Nederland kan nog veel opsteken van Silicon Valley - in positieve en negatieve zin. Correspondent Klaas Broekhuizen sprak twee mensen die de hotspot kennen als hun broekzak: Peter Ester, auteur van een nieuwe studie onder 23 Amerikaanse accelerators voor jonge bedrijven, en Neelie Kroes, commissaris bij Salesforce en adviseur van Uber.
Waar Nederland en Europa volgens Peter Ester (64) vooral behoefte aan hebben zijn meer accelerators die start-ups op allerlei manieren helpen te groeien: mentoren die jonge ondernemers begeleiden, investeringsfondsen die voor die groei bereid zijn € 40 mln neer te tellen, en multinationals die jonge kanshebbers inlijven.
In Silicon Valley trof de Rotterdamse lector zeer uiteenlopende accelerators aan. Wat ze delen is het op weg helpen van jonge ondernemers die bewezen hebben dat ze een product en een markt in handen hebben. Sommige accelerators nodigen honderd start-ups uit voor drie maanden 'les' in juridische en financiële aspecten. Andere gaan heel gericht met een handvol jonge ondernemers in de zorg aan de gang, zonder daar een tijdslimiet aan te koppelen. En allemaal zetten ze hun vaak forse netwerk van mentoren in: ervaren en dikwijls ook gelouterde serie-ondernemers.
Accelerators investeren vaak ook een klein bedrag in de start-up. Ester mocht onder andere meekijken bij bekende namen als 500StartUps en Plug & Play, dat Google hielp te ontwikkelen toen het nog minder dan 50 werknemers telde. Bij iedere accelerator hangen de bekende borden met namen die later succes hebben geboekt, zoals Airbnb, Uber, etc. Maar aangezien Silicon Valley inmiddels honderden bedrijven heeft voortgebracht die meer dan $1 mrd waard zijn, zijn er veel succesverhalen en vele vaders van dat succes.
Peter Ester (1953) studeerde Sociologie in Utrecht en promoveerde in 1984 in de Economie. Hij was hoofd onderzoek bij het SCP, hoogleraar aan Tilburg University en directeur van diverse onderzoeksinstellingen voor hij Lector Human Capital & Entrepreneurship werd aan de Hogeschool Rotterdam. Sinds 2011 is hij Senator voor de ChristenUnie.
In zijn boek Silicon Valley Accelerators: Building Successful Startups ontleedt Ester de structuur van de sector van accelerators, die ook in de VS nog steeds snel groeit. Voor start-ups en voor ondernemers die in Nederland en Europa een groeiversneller willen opzetten, is dit een handboek. Een jaar geleden publiceerde Ester al Silicon Valley: Planet Startup, wat hem een ‘grant’ opleverde van de Van Spaendonck Fundatie in Tilburg om zijn onderzoek uit te voeren. Het FD sprak met Ester, een voormalig Kroonlid van de SER, op het dakterras van Plug & Play in Sunnyvale, Californië.
U schrijft: alles draait in Silicon Valley om het team.
'Alle accelerators zijn alleen maar geïnteresseerd in start-up-teams: niet in solo-entrepreneurs. Het moeten echte grondleggers van het bedrijf zijn, en ze moeten binnen het team vaardigheden hebben die aanvullend zijn. In Californië sturen accelerators en kapitaalverschaffers heel duidelijk op excellente en gedreven teams.’
Hoe beoordelen ze of een team dezelfde ideeën heeft over de groei en hoe dat bereikt moet worden?
‘Al die accelerators werken volgens rigide selectieprocedures. Alleen de meest kansrijke start-ups worden toegelaten, Er melden zich duizend start-ups aan en ze houden er twintig over. De samenstelling van het team is vaak het breekpunt bij die selectie. Als het gevoel ontstaat dat het met dit team niet gaat lukken, dan trekken investeerders de portemonnee niet en laat de accelerator ze niet toe.’
Wat als de geldverschaffer pas later ontdekt dat het team toch niet oké is?
‘Investeerders van het eerste uur grijpen vaak in als het bedrijf aan een volgende fase toe is. Bijvoorbeeld een nieuwe ceo die het bedrijf helpt te groeien in het buitenland. Dat vergt andere kwaliteiten, dat weten de oprichters ook. Het staat vaak in de contracten die ze tekenen als ze geld krijgen van een venture capitalbedrijf. Het is een keiharde wereld. Je ziet vaak dat een start-up zo uit is op een investering, dat ze tot wel 10% van hun aandelen weggeven voor maar $ 100.000. Het is inderdaad geen subtiel spel van de investeerders.’
Ingenieurs vinden is al lastig, maar vind je ook goede verkopers?
‘Ze zijn hier zowel gericht op innovaties upstream, dus in nieuwe producten en diensten, als in downstream: het op een slimme manier veroveren van nieuwe markten. In Nederland investeren we veel in een briljant idee, maar in vermarkten zijn we nooit zo goed. Bij Philips trokken de ingenieurs hun neus op voor marketeers. Dat kan hier helemaal niet. In Silicon Valley krijg je geen geld als je geen ideeën hebt over het vermarkten van je product.’
Waarin zit de voorsprong van Silicon Valley ten opzichte van bijvoorbeeld Nederland?
‘Het is hier allemaal te vinden: talent, kapitaal, kennis, netwerken, mentoren die zelf gelouterd ondernemer zijn, en ondersteuning voor juridische en personeelszaken. Dat staat hier allemaal de goeie kant op. Ik noem dat “een consistent ecosysteem”. Dat geldt voor Silicon Valley in zijn totaliteit, maar accelerators hebben dat op microniveau ook zo geregeld.’
‘Er melden zich duizend start-ups en ze houden er twintig over. De samenstelling van het team is vaak het breekpunt.’
Peter Ester
Wat ontbreekt er in Nederland?
‘We moeten ons eigen pad kiezen, met onze eigen waarden. We moeten Silicon Valley niet kopiëren, dat kan ook niet. Die enorme verschillen tussen arm en rijk willen we niet. Maar het zou geweldig zijn als we in Nederland een heel netwerk van accelerators krijgen, ook bij universiteiten en in het hoger onderwijs. In Silicon Valley komt bijvoorbeeld StartX van een universiteit. Als we het niet zelf doen, dan komen de Amerikaanse accelerators wel naar Europa. Daar is niets op tegen, maar we kunnen het ook zelf organiseren. YES!Delft hebben we als het goede voorbeeld. Die doet het prima in Nederland.’
In de Valley gaan talenten naar Stanford of Berkeley, en na twee weken willen ze opeens een eigen bedrijf beginnen.
‘We moeten in ons onderwijs ondernemerschap veel beter inbouwen. Leer studenten innovatief en slim te zijn, en om hun idee naar de markt te brengen. Universiteiten betrekken hier accelerators. En ondernemers vinden het hartstikke leuk om voor de klas te staan en te vertellen over hun eigen mislukkingen. Dat vinden studenten geweldig om te horen. In de VS geef je geld en kennis terug aan je universiteit. Je wilt je netwerk delen, dat zit hier in het DNA. Dat moeten universiteiten en hogescholen in Nederland slim activeren en organiseren: je moet het makkelijk voor alumni maken. Ondernemers weten vaak niet hoe ze binnen moeten komen. Als het eenmaal gebeurt, gaat het snel onderdeel worden van het DNA.’
U staat voor de klas op de Hogeschool van Rotterdam. Is de nieuwste generatie al ondernemender?
‘Nederlandse studenten zijn nu al veel meer bezig met start-ups en ondernemerschap. Toen ik in de jaren zeventig studeerde was het bedrijfsleven bijna een scheldwoord. Dat verandert echter niet van maandag op dinsdag. De jonge generatie is veel flexibeler. Die zit niet te wachten op een baan voor het leven: ze willen zelf regie over hun leven. Dat kan via ondernemerschap. Dat past heel goed bij de cultuur van jongste generatie. Sociaal ondernemerschap is hot. Dat geldt zowel voor jongens als voor meisjes.'
‘Als je € 40 mln nodig hebt, dan is dat in Nederland heel moeilijk te vinden, en dat geldt voor heel Europa.’
Peter Ester
De techgiganten kopen in de VS alles op. Zo pompen ze nieuw geld in de startersmarkt. Daar hoor ik in Nederland weinig over.
‘Ja, Facebook, Google en Apple willen voeling houden met de start-up-mentaliteit. Die kopen ze op, dat willen ze in huis hebben. Daar gaat weer dynamiek vanuit richting de zittende werknemers. Veel grote bedrijven hebben zelf een accelerator. Samsung bijvoorbeeld. Dat doen ze doelbewust om jonge teams naar binnen te halen en hun innovatiecultuur scherp te houden. Dat zie je in Nederland veel minder. Hier gebeurt het veel: uit welbegrepen eigenbelang.'
Wat is de zwakste schakel in Nederland?
‘Er is nu veel meer geld voor start-ups dan vijf jaar geleden, maar in de latere fase zit wel een belangrijk financieel probleem. Er is te weinig geld voor scale-ups: als een bedrijf een product en een markt heeft, en echt wil gaan doorgroeien. Als je € 40 mln nodig hebt, dan is dat in Nederland heel moeilijk te vinden, en dat geldt voor heel Europa. Dan vertrekken ze dus naar Silicon Valley. We moeten hard aan een ondernemende cultuur werken. Een cultuur waarin je mag falen: daar leren jonge ondernemers van.'
'Regeerakkoord valt tegen'
Sociale wetenschapper en CU-senator Peter Ester is niet echt tevreden met de innovatie-paragraaf in het regeerakkoord. ‘Het ecosysteem voor innovaties in Nederland kan veel beter. Ik had graag een sterker verhaal over start-ups in het regeerakkoord gezien. Nederland moet het hebben van nieuwe bedrijvigheid en dat moet je faciliteren. Accelerators kunnen goed helpen, het onderwijs kan ondernemender, je moet studenten ondersteunen en begeleiden en ondernemers erbij betrekken. Het woord start-up staat maar drie keer in het regeerakkoord. Maar ik ga als senator het beleid hierop nauwlettend volgen.’
Wat voor accelerator ben je: tien dilemma's
1. Ben je gedreven door geld of door een missie? Er bestaan grote verschillen in businessmodellen, ROI, de betrokkenheid van belanghebbenden en aandelenbeleid.
2. Is je focus breed, of op een nichemarkt?
3. Hoe selectief wil je zijn? In de VS ligt de lat hoog. Dat zou voor de EU ook moeten gelden, stelt Peter Ester.
4. Begeleid je teams of solo-entrepreneurs? De VS kiest voor teams: volgens Ester terecht.
5. Neem je honderd start-ups drie maanden in huis, of een beperkt aantal voor onbepaalde tijd?
6. Heb je een gestructureerd programma of leg je de nadruk op individuele coaching?
7. Zijn mentoren zeer intensief of incidenteel betrokken?
8. Welke investeerders kies je: een klein netwerk, of zijn alle angel-investeerders en venture capital-bedrijven welkom?
9. Bied je wel of geen gespecialiseerde ondersteuning voor start-ups, zoals HRM, juridisch en IT?
10, Wil je een kantoorcultuur of events organiseren, met seminars, lezingen, training in pitchen, happy hours en dream sessions?
Neelie Kroes is vaak in San Francisco: bij haar zoon, die er woont, bij Salesforce, waar ze commissaris is, en bij Uber waar ze adviseur is. Een gesprek over haar passies: onderwijs, ondernemen en gelijke behandeling.
Links klinkt behangmuziek, rechts de Rolling Stones. Neelie Kroes zit buiten op het jaarlijkse Salesforce-congres en vertelt wat Nederland vooral níet moet overnemen van het Amerikaanse onderwijs: ‘Hier bestaat het allerbeste onderwijs voor de ‘nerds’ en voor degenen met geld. Maar o wee als je daar niet toe behoort. Dat is een grote groep. Dat verklaart ook mede de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen. Als voor velen het onderwijs beneden de maat is, en men niet geleerd heeft te discussiëren aan de hand van argumenten en zeer verleid wordt door oneliners in sociale media, dan moet je niet echt verbaasd zijn als een verkiezingsuitslag aangeeft dat men gaat voor degene die zijn verkiezingen op oneliners baseert. In het Amerikaanse onderwijs is een immens verschil tussen de privaat gefinancierde scholen en universiteiten en de publieke scholen. Het Nederlandse onderwijs is beter: we hebben minder pieken en dalen.’
Wat Nederland wél moet overnemen, volgens Kroes, is het besef dat kinderen al vroeg moeten leren programmeren. Ze zegt: ‘Gisteren zat ik in een panel over diversiteit en equality. Daar zat een Engelse in die achtergestelde meiden in het onderwijs mee wil krijgen. Ze had er vijf meegenomen: 15 jaar oud, alle kleuren van de regenboog. Allemaal bezig met computer science en onderzoek. Meiden die dit thuis niet hadden meegekregen. Daar moeten we in Nederland veel meer aan doen. Aan die jonge generatie dit soort onderwijs mee geven. Zodat het ook niet meer is: “Dat is te moeilijk voor een meisje”.’
Moet coderen een verplicht vak worden voor middelbare scholieren?
‘Veel eerder, al in de eerste fase van het onderwijs. Dan gaan kinderen het zelf uitzoeken en dan wordt het leuk voor ze. Het gaat erom dat je digitale technologie en de toepassingen daarvan, waaronder coderen, toegankelijk maakt. De adviescommissie van Paul Schnabel heeft gekeken - houd je hart vast [Kroes houdt een fictieve verrekijker vast] - naar 2032! Je kunt toch niet gaan wachten? Je moet coderen verweven in allerlei vakken. Zet een paar whizzkids naast de leraar, dan wordt het ook nog leuker.’
Wat kan het kabinet Rutte-3 opsteken van het innovatiebeleid in de VS? Het regeerakkoord noemt drie keer het woord innovatie.
‘Ja, we zijn er niet van onder de indruk. Ik hoop dat we keuzes durven maken bij universiteiten. Ik vraag hier in Silicon Valley vaak: hoe kijken jullie tegen Nederlands talent en de universiteiten aan? Dan zeggen ze: Als jullie de moed zouden hebben om bijvoorbeeld nanotechnologie op één plek te concentreren, dan krijg je een sfeer waardoor Nobelprijswinnaars langs komen. Ik vind dat je dat zou moeten forceren.’
U vindt ook dat diversiteit in het bedrijfsleven geforceerd moet worden. U pleit voor meer vrouwen aan de top.
‘Ja, er zitten nu meer vrouwen aan tafel. Als we doorgaan in het Nederlandse tempo dan heb je ongeveer het eeuwige leven nodig, dat leren de cijfers. Daarom ben ik nu voor quota − dat was ik eerst niet. Een derde is minimaal nodig om in zo’n kamer een andere sfeer te krijgen. Ik sprak onlangs premier Trudeau van Canada. Hij zei al twee jaar tevoren dat hij 50% vrouwen in zijn regering zou opnemen. Die twee jaar heeft hij gebruikt om allerlei vrouwen voor te bereiden. Maar als je dat een maand van tevoren zegt…’
U heeft het over de samenstelling van het Nederlandse kabinet?
‘Als Mark Rutte zegt: “Ik kijk naar kwaliteit…” Ik heb nog nooit zo hard gelachen als toen hij dat zei - cynisch gelachen. In het bedrijfsleven heb je hele goede vrouwen, die had je politiek moeten voorbereiden. In de gemeenten zitten goede wethouders, daarvan is er nu een minister geworden, en in de regio’s gedeputeerden. Dus: op tijd zijn, met quota en voorbereiden.’
Salesforce, waar u commissaris bent, trekt salarissen van mannen en vrouwen gelijk. Was dat een gevecht?
‘Salesforce heeft een goede vice-president voor personeelszaken. Die gaat naar ceo en chairman Marc Benioff en zegt: Ik wil praten over het gelijktrekken van salarissen. Dat is goed, zegt Marc. Wat kost dat? Dan zegt die vp: Nee, eerst moet duidelijk zijn of je achter dat principe staat. Marc gaat akkoord, en dan blijkt pas dat het $6 mln kost. Dat is dan maar zo. Dat vind ik prachtig.’
Bij Uber heerst de tegenovergestelde cultuur: seksisme en seksuele intimidatie.
‘Na het aantreden van de nieuwe CEO waait er een heel andere wind. Deze man heeft zijn sporen verdiend. Uber heeft overigens ook aan de start gestaan van #metoo. Het was niet alleen dit bedrijf. Het gebeurde ook bij hele conservatieve bedrijven in Nederland. Kom op. Er staat nog steeds elke dag nieuws over #metoo op de voorpagina’s. Het is een ‘blessing in disguise’ geweest. Uber heeft het voortouw moeten nemen. Ze moeten zich nu wel koninklijk gedragen, daar zijn ze wel meer dan verplicht toe.’
U heeft op veel plaatsen gewerkt. Komt er nog een #metoo van Neelie Kroes?
‘Nee. Overigens is zo’n situatie vaak verbonden met het risico dat je je baan verliest. Als je de enige kostwinner in een gezin bent, dan moet ik daar niet makkelijk over praten omdat ik het toevallig niet heb meegemaakt.’