De Amsterdamse start-up Photanol, aangeprezen door het ministerie van Economische Zaken, claimt een biologisch alternatief voor fossiele brandstof te kunnen maken. Daarvoor worden gemodificeerde bacteriën aan het werk gezet.
Op de bodem van het kweekschaaltje ligt een groene drab. De substantie roept niet bepaald associaties op met fris beddengoed of zonovergoten Franse landschappen, maar zodra het glazen deksel van het potje gaat, stijgt de geur op van lavendelbloesem.
‘Dit is een kolonie cyanobacteriën’, zegt Michiel Lensink in een laboratorium in Amsterdam-Oost. ‘Ons werkpaard.’
Lensink is directeur van Photanol, een jong chemiebedrijf gevestigd op het Amsterdamse Science Park. Minister Henk Kamp van Economische Zaken riep het concern in mei vorig jaar uit tot een van de vier koplopers in de Nederlandse kringloopeconomie. Deze zogeheten 'biobased economy' bestaat uit bedrijven die natuurlijke alternatieven zoeken voor producten die gemaakt zijn van olie, gas of kolen.
De cyanobacterie doet wat alle planten doen. Zij zet het broeikasgas CO2 met hulp van zonlicht om in suikers (fotosynthese), alleen doet ze dat efficiënter dan de meeste planten.
Chemische producten
De kunst van Photanol is dat het bedrijf de genen van de bacterie dusdanig wijzigt dat het organisme bruikbare chemische producten afscheidt in plaats van simpele suikers. Daarvoor heeft de spin-off van de Universiteit van Amsterdam vijftien microbiologen en scheikundigen in dienst. 'Wij helpen de bacterie de weg op die hij op moet gaan.'
Het uiteindelijke doel is dat de bacteriën biobrandstoffen maken, als alternatief voor benzine of vliegtuigbrandstof kerosine. 'Makkelijk is dat niet', zegt Lensink. 'Technologisch is er geen reden waarom het niet zou kunnen. Maar het punt is dat je concurreert in een wereld waarin mensen kunnen kiezen voor olie en gas die er miljarden jaren over hebben gedaan om te ontstaan. Fossiele brandstoffen zijn in dat licht spotgoedkoop, zeker als je ook de kosten buiten beschouwing laat die de uitstoot van CO2 met zich meebrengt.'
Volgens Lensink is geen sprake van ‘een level playing field’, een gelijk speelveld. 'Wij moeten alle koolstofatomen aan elkaar rijgen. De vraag is of de consument uiteindelijk bereid is daarvoor een premie te betalen. Wij denken van niet.'
Wat ook niet meehelpt is dat de olieprijs het afgelopen halfjaar is gehalveerd. Hierdoor zijn fossiele brandstoffen nog goedkoper geworden. Bovendien zit het op het gebied van de wetgeving niet mee. Zo zijn de Brusselse regels inzake het verplicht bijmengen van bio-ethanol in transportbrandstoffen de afgelopen jaren afgezwakt.
Geur- en smaakstoffen
Juist omdat de concurrentie met fossiele brandstoffen zo lastig is, kiest Photanol ervoor om zich eerst te richten op de productie van geur- en smaakstoffen die onder meer te gebruiken zijn in de voedingsmiddelenindustrie en voor schoonmaakproducten. Vandaar de lavendelgeur uit het potje. Het zijn hoogwaardigere producten die volgens Lensink eerder geld opleveren.
Lopend door het lab legt de directeur uit hoe het ontwikkelingsproces werkt. De eerste ruimte staat vol reageerbuizen, pipetten en schudmachines. Hier voegen werknemers in witte jassen stukjes DNA toe aan de chromosomen van de bacterie.
Daarna begint het grote schiften. Gekweekte bacteriën worden getest en telkens mogen alleen de beste door naar de volgende 'ronde'. Dat proces wordt veelvuldig herhaald en op steeds grotere schaal: aanpassen, testen, opschalen. In de aanpalende ruimte staan flessen van 50 liter gevuld met een groene vloeistof. Om het groeiproces te versnellen wordt met paarse ledverlichting de fotosynthese een handje geholpen.
Profiteren van zonlicht
Helemaal aan het eind van de ontwikkelingsfase belanden de bacteriën in een ‘minifabriek’ in de kassen naast het complex. Daar is een stelsel met buizen te zien waar de groene substantie doorheen stroomt, zodat maximaal kan worden geprofiteerd van het zonlicht.
De natuurkundige Lensink, die een verleden heeft van innovatieve productlanceringen, verwacht dat Photanol binnen twee jaar met de eerste introducties komt, op het gebied van geur- en smaakstoffen. Voor de ontwikkeling heeft het bedrijf geld gekregen van zijn aandeelhouders Icos Capital en de Universiteit van Amsterdam. Samen met de commerciële opbrengsten en partnerships met multinationals als AkzoNobel levert dat de financiering op voor nieuwe productontwikkelingen en –lanceringen. De productie van biobrandstof ethanol staat voor Photanol inmiddels achteraan qua planning. 'Ik denk dat we bij de "oude" olieprijzen, van rond de € 120 per vat, over zeven tot tien jaar een op prijs concurrerend product op de markt kunnen hebben.'
#DeNieuweKampioenen
Het FD en BNR Nieuwsradio zijn een journalistieke zoektocht gestart naar De Nieuwe Kampioenen van Nederland, bedrijven die een goede kans hebben internationaal door te breken. We laten zien waar in negen sectoren de kansen liggen en we zoeken er de bedrijven bij die impact zullen gaan hebben. Na het thema Eten in 2025 richten we de schijnwerpers op energie. Welke bedrijven zijn nu al bezig met de ideale energiemix in 2025? Vandaag het eerste van drie door een expertpanel geselecteerde bedrijven.
Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.
Inloggen