet studeren,’ zegt zijn vader. ‘Richter, Basquiat, Pollock – die hebben allemaal geen kunstopleiding gehad. Wij proberen hem niet te veel te belasten. Hij heeft veel beweging nodig. En we laten hem ook niet iedere dag schilderen.’
Aan familie geeft hij geen schilderijen meer cadeau. Er werd voortdurend aan hem gevraagd: wil je een schilderij voor me maken? Een heel kleintje maar? Maar ze zijn gewoon te waardevol geworden. Het hoort andersom te zijn, vindt Kerem: de familie moet de opkomende kunstenaar ondersteunen, in plaats van omgekeerd.
‘Men heeft ons verweten dat wij Mikail uitbuiten,’ zegt zijn moeder. ’Maar als hij morgen wil ophouden, dan mag hij dat,’ zegt zijn vader.
Buiten is het al donker, het wordt tijd om te eten. De meesterschilder verdwijnt met zijn zusje naar de keuken. Als ze terugkomen, blijken ze voor hun ouders broodjes marmelade te hebben gemaakt. Maar die willen liever iets van buiten. Kerem Akar grijpt naar zijn smartphone voor een online-bestelling.